De luchtwachtposten in de regio Amsterdam, vermoedelijk vooral hoge kerktorens, waren:
Sinds 1921 was er in Nederland een Vrijwillig Landstormkorps Luchtwachtdienst dat tot taak had om schendingen van het Nederlandse luchtruim door buitenlandse vliegtuigen te signaleren en te melden.
De in totaal 146 luchtwachtposten rapporteerden aan drie Hoofdluchtwachtbureaus in Amsterdam, Rotterdam en Utrecht. Zij vielen onder het Centraal Luchtwachtbureau (C.L.B.) te Den Haag. Tevens waren er 13 luchtwachtdetachementen op de eigen vliegvelden die tevens de start en landing van eigen vliegtuigen meldden. Daarnaast had de Marine 21 kustwachtposten langs de kust.
Vanwege de oorlogsdreiging waren de posten vanaf 11 april 1939 permanent bezet. Op 10 mei 1940, om 12.00 waren nog 65 luchtwachtposten in bedrijf. In totaal ontving het C.L.B. 16.000 meldingen van de luchtwachtposten.
Zie Luchtalarmposten en Korps Luchtwachtdienst voor een soortgelijke systemen van observatieposten in andere perioden.