Sluit [X]   
 

Radiotechnicus Pennekamp in 2015: overleden te Driebergen-Rijsenburg, Utrecht

© 1999-2024, René G.A. Ros
Laatst gewijzigd 29-1-2024

Donateur worden?

Nieuwsbrief Stelling van Amsterdam

Nieuwsbrief 262

Nieuwsbrief Stelling van Amsterdam, nummer 262
Thema: Luchtmacht magazijnen bij Hoofddorp
(9de jaargang, 24 januari 2007)

Een nieuwsbrief over militair erfgoed in de regio Groot-Amsterdam.
<https://www.stelling-amsterdam.nl/>

Deze nieuwsbrief is, met illustraties, ook te vinden op:
<https://www.stelling-amsterdam.nl/nieuwsbrief/>
Daar is ook informatie te vinden over deze nieuwsbrieven, het aanmelden en het archief.

Heb jij informatie die via deze nieuwsbrief aan ge-interesseerden gezonden kan worden? Stuur de informatie dan aan <e-mail adres vervangen door formulier>.

 

Inhoud

In deze nieuwsbrief:

Alle artikelen betreffen de gemeente Haarlemmermeer, met een enkele verwijzing naar de gemeente Weesp.

 

Inleiding

De locatie in de Stelling die de meeste vragen oproept als je er rondloopt, is de Geniedijk Haarlemmermeer bij de snelweg A4. Daar staan maar liefst acht gebouwen waarvan niemand de naam en functie weet. De 40 cm dikke en 2,5 m hoge betonnen muur van 400 meter lengte erlangs geeft het een mysterieuze uitstraling. Tussendoor nog de Kazematten Slotertocht in de geniedijk zelf.
De weinige archiefstukken die mij erover bekend waren, liggen in het Gemeentearchief Haarlemmermeer en gingen over het beeindigen van het onbekende gebruik. (zie 'Explosiegevaar in de Haarlemmermeer' in Nieuwsbrief 212.)

Deze gebouwen werden, met alle vragen en onduidelijkheden, op de website genoemd. Die methode heeft me een paar keer stevige negatieve kritiek opgeleverd omdat 'men' vond dat je iets pas mag publiceren als je het 100% zeker weet. Nog afgezien van het feit dat je iets nooit zeker kan weten, is het meer op bestendige boeken dan op flexibele websites van toepassing. Afijn, de website-lezer heeft in ieder geval duidelijkheid over de onduidelijkheden.
Zodoende wist Rene Dolfsma dat ik geinteresseerd was in archiefstukken die hij tijdens zijn eigen onderzoek in het Centraal Archieven Depot van het Ministerie van Defensie tegenkwam. Op zoek naar informatie over militaire vliegbases vond hij in twee van deze archieven brieven en tekeningen met het onderwerp 'Munitiedepot Schiphol'. Eindelijk een naam! En alweer een mysterie naar de ratsmodee...

Deze nieuwsbrief gaat, met gepaste trots, in op de gevonden informatie en de interpretatie daarvan. Het vormt een 'Nota van Toelichting' op de gewijzigde webpagina over het munitiedepot.
Met uiteraard heel veel dank aan Rene Dolfsma voor zijn opbouwende medewerking. Tevens dank aan luchtmachtdeskundige Ron Erhardt voor zijn adviezen en bijdrage.

Reageren op deze nieuwsbrief kan op het Stelling Forum: https://forum.stelling-amsterdam.nl/
De volgende nieuwsbrief zal waarschijnlijk op 7 februari verschijnen.

René Ros

Nieuwsbrief 212: <https://www.stelling-amsterdam.nl/nieuwsbrief/200-224/nieuwsbrief-212.htm>
Geniedijk Haarlemmermeer: <https://www.stelling-amsterdam.nl/forten/haarlemmermeer/>
Munitiedepot Schiphol: <https://www.stelling-amsterdam.nl/bunkers/schiphol-munitie/>
Kazematten Slotertocht: <https://www.stelling-amsterdam.nl/forten/slotertocht/>

P.S. De afmetingen van bestaande gebouwen zijn met de luchtfoto's in Google Earth bepaald.

 

Functie voor de Luchtmacht

Het civiele vliegveld Schiphol was vanaf ongeveer 1949 tot in de jaren 1960 een zogenoemde 'redeployment base'. Luchtmacht eenheden zouden zich in een oorlogssituatie verspreiden en dit vliegveld als thuisbasis, met mobiele voorzieningen, gaan gebruiken. Daarvoor moest enige infrastructuur, zoals opslag voor de zeven eerste oorlogsdagen boordmunitie en bommen, in vredestijd worden aangelegd. Kazematten voor de verdediging van het vliegveld, voor vier lichte en vier zware mitrailleurs, en een operationbunker waren voorzien in 1953 maar zijn nooit gebouwd.
In een, qua aantal squadrons zeer optimistisch, plan uit eind 1948 voorzag de Commandant Luchtstrijdkrachten dat Schiphol in de periode 1950-1957 geschikt moest zijn om in oorlogsomstandigheden gebruikt te worden door de over te plaatsen bezetting van Vliegbasis Leeuwarden: twee squadrons dagjagers (vanaf 1953 drie) en 1 squadron nachtjagers. In de grondverdedigingsplannen van 1952 en 1953 wordt met Meteors voorziene 323 squadron met vredeslocatie Leeuwarden genoemd. Zowel in 1948 als 1952-1953 wordt aangegeven dat het squadron onder het Navigatiestation Noord (zie foto rechts) bij Den Helder zou blijven vallen.

Omdat Schiphol niet voor komt in een verslag uit februari 1955 van een vergadering met S.H.A.P.E. (N.A.T.O. Supreme Headquarters Allied Powers Europe) over redeployment vliegbases moeten we voorlopig concluderen dat het om Nederlandse squadrons zou gaan en wel de N.A.T.O. richtlijnen werden gevolgd maar geen N.A.T.O. financiering had.
Het Bureau Aanleg, Beheer en Onderhoud van Vliegvelden (B.A.B.O.V.) van de Koninklijke Luchtmacht coordineerde de bouw die door de Eerstaanwezend Ingenieur (E.A.I.) Haarlem van het 2de Geniecommandement Amsterdam, werd uitgevoerd. Van de E.A.I. zijn drie brieven met tekeningen gevonden die gericht waren aan de andere betrokkenen, zoals de Minister van Oorlog en het B.A.B.O.V.

In de brief van 11 juli 1955 werd de opdracht omschreven als "het aanleggen van een Munitiedepot langs de Linie door de Haarlemmermeerpolder ten behoeve van Schiphol". Het gaat dan om 140 m2 overdekte opslag en 1.500 m2 open bommenplatform. In combinatie met een magazijn voor het Bureau Voorbereidingen Voorzieningen aan Kunstwerken (B.V.V.K.); explosieven voor het onklaar maken van infrastructuur zoals bruggen.
"Als overdekte opslag werd mede bestemd de inmiddels in gebruik genomen 'Batterij aan de Sloterweg'" en de Geniedijk ten oosten van de rijksweg zou ingericht worden voor de open opslag van bommen, inclusief een smalspoorbaan met lorries.

 

Redeployment vliegbases

Door Ron Erhardt†, ex-medewerker Koninklijke Luchtmacht.

De tijd waarin deze Schiphol plannen werden gemaakt, zijn de jaren na de Korea-oorlog (1950-1953). Het 'Rode Gevaar' was overduidelijk aanwezig en de N.A.T.O.-bondgenoten waren druk bezig grote aantallen straalvliegtuigen in dienst te nemen.

De Nederlandse vliegvelden die de oorlog deels overleefd hadden, waren grotendeels van Duitse makelij, dat betekent dat ze een startbanenstelsel (uit klinkers bestaand!) hadden, met baanlengtes tussen de 1.100 en 1.500 meter. Meer dan voldoende voor een propellorvliegtuig zoals de Spitfire of de Dakota.

Toen begin jaren 1950 de Gloster Meteor (jet) in gebruik werd genomen, waren er langere startbanen nodig. De N.A.T.O. schreef voor dat een 'standaard' startbaan ongeveer 2.500 meter lang moest zijn en 45 meter breed. De meeste startbaanverlengingen vonden plaats in de eerste helft van de jaren 1950, tot aan 1957. In deze periode ontstond een tekort aan vliegvelden. Bovendien wilde N.A.T.O. ook ruimte op de Nederlandse vliegvelden claimen om die als redeployment vliegvelden voor de Engelse luchtmacht te kunnen gebruiken.

In dat kader is het logisch dat de Luchtmacht het oog op Schiphol had laten vallen als mogelijke redeployment basis voor een aantal squadrons voor het geval dat er een of meer Nederlandse vliegbases door vijandelijke acties zouden worden uitgeschakeld.

 

Moeilijk plannen maken

Het munitiedepot moest voldoen aan een zogenoemde S.H.A.P.E.-standaard. In 1954 was de eerst bekende wijziging die invloed op de plannen had; de benodigde oppervlakten werden verminderd. Maar bovendien werd aangegeven welke delen omwald of onomwald moesten zijn. De omwalling zal nodig zijn geweest als bescherming van het depot bij een bombardement en/of van de omgeving bij een explosie op het depot zelf.

De S.H.A.P.E.-standaard vereisde toen 84 m2 overdekte omwalde opslagruimte, 488 m2 overdekte onomwalde opslagruimte, 66 m2 overdekte omwalde assembleerruimte en 550 m2 open bommenplatform. Begrote kosten: 382.100 gulden.
In oktober 1955 wijzigde de S.H.A.P.E.-standaard nogmaals en was nog maar de helft nodig: 42 m2 overdekte omwalde opslagruimte, 252 m2 overdekte onomwalde opslagruimte, 66 m2 overdekte omwalde opslagruimte en 288 m2 open bommenplatform. Begrote kosten 335.000 gulden. Uit de tekeningen blijkt dat het deel van de Geniedijk ten oosten van de rijksweg hierdoor verviel en alleen het deel tussen de Sloterweg (nu Rijnlanderweg) en de rijksweg gebruikt zou worden.

In een brief van 22 oktober 1955 noemde de E.A.I. de "Shape standaards voor de redeployment-vliegvelden" waarmee hij zekerheid geeft over de van toepassing zijnde N.A.T.O.-richtlijn. Verder noemde hij de redenen om de Geniedijk te gebruiken:
- rondgaand circuit via toegang Rijksweg en Sloterweg;
- op vrij korte afstand van vliegveld;
- geen geschikte terreinen in de omgeving en
- afstanden t.o.v. omliggende percelen voldoet aan eisen.

Vanwege het graven in de Geniedijk schreef de E.A.I. de opmerkelijke zin "Alhoewel de Liniedijk een waterkerende functie heeft voor de beveiliging van Schiphol". Dit soort gebruik in de Koude Oorlog was in algemene zin al bekend maar dat specifiek de Geniedijk het door oorlogshandelingen onder water lopen van Schiphol moest voorkomen is voor mij nieuw. Het verklaard ook waarom het munitiedepot ten noorden van de Geniedijk moest komen...

 

Compleet en intact

De E.A.I. schreef op 18 april 1956 over een volgende S.H.A.P.E. wijziging: de 42 m2 overdekte omwalde opslagruimte moest verhoogd worden tot 350 m2. Hierdoor moest de betonnen damwand (zie foto links), die aan de noordzijde voor de omwalling zou zorgen, langer en zwaarder worden. De bijbehorende tekeningen geven ook kleine afwijkingen van de in oktober 1955 genoemde oppervlakten.
Ook de extra wensen waren aangepast: het B.V.V.K.-magazijn verviel maar een nieuwe wens waren twee parkeerruimten, zodat wagens elkaar konden passeren. De begrote kosten bedroegen inmiddels 537.123 gulden (1,5 miljoen euro prijspeil 2005). Het munitiedepot is vermoedelijk in 1956-1957 gebouwd volgens de tekeningen van april 1956. Of het werkelijk munitie voor de redeployment heeft bevat is niet zeker, maar Defensie heeft het gebruik als munitiedepot in 1977 beeindigd.

Ter plekke kan je zien dat om de 45-50 meter 13 korte aarden wallen haaks op de Geniedijk liggen. Tussen die wallen staan acht magazijnen die deels in de noordelijke helling van de Geniedijk liggen. Langs de magazijnen loopt een weg die aansluit op de huidige Rijnlanderweg en enkele jaren geleden is geasfalteerd als fietspad. Oorspronkelijk had het een verharding van hoogovenslakken met goten van straatklinkers.
Op 200 meter van de Rijnlanderweg stond in 1999 nog een toegangshek (zie foto hieronder) met daarachter een nog aanwezige houten beschoeiing van een parkeerruimte. Het eerste magazijn is een slag kleiner dan de andere zeven, heeft 50 meter betonnen damwand langszij, en moet de 66 m2 overdekte omwalde assembleerruimte zijn.
Dan volgen drie magazijnen van circa 5x16 meter, zonder betonnen damwand, hetgeen sterk overeenkomt met de 252 m2 overdekte onomwalde opslagruimte uit de plannen. Dan volgen vier open ruimten tussen de haakse wallen met een totaal oppervlakte van circa 480 m2. Dat is meer dan de 288 m2 die voor de open bommenplatforms gewenst werd maar uit de tekeningen blijkt dat een deel laadplateau zou zijn. Ook langs deze bommenplatforms staat de betonnen damwand.
De volgende vier magazijnen zijn circa 5x16 meter dat goed overeenkomt met de 350 m2 overdekte omwalde opslagruimte. En hierlangs loopt de betonnen damwand gewoon door.
De wegaansluiting op de snelweg is opgeheven en het toegangshek is verplaatst en deels vernieuwd. Wel is de parkeerruimte met de houten beschoeiing nog te herkennen - tot de verbreding van de snelweg. Volgens de tekeningen moet aan de buitenzijde van de betonnen damwand ook nog een aarden dekking gelegen hebben maar dat is tegenwoordig afwezig.
De Geniedijk zelf is een provinciaal monument die niet aangetast mag worden en bij navraag, door de correspondent van de Stichting Menno van Coehoorn Rob Verhoef, liet de provincie weten dat het munitiedepot praktisch gezien daardoor ook beschermd is.

Afgezien van de hekken, wegverharding, de koperen bliksemafleiding en de aanaarding van de betonnen damwand is het munitiedepot nog geheel volgens de originele bouwtekeningen.
Dat betekent dat een munitiedepot uit het toppunt van angst voor een Derde Wereldoorlog, met twee kazematten uit de opmaat naar de Tweede Wereldoorlog ertussen, in een geniedijk staat die tijdens de Eerste Wereldoorlog werd bemand. Opmerkelijk, mijn waarde Watson.

 

Magazijnen Fort bij Hoofddorp

Een oud-medewerker van de Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen heeft verklaard dat het bestaande gebouw naast het Fort bij Hoofddorp voor een bewakingsbataljon was en gelijktijdig is gebouwd, en verband hield met, de magazijnen in de Geniedijk (zie 'MOB' in Nieuwsbrief 173). Het bestaande gebouw is laag en heeft een oppervlakte van ongeveer 200 m2. Van een ooggetuige weten we dat het fort zelf als munitieopslag is gebruikt, vermoedelijk door de Luchtmacht (zie 'Ooggetuige over Fort bij Hoofddorp' in Nieuwsbrief 259).

Uit het B.A.B.O.V. archief blijkt dat in april 1956 de directeur Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen (L.J. Spanjaardt Speckman) een nota doorstuurde naar de Eerstaanwezend Ingenieur Haarlem. Deze nota kwam van de Chef Luchtmachtstaf en gaat over 'Complex Nieuwbouw Fort Hoofddorp'. De functie werd omschreven als "oplegging van mobilisatie- en oorlogsvoorraad voor de K.Lu." en moest onder andere "voorzien in de ruimte die te Weesp verloren gaat". In Weesp ging het om de Opslagplaats Weesp ('Marinecomplex') en Kamp De Roskam.

Hieronder volgt een samenvatting van de gewenste bouwwerken. Het geeft een beeld van de functie voor Schiphol en wellicht komt het bestaande gebouw er in voor?

1) Onverwarmd magazijn van 250 m2 voor 124 valtanks en 4 dubbel-camouflagenetten (7,7 m3 p.st.) voor vliegtuigen. Maar ook herstellingsmaterieel van een Luchtmacht Genie Peloton: verlichtingsuitrusting/aggregaat, kleine asfalteringsinstallatie, betonmolen, wegwals, tractor en grondverlichter;
2) Eenvoudig afdak van 395 m2 als opslagplaats voor versperringsmaterieel zoals concertina's, prikkeldraadrollen, friese ruiters en palen;
3) Verwarmd magazijn van 400 m2 voor 16 werkplaatswagens en mobiele installaties, tevens magazijnvoorraden vliegtuigonderdelen;
4) Motor Transport (M.T.) platform van 1500 m2;
5) Waterreservoir van 128 m3;
6) Statische faciliteiten "ten behoeve van 600 man personeel, welke in tijd van oorlog in een school kunnen worden ondergebracht, welke voor zover mij bekend in de nabijheid zal verrijzen, of in tenten op de aangrenzende landerijen. Deze statische faciliteiten bestaan uit keukens, toiletten, wasgelegenheid enz.";
7) Omheining.

De magazijnen zijn nooit gebouwd, vermoedelijk omdat de redeployment status van Schiphol verviel en anders omdat het terrein te klein was mede met een mogelijke verdubbeling van magazijnen 1 t.e.m. 3 in gedachte.
En helaas, geen gebouw van 200 m2.

Fort bij Hoofddorp: <https://www.stelling-amsterdam.nl/forten/hoofddorp/>
Nieuwsbrief 173: <https://www.stelling-amsterdam.nl/150-174/nieuwsbrief-173.htm>
Nieuwsbrief 259: <https://www.stelling-amsterdam.nl/250-274/nieuwsbrief-259.htm>
Opslagplaats Weesp: < https://www.stelling-amsterdam.nl/bunkers/weesp-marinecomplex/>
Kamp De Roskam: <https://www.stelling-amsterdam.nl/bunkers/weesp-kamproskam/>

 

Deze nieuwsbrief is een uitgave van het Documentatiecentrum Stelling van Amsterdam. De redacteurs en auteurs aanvaarden geen aansprakelijkheid, op welke wijze ontstaan, door het gebruik van de inhoud van de website, nieuwsbrief of andere publicatie, door welke persoon en voor welk doel dan ook. Wij hebben ons best gedaan om alle rechthebbenden op deze website / nieuwsbrief te achterhalen. Eenieder die meent dat zijn/haar materiaal zonder voorafgaande toestemming hier is gebruikt, verzoeken wij om zich tot ons te wenden. Bij gebruik als bron voor publicaties en andere uitingen is bronvermelding verplicht en tevens wordt deskundige begeleiding, door bijvoorbeeld de redacteur of auteur, aanbevolen. In de nieuwsbrieven weergegeven meningen zijn een deel van een column of strikt persoonlijk tenzij expliciet anders is aangegeven. 'Majoor Van Hall' en 'Soldaat Troelstra' zijn fictieve militairen uit het verleden die dienen als pseudoniemen voor verschillende personen. Activiteiten zoals rondleidingen worden mogelijk door andere partijen georganiseerd en de verantwoordelijkheid voor inhoud, uitvoering e.d. ligt geheel bij de betreffende partij. De inhoud van een nieuwsbrief wordt na publicatie niet meer gewijzigd en kan later onjuist zijn gebleken of niet meer van toepassing zijn. De auteursrechten berusten bij René G.A. Ros tenzij anders is aangegeven.

 

Stelling van Amsterdam op Twitter Stelling van Amsterdam op Facebook Doc.centrum Stelling van Amsterdam op LinkedIn
Stelling van Amsterdam op foto-site Instagram Stelling van Amsterdam op video netwerk YouTube

Deze website wordt verzorgd door particuliere experts en is geen website van een overheid.
Alle rechten voorbehouden, o.a. gebruik door commerciële partijen alleen met voorafgaande toestemming.
Stelling van Amsterdam. Een stadsmuur van water.
UNESCO Werelderfgoed sinds 1996
Het Kenniscentrum Waterlinies (KCW) verzamelt, onderzoekt, borgt en verspreidt kennis over de Hollandse Waterlinies: de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam. (Advertentie)
 
 
 
Het Kenniscentrum Waterlinies (KCW) verzamelt, onderzoekt, borgt en verspreidt kennis over de Hollandse Waterlinies: de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam. (Advertentie)