Sluit [X]   
 

Kassier-generaal van Gelder in 1880: geboren

© 1999-2024, René G.A. Ros
Laatst gewijzigd 29-1-2024

Donateur worden?

Nieuwsbrief Stelling van Amsterdam

Nieuwsgierig? Lees deze nieuwsbrief maar!Nieuwsbrief 387

Nieuwsbrief Stelling van Amsterdam
Thema: Gas-gas-gas! (deel 1/2)
14de jaargang, nummer 387, 8 februari 2012

Een nieuwsbrief over de website Stelling van Amsterdam met informatie over militair erfgoed in de regio Groot-Amsterdam.
https://www.stelling-amsterdam.nl/nieuwsbrief/

 

Inhoud

Deze nieuwsbrief is deel 1 van de thema-nieuwsbrief 'Gas-gas-gas!' en heeft de volgende onderwerpen:

Deel 2 verscheen in Nieuwsbrief 389 met deze artikelen:

  • Demobilisatie van de gasdienst
  • Verdrag van Genève - Den Haag
  • Jij weet waar Indië het mosterdgas haalde - Batujajar (Indonesië), Zaanstad
  • Gifgas in de Bloemendaalse duinen - Bloemendaal
  • B2 Namous - Béni Ounif (Algerije)

 

Inleiding

Beste lezer,

Gasmasker aan het hek van Fort bij Spijkerboor.Hartelijk welkom bij de 60ste thema-nieuwsbrief van deze website. In een thema-nieuwsbrief gaan alle artikelen over hetzelfde onderwerp en dat is deze keer 'chemische oorlogsvoering'.
Dit eerste deel van de thema-nieuwsbrief 'Gas-gas-gas!' gaat over de periode tot en met 1918.

Het eerste artikel gaat over het boek 'De geest in de fles' dat de aanleiding en voornaamste bron voor deze thema-nieuwsbrief is. Alleen het tweede artikel is daar niet uit afkomstig en beschrijft het eerste praktische gebruik van strijdgassen in een inundatiestelling tijdens de Eerste Wereldoorlog.

De daarop volgende artikelen vatten informatie uit het boek samen voor zover mij dat relevant leek voor de Stelling van Amsterdam en de vestingbouw in het algemeen. Met een aantal aanvullingen en toelichtingen mijnerzijds. Mijn dank en waardering aan H. Roozenbeek en J. van Woensel, de auteurs van het boek, voor hun kritische blik op deze thema-nieuwsbrief.
Voor meer informatie raad ik natuurlijk van harte aan om het boek te lezen.

Bekijk de nieuwsbrief op: https://www.stelling-amsterdam.nl/nieuwsbrief/2012/nieuwsbrief-387/
Overig kort nieuws op het Stelling Forum: https://forum.stelling-amsterdam.nl/nieuw/

Deel 2 van deze thema-nieuwsbrief zal op 22 februari verschijnen. De volgende normale nieuwsbrief zal waarschijnlijk op 15 februari verschijnen.

Met vriendelijke groet,
René Ros

Tip: houd de cursor boven elke afbeelding om een beschrijving te zien.

 

Gas-gas-gas!

boek 'De geest in de fles'De Stelling van Amsterdam heeft toch niets met strijdgassen te maken? Behalve de mosterdgasproductie door de Artillerie Inrichtingen dacht uw auteur dat ook toen hij eindelijk het boek 'De geest in de fles' begon te lezen. Dat werd een verrassing...

Het boek 'De geest in de fles' (H. Roozenbeek en J. van Woensel, mei 2010) gaat over de betrokkenheid van de Nederlandse defensie met de chemische oorlogvoering.
De aanleiding vormde een artikel van Mark Traa in HP/De Tijd waarna de minister van Defensie opdracht tot een onderzoek gaf aan het Nederlands Instituut voor Militaire Historie.
Aan bod komen onder meer de gifgasoefeningen tijdens de Eerste Wereldoorlog, de mosterdgasfabriek voor Nederlands-Indië en de na-oorlogse proeven. Geïllustreerd met veel niet eerder gepubliceerde afbeeldingen.

De auteurs omschrijven het begin en einde van hun verhaal als volgt:
"In 1917 beschikte het gemobiliseerde Nederlandse leger over een voorraad strijdgassen en de middelen om deze in te zetten. De voorbereidingen waren in 1915 begonnen, slechts enkele weken nadat chemische strijdmiddelen voor het eerst op grote schaal waren ingezet. Tachtig jaar later, in 1997, vestigde het hoofdkwartier van de Organisation for the Prohibition of Chemical Weapons (OPCW), de organisatie die toeziet op de naleving van het Chemisch Wapenverdrag, zich in Den Haag."

'Geest in de fles' bestellen bij Bruna
'De Russen komen! van Mark Traa
Nederlands Instituut voor Militaire Historie

N.B. De Stelling-website wordt een aantal keer genoemd in de annotaties. Tevens is een rapport over de mosterdgasproductie aan de auteurs beschikbaar gesteld.

 

Gasaanvallen op een inundatiestelling aan de IJzer

Tekst: Jaap van Welsen†.
Volledig artikel verscheen eerder als 'Het leven in een inundatiestelling' in het tijdschrift Saillant (nr. 4, 2010).

Aflossing van de wacht van een voorpost via een passarelle, een loopbrug.Op 4 augustus 1914 overschreden Duitse troepen de Belgische grens. De door moderne vestingwerken beschermde stad Luik werd binnen enkele dagen genomen. Het Belgische veldleger trok daarop medio augustus strijdend terug op het nationaal reduit, de Stelling van Antwerpen.

Onder de druk van hevige beschietingen gevolgd door aanvallen en een dreigende insluiting besloot de Belgische legerleiding begin oktober het veldleger terug te nemen in de richting van de rivier IJzer. Het noordelijke stroomgebied, vanaf Diksmuide, is een polderland dat zich uitstekend leent voor inundatie. Door zich daar te verschansen, konden de Belgen het laatste stuk van hun eigen land voor een Duitse bezetting behoeden.

Franse troepen in de sector Ieper werden op 22 april 1915 verrast door de eerste aanval met het verstikkende chloorgas. Ook de aanleunende, meest zuidelijke Belgische 6e divisie werd, zij het in beperkte mate, hierdoor getroffen. Haar rechter vleugel werd bedreigd doordat de Fransen terugweken. Doch de Belgische divisie wist zich in haar stelling achter het kanaal van Ieper naar de IJzer te handhaven. Mogelijk werden de gaswolken door deze waterloop gehinderd of geblokkeerd.

Belgische soldaten met het Dräger gasmasker.Natuurlijk zochten de geallieerden onmiddellijk naar beschermingsmiddelen. Op tijdens tegenaanvallen gevangen genomen Duitsers werden stoffen, bevochtigde mondmaskers buit gemaakt. Deze dienden als voorbeeld voor de rudimentaire gasmaskers die de Belgen kort daarna kregen. Zij bestonden uit enkele geïmpregneerde lappen gaas die de mond en de neus bedekten en met twee linten achter het hoofd werden vastgebonden. Een afzonderlijke caoutchouc bril met mica glazen beschermde de ogen.

De lappen moesten nat gemaakt worden. Daartoe liet een divisiecommandant bakken met water in de loopgraven plaatsen. Indien er geen water beschikbaar was, moest men desnoods op het masker plassen, aldus een officier: “Beter urine in mond en neus dan dood.” De artsen kregen opdracht, dagelijks te controleren of de maskers nog voldoende nat waren.
Allengs werden betere maskers ontwikkeld en verstrekt. Menig soldaat wende zich aan, met het gasmasker op te slapen om niet door het verstikkende gas verrast te worden.

De verdedigers merkten dat intensief geweer- en kanonvuur de gaswolken verdunden en verspreidden. Dit was ook het geval met vuur. Daarom moesten in de buurt van de loopgraven brandbare spullen worden klaargelegd zoals stro, hout, katoenbundels en tonnetjes met petroleum. Bij een gasaanval werd dit brandbare materiaal over de borstwering gegooid, met petroleum besprenkeld en in brand gestoken. Al deze tegenmaatregelen schonken de troep spoedig het vertrouwen, een gasaanval te kunnen overleven.

Na augustus 1915 heeft de Belgische frontsector een tijd lang niet of nauwelijks te lijden gehad van gasaanvallen. Dat veranderde in augustus 1917. Toen kregen Belgische genisten bij Nieuwpoort een aanval met het mosterdgas te verwerken. Daarna bleven de Belgen vanaf begin 1918 tot het einde van de oorlog af en toe met gasgranaten bestookt worden.

 

Proeven en fabricage strijdgas

Foto fabriek Zwijndrecht: website De Vergulde Swaen.
Foto hospitaalsoldaat met gasmasker: Nederlands Instituut voor Militaire Historie.

De chemische fabriek in Zwijndrecht.Binnen een maand na het eerste gebruik van gifgas door de Duitsers, spraken het hoofd van het Scheikundig Laboratorium van de Artillerie-Inrichtingen J.D. Berkhout en de directeur van de Sociëteit voor Chemische Industrie "Katwijk" dr. G.C.A. van Dorp elkaar. Mogelijk op initiatief van de opperbevelhebber van Land en Zeemacht generaal C.J. Snijder.

In de daaropvolgende offerte stelde Van Dorp dimethylsulfaat en fosgeen voor als mogelijke strijdgassen en deed voorstellen voor de grondstoffen en de productie.
Er werd geld vrijgemaakt en begonnen met kleinschalige productie voor proefnemingen met dimethylsulfaat en later kwam zwaveldioxide in beeld.

Gekozen was voor verstuiving en niet voor te verschieten gasgranaten. In voorjaar 1916 werden pas de eerste proeven met gasgranaten genomen bij de Legerplaats bij Oldebroek. Maar gasgranaten, met chloor of fosgeen, zouden een lastig en tijdrovend verhaal worden en niet tot inzetbare resultaten leiden. De Fabriek voor Chemische Producten te Vondelingenplaat voltooide pas in 1918 een proeffabriek voor fosgeen.

Vooraanzicht van militair van de geneeskundige troepen met gasmasker.De zwaveldioxide werd door de N.V. Vereenigde Chemische Fabrieken geproduceerd en opgeslagen in hun fabrieken bij Kralingse Veer en Zwijndrecht.
Minister van Oorlog Jhr.Mr. B.C. de Jonge vond de bouw van een derde zwaveldioxidefabriek "in hooge mate gewenscht". In mei 1917 diende het Munitiebureau een voorstel in voor een, door het rijk te financieren, fabriek binnen de Stelling van Amsterdam maar dat is nooit gerealiseerd.
Wel werd het Scheikundig Laboratorium, o.l.v. ir. A.J. der Weduwen, van de Artillerie-Inrichtingen het 'spin in het web' van het Nederlandse onderzoek voor chemische oorlogvoering.

Het vanaf medio 1916 door de diverse fabrikanten geleverde stikgasmateriaal zoals loopgraafketels werd grotendeels opgeslagen op het terrein van het Munitiebureau op de Marinewerf, het huidige Marine-etablissement Kattenburg, in Amsterdam.
In maart 1918 of later werd het materieel ter camouflage "in grijs groene kleur (...) met donkergroene onregelmatige vlekken" geverfd en formeel overgedragen aan de opperbevelhebber. Het bleef op de Marinewerf of bij de fabrieken opgeslagen en onderhouden.

Marine-etablissement Kattenburg
Legerplaats bij Oldebroek
Artillerie-Inrichtingen
'Guanofabriek Zwijndrecht' op website De Vergulde Swaen
Het is een ingenieursoorlog: Chemie in militaire dienst in Nederland 1914-1925
Minister van Oorlog Jhr.Mr. B.C. de Jonge

 

Inzet van strijdgassen

Foto militairen met gasmaskers: Nederlands Instituut voor Militaire Historie.
Met dank aan: Wiecher de Vreeze.

Militairen met gasmaskers in een loopgraaf tijdens hun opleiding op de Gasschool in Utrecht.Gedurende de gehele mobilisatie van de Eerste Wereldoorlog gaf luitenant-kolonel Merens leiding aan de gasdienst bij het Algemeen Hoofdkwartier. In overleg met de commandanten van de linies werd door hem de ligging en sterkte van de gasstations verkend en bepaald. En tevens waar gasvoorraden voor inzet aan het front op aanvullingsplaatsen paraat werden gehouden.
De commandanten mochten er echter niet van uitgaan dat zij het strijdgas daadwerkelijk konden inzetten op het moment dat zij daar behoefte aan hadden. Daarvoor was de beschikbare hoeveelheid zwaveldioxide te beperkt.

De gasstations moesten gemakkelijk per boot vanaf de zwaveldioxidefabrieken bij Kralingse Veer en Zwijndrecht bereikbaar zijn. Daarnaast moesten ze goede wegverbindingen met de aanvullingsplaatsen hebben.
Technisch personeel van de gasdienst bemande de gasstations onder leiding van gasofficieren. Op afroep van het gasstation werd het gas met tankschepen en eventueel met spoorwegtankwagons aangevoerd.

De aanvullingsplaatsen lagen op 500 tot 1.500 meter achter de voorste verdedigingslinie. Deze werden vanuit de gasstations bevoorraad, meestal met aanvoertanks door vrachtauto's van de Motordienst.
Op de aanvullingsplaatsen werden deze aanvoertanks gebruikt om de loopgraafketels en -cilinders te vullen.

Gasoefenruimte op de Elias Beekmankazerne te Ede.Als de aanvullingsplaats moeilijk per vrachtauto bereikbaar was, zouden de loopgraafketels en -cilinders al op het gasstation worden gevuld. Om vervolgens per bakauto -een verbouwde personenauto- naar de aanvullingsplaats gereden te worden en daar geruild te worden met lege tanks.

Waar in de Stelling van Amsterdam gasstations werden voorzien is niet bekend. De Stellingcommandant maakte er in zijn dagboek geen melding van.
Het lijkt logisch dat de gasstations op de sectorparken gevestigd zouden worden aangezien die goede vaar- en landverbindingen hadden.
Er zijn archiefstukken uit tweede helft van 1917 over verkenningen in de Groep Naarden*. Onder andere wordt gesproken over verbetering van wegen, een noodbrug over de Vecht en het bouwen van aanlegsteigers. Er werd echter geen geld voor vrij gemaakt.

De gascompagnieën waren alleen verantwoordelijk voor de aanvoer terwijl de normale infanterie het strijdgas daadwerkelijk zou inzetten. Vanaf juni 1917 oefenden de infantierie-eenheden van Veldleger en linies zich met het strijdgasmaterieel.
Die oefeningen vonden veelal bij forten maar ook in het open veld plaats, op verschillende locaties in het midden en vooral het zuiden van het land. Daarbij werden loopgraven aangelegd om de praktijk zo goed mogelijk te benaderen.
De plaatsnaam Udenhout (Loonse en Drunense Duinen?) is van een fotobijschrift van een dergelijke oefening bekend. De scriptie 'Gas' van Wiecher de Vreeze noemt Fort Steurgat en de Stelling van de Monden der Maas maar ook de Woensdrechtse, de Rucphense en de Arnhemse heiden.

* Nationaal Archief, 2.13.70, inv. 627.

Sectorparken
Nederlands Instituut voor Militaire Historie
Stelling van de Monden der Maas en het Haringvliet

 

Oefenings-gasstation Zwetsplaat

Fragment topografische kaart 1915: WatWasWaar.nl
Fragment luchtfoto 2010: Google Maps.

Topografische kaart met de Zwetsplaat.Om de manschappen van een gascompagnie vertrouwd te maken met "voornamelijk het manoeuvreren met de aanvoertanks, het overtappen van het vloeibare gas in die tanks en het vullen van ketels" werd een "oefenings-gasstation" ingericht.

In 1917 werd het eiland Zwetsplaat in de Beneden-Merwede nabij Gorinchem gevorderd. Aanvankelijk alleen als 'Opslagplaats voor Stikgasmaterieel", een veilige ligplaats voor de tankschepen met zwaveldioxide en de opslag van gevuld stikgasmaterieel.
De opleidingen vonden toen plaats bij de zwaveldioxidefabriek te Kralingse Veer maar vanaf 1 mei 1918 op de Zwetsplaat.
In oorlogstijd zou het bovendien voor delen van de Nieuwe Hollandse Waterlinie als gasstation kunnen dienen.

De manschappen voor de gascompagnieën kwamen in groepjes van tien man naar de Zwetsplaat voor een meerdaagse training. Luitenant Thonus was de beheerder en had met luitenant Van Stolk de leiding over de oefeningen. Kapitein De Reede zorgde voor de aanvoer van 140 ton zwaveldioxide, vier aanvoertanks en 250 loopgraaftanks compleet met spuitbuizen en slangen.
Omdat de werkzaamheden in oorlogstijd vooral 's nachts zouden moeten plaatsvinden, vonden er ook nachtelijke oefeningen plaats. Tijdens alle oefeningen bleef het vee gewoon op het eiland.

Recente luchtfoto met de Zwetsplaat.Op 18 april 1918 werd de opslagplaats door de Gasdienst overgedragen aan de "Chef der Inundatiën bezuiden de Lek" van de NHWL*
Na de mobilisatie werd het oefenings-gasstation op de Zwetsplaat afgestoten. De opslagloods en aanlegsteiger werden vermoedelijk verkocht en het eiland aan de eigenaar teruggegeven.
Een deel van het eiland Zwetsplaat is tegenwoordig nog te herkennen in de Beneden-Merwede. Je kan het vanaf de brug van de A27 zien liggen.

* Nationaal Archief, 2.13.70, inv. 627.

Zwetsplaat op WatWasWaar.nl
Zwetsplaat op Google Maps

 

Deze nieuwsbrief is een uitgave van het Documentatiecentrum Stelling van Amsterdam. De redacteurs en auteurs aanvaarden geen aansprakelijkheid, op welke wijze ontstaan, door het gebruik van de inhoud van de website, nieuwsbrief of andere publicatie, door welke persoon en voor welk doel dan ook. Wij hebben ons best gedaan om alle rechthebbenden op deze website / nieuwsbrief te achterhalen. Eenieder die meent dat zijn/haar materiaal zonder voorafgaande toestemming hier is gebruikt, verzoeken wij om zich tot ons te wenden. Bij gebruik als bron voor publicaties en andere uitingen is bronvermelding verplicht en tevens wordt deskundige begeleiding, door bijvoorbeeld de redacteur of auteur, aanbevolen. In de nieuwsbrieven weergegeven meningen zijn een deel van een column of strikt persoonlijk tenzij expliciet anders is aangegeven. 'Majoor Van Hall' en 'Soldaat Troelstra' zijn fictieve militairen uit het verleden die dienen als pseudoniemen voor verschillende personen. Activiteiten zoals rondleidingen worden mogelijk door andere partijen georganiseerd en de verantwoordelijkheid voor inhoud, uitvoering e.d. ligt geheel bij de betreffende partij. De inhoud van een nieuwsbrief wordt na publicatie niet meer gewijzigd en kan later onjuist zijn gebleken of niet meer van toepassing zijn. De auteursrechten berusten bij René G.A. Ros tenzij anders is aangegeven.

 

Stelling van Amsterdam op Twitter Stelling van Amsterdam op Facebook Doc.centrum Stelling van Amsterdam op LinkedIn
Stelling van Amsterdam op foto-site Instagram Stelling van Amsterdam op video netwerk YouTube

Deze website wordt verzorgd door particuliere experts en is geen website van een overheid.
Alle rechten voorbehouden, o.a. gebruik door commerciële partijen alleen met voorafgaande toestemming.
Stelling van Amsterdam. Een stadsmuur van water.
UNESCO Werelderfgoed sinds 1996
'Kennismaken met de Stelling van Amsterdam' is een gratis interactief e-book over de Stelling. (Advertentie)
 
 
 
'Kennismaken met de Stelling van Amsterdam' is een gratis interactief e-book over de Stelling. (Advertentie)