Marine-etablissement Kattenburg('s Rijks Marine Dok, Rijks Maritime Dok, 's Rijks Werf, Rijksmarinewerf, Marinewerf, Marine-etablissement Amsterdam, Marinecomplex Kattenburg, Marinekazerne Amsterdam (MKAD), Facilitair Steunpunt Amsterdam) |
Gelegen in Amsterdam ten noordoosten van de oude stad en aan de noordzijde en oostzijde grenzend aan het IJ en de Zuiderzee. |
|
Doel: |
Geen doel binnen de Stelling. Doelen waren achtereenvolgens de scheepsbouw van m.n. grote schepen, magazijnen en later opleidingen en onderzoek. |
Personeel: |
997 "bijltjes" (in 1811 met plannen voor 2800 scheepstimmerlieden), 2000 (1885) |
Historie: |
Zie Historische kalender. |
Omschrijving: |
Het huidige Marine-etablissement van de Koninklijke Marine had geen directe functie binnen de Stelling. Alleen door de locatie werd het beschermd door de Stelling en er was om dezelfde reden ook een plan om de marinehaven in Den Helder op te heffen en naar Amsterdam over te plaatsen. Het Zuiderzee-flottielje had Den Helder als thuishaven maar werd in Amsterdam bevoorraad. Admiraliteit van AmsterdamEind 1654 kreeg de Admiraliteit van Amsterdam (de marine) op de westelijke zijde van het eiland Kattenburg grond toegewezen voor een nieuw pakhuis en een scheepswerf, in ruil voor de inrichtingen op Uilenburg en Rapenburg. (De VOC had een eigen werf op een ander eiland: Oostenburg.) Eenmaal op de nieuwe locatie begon men met de bouw van het Groot Zeemagazijn naar een ontwerp van Daniel Stalpaert. Dat brandde in 1791 helemaal af en werd in een iets eenvoudiger vorm herbouwd op dezelfde locatie. RijksmarinewerfVanaf circa 1825, zeker in 1895, was het 's Rijks Marine Dok een dok, door de Oosterdijksluis afgesloten van het getij in het IJ en de Zuiderzee. Aan de zuidzijde bevonden zich de meeste hellingen. Rondom het dok, op een smalle strook opgeworpen land, stonden diverse magazijnen en andere gebouwen. Rond 1890 zijn dat o.a. gebouwen voor het Magazijn voor Kleding en Levensmiddelen der Marine en het Centraal Vischtorpedo Magazijn. De Torpedodienst was destijds een veelbelovend, modern wapen. Er was een torpedo-inschietplaats in Zijkanaal F. Diverse opleidingen waren er op de werf gevestigd zodra het belang van de scheepsbouw afnam. De leerling-matrozen verbleven op een logementschip. In 1905 werd de Dienst der Draadloze Telegrafie opgericht en gevestigd aan boord van het wachtschip Hr.Ms. Admiraal van Wassenaer. In het begin van 1904 was al de eerste verbinding gemaakt tussen Amsterdam en Kampen. Op 9 november 1904 stuurde de commandant van de Hr.Ms. Hertog Hendrik vanaf de Noordzee een telegram aan Koningin Wilhelmina in Amsterdam. Dit centraal station voor draadloze telegrafie werd in Amsterdam gevestigd vanwege de Stelling en het feit dat koningin en regering in geval van oorlog in de stad zouden verblijven. Bij Koninklijk Besluit van 9 februari 1914 (nummer 17) werd tot opheffing van de 's Rijks Werf besloten. Tijdens de mobilisatie in het najaar van dat jaar werden wel de opgelegde schepen weer gebruiksklaar gemaakt en andere lopende projecten afgerond. Op 3 juli 1915 was het werk afgerond en werd de werf feitelijk opgeheven. Vice-Admiraal G.F. Tydeman (Tideman) was de laatste Directeur Commandant der Marine te Amsterdam. Tijdens de watersnoodramp 1916 werden de projectielen van Sectorpark Zaandam, afd. Munitie hier ondergebracht. |
Een fragment van een stadskaart uit circa 1950-1957 met het Marine-etablissement. | |
|
Marine-etablissementVolgens een brief d.d. 21 augustus 1920 van het Hoofd van het Bureau Internering was op dat moment geïntereerd Duits oorlogsmaterieel opgeslagen: 46.490 geweren, 11.930 karabijnen, 61.183 bajonetten, machine-geweren en bommenwerpers. Rond de mobilisatie van 1939/1940 was de naam Commandement Maritieme Middelen in gebruik. Er waren tijdens de Duitse inval geen gevechtshandelingen rond Amsterdam behalve het bombardement van Vliegkamp Schiphol. Een landingsdivisie van de Mariniers Kazerne hielp met het veiligstellen van de goudvoorraad van De Nederlandsche Bank. En het Buiten-IJ werd afgesloten en bewaakt. Vanaf half november 1947 was het hoofdkwartier van de hoogste maritieme bevelhebber, de Commandant der Zeemacht, in Amsterdam gevestigd totdat deze in november 1949 naar Den Helder verhuisde. Mogelijk was deze gevestigd in de voormalige Mariniers Kazerne of Groot Scheepsmagazijn. Rond 1960 werd overwogen om het complex naar het Militair Terrein Zeeburg te verplaatsen. De begrootte kosten van 40 miljoen gulden werden echter te hoog bevonden. In de jaren 1980 en 1990 verdwenen veel opleidingen. En rond 2000 is het Wervings en Selectiecentrum van alle defensie-onderdelen er gevestigd. Vanaf 2015 is een deel van het terrein openbaar toegankelijk. Zie ook Marechaussee Post Kattenburg. |
Omgeving: |
De omgeving van het terrein is sterk veranderd. De toegang tot het IJ is geblokkeerd door de IJ-dijk en later de spoordijk. De scheepsbouw is vrijwel geheel uit de buurt verdwenen en vervangen door woningen en industrie. Het Bijltjespad en de Marinierskade herinneren indirect aan de geschiedenis van het gebied. Van de gebouwen van voor de 20ste-eeuw aan de Kattenburgerstraat zijn de Werfpoort, de 17de-eeuwse gebouwen naast het zeemagazijn en zeemagazijn zelf behouden. In de noordwesthoek van het terrein staat ook nog een - voor mij onbekend - oud gebouw. |
Eigenaar: |
Terrein: Ministerie van Defensie |
Gebruiker: |
Terrein: Koninklijke Marine |
Gebruik: |
Terrein: Opleidingen |
Monument status: |
Rijksmonument (alleen Admiraliteitszeemagazijn en Straatgevel) |
|
Verlichtingspark | Marinevliegkamp Schellingwoude |