Ingenieur Kraijenhoff(Ingenieur Krayenhoff, Generaal Krayenhoff, Generaal Kraijenhoff) |
Naam voluit: |
Cornelis Rudolphus Theodorus, baron Kraijenhoff (Kees) |
||||||||
Geboren: |
2 juni 1758, Nijmegen (Gelderland) |
||||||||
Overleden: |
24 november 1840, Nijmegen (Gelderland) |
||||||||
Herbegraven: |
18 juli 1914, Nijmegen (Gelderland) |
||||||||
Levensloop: |
Kees Kraijenhoff werd op 2 juni 1758 in Nijmegen geboren. Zijn moeder is Clara Jacoba de Man en zijn vader is Cornelis Johannes Kraijenhoff, militair ingenieur. Zoon Kees was de derde van acht kinderen, de anderen waren allen dochters. JeugdIn zijn autobiografie spreekt Kraijenhoff alleen van een buitenplaats waar zijn vader hem als klein jongetje de beginselen van de vestingbouwkunde leerde door met een schepje kleine fortificatiën op te werpen. In 1777 ging hij naar de "Harderwijksche hoogeschool" waar hij kennis maakte met ene Herman Willem Daendels (1762-1818). Na drie jaar, in 1780, studeerde Kraijenhoff af in filosofie. In 1784 gevolgd door geneeskunde waarna hij zich als arts vestigde in Amsterdam. Hij nam daar actief deel aan de diverse kunst- en wetenschappelijke genootschappen. Op 20 maart 1788 trouwde hij in Harderwijk met Johanna Geertruida van der Plaat (*Grave, †6-11-1827 Grave). Uit dit huwelijk zijn twee zoons voortgekomen: Cornelis Johannes (*21-12-1788) en Johan (29-10-1790). Beide hadden een militaire carriere die begon aan de Militaire School in Zutphen. Franse InvalAl snel sloot Kraijenhoff zich, uit ontevredenheid over de situatie in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, aan bij de hervormingsgezinde Patriotten. Vanaf 20 september 1787 zou hij de inundaties en batterijbouw rond Amsterdam tegen het Pruisische leger (zie Patriotten) hebben gecoördineerd maar al op 24 september nam hij ontslag*. Daendels was inmiddels brigadier-generaal in het Franse leger van Pichegru. Met het leger van Pichegru kwamen de beide mannen over de bevroren rivieren terug in Holland. Kraijenhoff werd toen door Daendels belast met de eervolle maar gevaarlijke opdracht om de Patriottische revolutie in Amsterdam alsnog te laten slagen. Zijn geweldloze missie werd een succes en Kraijenhoff werd de commandant van het Amsterdamse garnizoen. Korte tijd later werd hij vervangen door een Franse generaal maar dat betekende juist het begin van zijn militaire carrière. |
||||||||
"Generaal Daendels neemt te Maarssen afscheid van luitenant-kolonel C.R.T. Kraijenhoff, die naar Amsterdam wordt gezonden om een omwenteling in het stadsbestuur te bewerkstelligen, 18 januari 1795". Door Adriaan de Lelie, Egbert van Drielst. (Afbeelding: Collectie Rijksmuseum Amsterdam.) | |||||||||
Bataafs-Franse TijdNa enig aandringen nam hij op 8 maart 1795 het bevel over de Nederlandse garde op zich met de rang van luitenant-kolonel bij de generale staf. Korte tijd later werd hij benoemd tot "adjunct inspecteur-generaal der rivieren" en "adjunct-controleur der Hollandsche fortificatiën". Het gezin Kraijenhoff woont in 1795 korte tijd in Muiden.
In 1806 werd de Bataafse Republiek het Koninkrijk Holland met Lodewijk Napoleon, de jongste broer van Keizer Napoleon Bonaparte, als koning. Deze staatsvorm-wisseling kon Kraijenhoff niet bekoren. Op het persoonlijke vlak was dat blijkbaar wel het geval en werd Kraijenhoff door de koning benoemd tot zijn adjudant. Drie jaar later, in mei 1809, benoemde de koning hem tot Minister van Oorlog, maar nog geen jaar later, maart 1810, werd hij eervol ontslagen. De keizer was er achter gekomen dat de Amsterdamse Linie in opdracht van Lodewijk Napoleon werd aangelegd tegen de mogelijke komst van keizerlijke troepen. Kraijenhoff was in onmin bij de keizer geraakt en wilde uit militaire dienst treden maar zijn vele ontslagaanvragen werden geweigerd. Hij werd op 21 september 1810 benoemd tot inspecteur-generaal der genie in het Franse leger en had daarnaast nog diverse andere functies. OnafhankelijkheidNa het verlies van de Slag bij Leipzig door Keizer Napoleon (16-19 oktober 1813) brokkelde het gezag van de Fransen langzaam af en trokken zich geleidelijk terug of werden door Russische Kozakken verdreven. Op 30 november keert Prins Willem Frederik van Oranje-Nassau bij Scheveningen terug en aanvaardt deze binnen enkele dagen in Amsterdam zijn rol als souverein vorst. Pas na internationale goedkeuring (Congres van Wenen) verklaard hij zichzelf op 15 maart 1815 Koning der Nederlanden. Koninkrijk der Nederlanden In 1814 werd Kraijenhoff benoemt tot Inspecteur-Generaal der Fortificatiën en van het Korps Ingenieurs, Mineurs en Sappeurs en der Pontonniers. Hij is onder andere betrokken bij de tracébepaling en de aanleg van de Nieuwe Hollandse Waterlinie.
In 1824 was als aanvulling op de Vesting Nijmegen, ten westen van die stad, een fort aangelegd. Het lag op de zuidelijk Waaloever, nabij de Weurtseweg, en was voorzien van een bomvrij reduit. Helaas eindigde zijn glansrijke carrière met een schandaal. In 1825 was een onderzoek ingesteld naar fraude door genieofficieren bij de aanleg van de Wellington-Barrière in de Zuidelijke Nederlanden (het latere België). Kraijenhoff zou daar bij betrokken zijn geweest en hij werd op non-actief gesteld. NadagenHij vestigde zich weer in zijn geboorteplaats Nijmegen en kocht er een groot huis aan het Bosch. Hij wijdde zich aan studie op het gebied van krijgswetenschap en natuurkunde. Op 16 juni 1830, net 72 jaar geworden, trouwde hij te Amsterdam met Johanna Schuijt, zijn tweede vrouw. Op 15 Juni 1837 overleed zij. Het werd hem te eenzaam in het grote huis aan het Bosch en hij verkocht het in 1839. Drie jaar na zijn tweede vrouw stierf Kraijenhoff op 24 november 1840 te Nijmegen "ten gevolge van eene spoedig toenemende borstziekte en bijkomend verval van krachten, in den ouderdom van 82 jaar en bijna 6 maanden."
HerbegrafenisWellicht is het zijn grootste vestingbouwkunde misser, maar zijn Fort Kraijenhoff bleek niet het eeuwige bestaan te hebben.
(vert. Latijn: De maker van de kunst gaat heen, zijn werk blijft bestaan) De door Koning Willem II geplaatste grafsteen werd naar het Kraijenhoffpark verplaatst.
Cornelis Rudolphus Theodorus Kraijenhoff was de "opperbestuurder van 's Lands fortificatiewerken" maar ook een van de grootste ingenieurs van zijn tijd. De twee grootste veldheren van de 19de-eeuw, Napoleon en de hertog van Wellington erkenden zijn uitstekende bekwaamheden. |
|||||||||
Bron: | Krantenartikelen uit de Provinciaal Geldersche en Nijmeegsche Courant van 1840 en 1914 geleverd door Dhr. E.K. Kam, Numaga; * Volgens Van den Bergh, niet genoemd door Uitterhoeve. |