Sluit [X]   
 

Radiotechnicus Pennekamp in 2015: overleden te Driebergen-Rijsenburg, Utrecht

© 1999-2024, René G.A. Ros
Laatst gewijzigd 29-1-2024

Donateur worden?

De Stelling van Amsterdam - Documenten

Fortmanoeuvres 1903

Hieronder volgen de volledige krantenartikelen die gedurende de periode van 19 juni tot en met 28 september in het Haarlems Dagblad verschenen (auteur onbekend). De oefening zelf vond plaats van 15 tot en met 26 september en omvatte de Positie bij Spaarndam en het Fort bij Penningsveer.
De afbeeldingen behoren niet tot het originele verslag. De genoemde datum is de dag waarvan verslag wordt gedaan, meestal stond het verslag de volgende dag in de krant.

Toegewezen troepen volgens ministerieel besluit
De Staf van Den leider, den Commandant der Stelling van Amsterdam
Verdedigende partij (15 t.e.m. 26 september) Aanvallende partij (21 t.e.m. 26 september)
De Staf van den Commandant der Verdedigende Partij (zie Luitenant Meys) De Staf van den Commandant der Aanvallende Partij
eene Compagnie van IIIde Bataljon 4de Regiment Infanterie Staf en 3 Compagnieën IIIde Bataljon 4de Regiment Infanterie
Vde Bataljon 7de Regiment Infanterie  
2, 4, 6, 7 en 10de Compagnie 2de Regiment Vesting Artillerie een Compagnie 2de Regiment Vesting-Artillerie
  Batterij 2de Regiment Veld-Artillerie
detachement Korps Genietroepen w.o. telegraaf, telephoon en zoeklicht  
  detachement Korps Pontonniers
detachement Eskadron Ordonnansen  
detachement Trein  
detachement Hospitaalsoldaten  

De volgende artikelen zijn opgenomen:

19 juni - Fort manoeuvres

Tenten op het Fort aan de Liede, 1916.

Tenten op het Fort aan de Liede, 1916.
Foto: collectie Nationaal Militair Museum / Jaap de Zee

Naar wij vernemen zullen op het Fort aan de Liede van 19-28 september a.s. grote manoeuvres gehouden worden. Op het fort worden loodsen gebouwd, waar de soldaten, die van alle artillerie- en geniekorpsen uit Nederland komen, zullen verblijf houden. Gisteren werd het fort door een tiental Indische officieren bezocht.

25 juni - Haarlemmerliede en Spaarnwoude

De alhier van 15 tot 26 september a.s. te houden militaire oefeningen schijnen belangrijk te zullen worden; batterijen zullen n.l. voor die dagen worden opgeworpen, terwijl meerdere vuurmonden worden aangevoerd.

17 augustus - Stadsnieuws

Te Beverwijk, Spaarndam en Halfweg zijn de noodige militairen ingekwartierd of in de forten gehuisvest voor het doen der noodige voorbereidenden werkzaamheden in verband met de groote najaarsoefening in de stelling van Amsterdam.

9 september - Stadnieuws

Naar wij vernemen zullen bij de groote manoeuvres, welke alhier de volgende week onder Haarlemmerliede gehouden zullen worden, niet minder dan 1700 man de forten te Haarlemmerliede en Spaarndam betrekken. Bij enkele boeren kamperen op het erf tot zelfs 50 man toe in de bekende zeildoeken tenten.

14 september - Spaarndam

Buiten de bezetting der forten zullen alhier van 15 – 18 september worden ingekwartierd:
1 officier een 12 minderen en van 14 – 26 september: 4 officieren, 32 minderen en 17 paarden.

16 september - Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Alhier (met inbegrip van Halfweg) zullen Dinsdag 400 militairen worden ingekwartierd.
Door tussenkomst van de burgemeester zijn de bewoners der huizen in welker nabijheid kanonnen staan, aangeraden om, tegen het springen der ruiten, de ramen niet geheel te sluiten

Manoeuvres:
Van 15 tot en met 26 september worden manoeuvres gehouden in de stelling van Amsterdam.
De onderstelling luidt,dat de bezetting der forten wordt aangevallen door troepen, die van zeezijde het land binnen komen dringen. Deze troepen zijn ingekwartierd in de dorpen bij de forten.

17 september - Fort manoeuvres

Bij de fort manoeuvres in de Stelling vaan Amsterdam die Dinsdag aanvingen, treedt op als commandant der aanvallende afdeeling luitenant-kolonel Helbach, ter vervanging van overste Schwarz die ziek is. Donderdag begint de eigenlijke manoeuvre. Dan zal een compagnie uit Haarlem als aanvallende troep daaraan deel nemen. Zaterdag een tweede compagnie.

18 september - Fortmanoeuvres

Naar wij vernemen is een afdeeling Telegraaf van de Genietroepen te Utrecht alhier bezig een telegraaflijn langs den spoorlijn tussen Haarlem een Halfweg aan te brengen ten dienste van de te houden fortmanoeuvres.

19 september - Oefeningen Stelling van Amsterdam

Heden, Vrijdag, komen de laatste militairen, die deel moeten nemen aan de oefeningen in de Stelling, aan.
Behalve talrijke bezettingen der forten Spaarndam, Liede en Penningsveer zijn er meer dan 800 militairen bij de ingezetenen ingekwartierd.

21 september - De manoeuvres

Aan de fortmanoeuvres in de stelling van Amsterdam nemen deel van 15 september af: het 3e bataljon 7e regiment infanterie; de 2e, 4e 6e, 7e, en 10e compagnie van het 2e regiment alhier in garnizoen; een detachement genietroepen, telegraaf en telephoonpersoneel, personeel tot bediening van het electrisch zoeklicht; een detachement van het escadron ordonnansen; een detachement trein; een detachement hospitaalsoldaten.
Dit personeel wordt gebezigd voor verdedigende partij en is ondergebracht in de forten in de positie bij Spaarndam, een op het fort Penningsveer, zoomede op de daartussen gelegen terreinen.
Bedoeld personeel brengt voor zooveel nodig die forten en terreinen geheel in gereedheid voor de verdediging. Verder nemen van 21 tot 26 september aan de fortoefeningen deel: De 3 overige compagnieën van het bataljon infanterie alhier in garnizoen; een compagnie van het 2e regiment vesting-artillerie uit Naarden; een batterij van het 2e regiment vesting-artillerie; een detachement van het korps pontonniers tot het slaan van bruggen enz; een stoomsloep van de marine.
Teneinde de troepen uit dit garnizoen op voldoende sterkte aan de oefeningen te doen deelnemen is van de bataljon uit Leiden op heden aangekomen een verstrekking van ± 220 man en 8 militaire wielrijders.
De eigenlijke oefeningen beginnen Maandagmorgen. In het hotel Funckler hebben generaal Kool, commandant der stelling Amsterdam, en andere hoofd- en subalterne officieren hun intrek genomen.
In een tijdelijke onbewoond huis in de Nassaustraat is en telegraafkantoor door de genie ingericht.

22 September

Heden trok een trein veldartillerie ter deelneming aan de fort manoeuvres, uit de richting Den Haag, door onze stad en begaf zich in de richting Sandpoort.

De manoeuvres.
De troepen, die aan de manoeuvres in den omtrek van Haarlem deelnemen, zijn ondergebracht als volgt:
De aanvallenden partij te Zandvoort, Bloemendaal, Sandpoort en Velsen; de verdedigende partij te Spaarndam, Haarlemmerliede en Spaarnwoude.
Terwijl de aanvallende partij grooten deels bij particulieren is ingekwartierd, is de verdedigende partij meerendeels in de forten ondergebracht. Deze laatste zijn geheel voor logies ingericht en doen in dat opzicht niet onder voor een gewonen kazerne.
Voor beide partijen wordt door het Rijk in de voeding voorzien. De aanvallende partij ontvangt deze uit het levensmiddelenmagazijn te Haarlem. De verdedigende partij uit een tijdelijke levensmiddelenmagazijn te Halfweg (in de suikerfabriek.)

Militaire bakkerij
De Militaire Bakkerij in de Conradstraat in Amsterdam.
(Foto: © René Ros, 2002)

Het brood voor alle troepen wordt verstrekt uit de militaire bakkerij te Amsterdam.
Als leider van de oefeningen treedt op de Generaal-majoor Kool, commandant van de stelling van Amsterdam; als commandant van de aanvallenden partij de luitenant-kolonel Helbach van het 4e regiment Infanterie, als commandant van de verdedigende partij de luitenant-kolonel Buena de Mesquita.
Behalve van de munitie voor het doen van losse schoten uit kanonnen, mortieren, houwitsers, geweren, karabijnen en revolvers, zal ook nog gebruik worden gemaakt worden van drijvende petroleumlichters, lichtfakkels vuurpijlen, enz.

23 September - De manoeuvres

De commissaris de Koningin bezoekt Vrijdag officieel Haarlemmerliede, Schoten en Spaarndam.

De voorposten-gevechten zijn in vollen gang. Hier en daar vallen schermutselingen voor. Maandagochtend is de vijand zijn aanval begonnen en omstreeks twaalf uur is het fort te IJmuiden gevallen, waarna de vijandelijke troepen landinwaarts trokken.
Het hoofdkwartier van den vijand, de aanvallende partij, werd te Duinlust gevestigd. Vandaar werden de bewegingen der troepen geregeld.
Overal langs de wegen zijn posten uitgezet. Zoo is er een voorpostenlinie van Haarlem af tot aan den Slaperdijk bij Sandpoort toe, terwijl verkenningsposten tot dicht onder de in staat van verdediging gebrachte vesting te Spaarndam naderen.

Soldaat in een schuilplaats

Soldaat in een schuilplaats, vermoedelijk tussen Spaarndam en De Liede.
(Bron: collectie René G.A. Ros)

Gisteren in den middag werden door de veldbatterijen die hier en daar bij boerderijen, goed verscholen, langs de weg naar Sandpoort zijn opgesteld, onophoudelijk op het fort gevuurd.
Het vuur werd echter niet door de vesting beantwoord, doch eerst tegen den avond gaven de aangevallenen teekenen van leven. Met de hel-lichtende zoeklichten werd van de forten uit het terrein verkend en getracht om de stelling der artillerie te vinden.
Of dit gelukt is weten wij natuurlijk niet dat is het geheim van de fortverdediger. Maar wel dat de zoeklichten Sandpoort als bij dag verlichten.
Een wielrijder van de forten, uitgezonden om het terrein van den vijand op te nemen, wist door alle schildwachten heen te Sandpoort aan te komen, doch werd daar door de wacht herkend, aangehouden, van zijn wapenen beroofd en als gevangenen naar het hoofdkwartier gevoerd.
De verdedigers worden door een seinendienst op de hoogte gehouden van de bewegingen der vijandelijke troepen. Tussen Penningsveer en Spaarndam is de Lagendijk in staat van tegenweer gebracht. Achter verschansingen van aarde een hout staan afstand tot afstand de geschutstukken, de 15 cM mortieren, opgesteld.
Het torentje van Spaarndam doet dienst als waarnemingspost.

Hedenmorgen om 7 uur werden de oefeningen hervat. Langs den weg van Haarlem naar Sandpoort treft men overal de aanvaller aan, hier kleine patrouilles, daar weer militaire wielrijders, op kleine afstanden van elkander veldposten, gelegerd in linnen tenten verder op bevelvoerende officieren te paard, vergezeld van hunne adjudanten,enz.
Het is een beveel, gedraaf, gerij en geloop, een ongekende drukte en bedrijvigheid heerscht in de anders zo stille dorpjes.
Onder bevel van kapitein Van Sprengel deed hedenmorgen een troep infanterie, gedekt door veldartillerie, eene openlijke verkenning tot ongeveer 600 M van het fort, waar ze echter stuitte op eene ijzerdraad versperring. Maar ook door het hevige kanon- en geweervuur van de verdediger moesten de verkenners de aftocht blazen. Zij bereikten allen ongedeerd weder Sandpoort. Langzamerhand trekken de vijandelijke troepen, geruggesteund door de artillerie, op Spaarndam aan.
Hedenmiddag werd wederom bij boerderij Zorgvliet nabij den Slaperdijk, een 8 cM vuurstuk opgesteld, om daarmede hedenavond het fort te bestoken. Zoodra de veldbatterijen alle in stelling zijn gebracht, zal onder bescherming daarvan, de aanval door de infanterie op het fort te Spaarndam geschieden.
Algemeen wordt de grote slag a.s. Donderdagavond verwacht Belangstellende kunnen wij aanraden eens een kijkje in Spaarndam te gaan nemen. Met het oog op de afgezette wegen na 5 uur des avonds, komt het ons voor dat men de oefeningen aldaar het best zal kunnen zien.

24 September

We gingen Dinsdagmiddag het terrein van den strijd, die dezer dagen in de nabijheid van Haarlem gevoerd wordt, eens opnemen.
Reeds in de verte kondigden doffe slagen aan dat de artillerie van beide partijen elkaar bestookten. Den weg naar Sandpoort volgend – ons doel was eens te zien hoever de aanvaller reeds gevorderd was - zagen wij de omgeving zoo rustig en vredig dat we ons moeilijk konden voorstellen in een streek te zijn, die door den geesel des oorlogs geteisterd werd, maar bij Schoten vertoonde zich aan ons oog dreigend een batterij, terwijl hier en daar een witte plakaat de plaats aanduidde waar een veldwacht was ondergebracht. Want het bleek dat we juist in de voorpostenlinie van de aanvallende krijgsmacht waren terecht gekomen. Tot hier de lijn langs den straatweg kon de aanvaller gedekt voorwaarts rukken en het verdere terrein tusschen den straatweg en de aangevallen forten is open. Tot hier had dan ook den vijand zijn aanvalsbatterijen vooruit geschoven. We hebben ons gewaagd in het open voorterrein, onveilig gemaakt door het artillerievuur, daar bewogen zich enkele sluippatrouilles van den aanvaller, terwijl men hier en daar tegen het groene gras zwarte vlekken ontwaarde, de door de veldwachten uitgezette dubbelposten.

Het voorpostendetachement, waarvan deze veldwachten waren uitgezonden, bleek te liggen op Middenduin, het gros te Duinlust.
Zoals men uit vroegere oorlogberichten in dit blad heeft kunnen zien, zijn de troepen, deels in tenten, deels bij de inwoners ondergebracht. We bezochten een veldwacht, gelegerd in een schuurtje, een andere had een stal betrokken en verlangde duchtig afgelost te worden, want men had ze al te lang op post gelaten. Tegen den ochtend was het nogal koud, zoo werd me verteld, maar overigens kon men zich best schikken en was zelfs liever op deze gevaarlijke posten aan den straatweg dan meer achterwaarts bij voorpostendetachement of gros, omdat dank zij de passage, hier nogal afleiding was.
Niettegenstaande de verschrikkingen van den oorlog bleek men goed voor den inwendige mens te zorgen, we zagen soldaten druk bezig met foerageren, Ook bleek ons dat de vijand voorlopig geen gebrek aan voedingsmiddelen zal hebben. Een batterij was opgesteld vlak naast een varkensslager, waar voor het raam keur van ham en spek was uitgestald, dat bij den dreun van elk schot allerverleidelijkst drilde. Ook zag men overal vee in de wei, dat gerequieerd kon worden in geval van behoefte.
Een frisch blozende deerne vroegen we of ze niet erg geschrikt was van dat plotselinge krijgsgewoel en of de bevolking niet veel last had van het vreemde krijgsvolk.
Ze begon eerst te giechelen, maar antwoordde ten slotte dat ze niet zoo veel schrikachtig is en dat ze al die beweging wel aardig vindt. Ja,’t is meer gezien dat de dochteren des lands maar al te veel behagen vinden in den omgang met vijandelijke soldaten!

Het schieten had maar heel sporadisch plaats. Van tijd tot tijd vuurde een der batterijen, waarop de forten antwoordden. Aangezien we de postenketen niet mochten passeeren en er dus geen gevaar bestond dat wij het plan aan de bezetting der forten zouden medeelen, lichtte men ons in, dat om half drie een algemeen bombardement zou aanvangen als voorbereiding voor een algemeenen aanval om te drie uur. In de hoop verbazend gepaf bij te wonen en den aanval gade te slaan, wachtten we tot geruimen tijd na dat uur, maar er gebeurde niets en toen speet het ons weer dat we gewacht hadden omdat de lezers van Haarlems Dagblad eerst heden kennis kunnen nemen van dit getrouw verslag.
Den geheele avond rommelde en knetterde het geweervuur, donderde de zware vestingkanonnen, hetgeen uren in den omtrek werd gehoord. Het was een groote geschutaanval, welke gisterenavond onder begunstiging van een prachtige zomeravond werd uitgevoerd. Onophoudelijk flikkerde de vlammen uit de vuurmonden, die op de forten gericht waren, hetgeen beantwoord werd door het zwaar donderend vuur der vesting Penningsveer welk vuur zoo nu een dan door het fort te Spaarndam werd ondersteund. Alle ruiten in den omtrek dreunden, de dieren in de weide, niet gewoon aan oorlogstoestaand, hieven een angstig geloei aan, de honden op de boerderijen blaften tegen het ongekende lawaai en de rustige dorps- en stadsgenoten, die bij hunne woningen het overal weerkaatste gedonder hooren, zien in hunne verbeelding reeds de gruwelen van een werkelijken oorlog voor zich afspelen.
Den geheelen avond duurde dat geknetter der geweren, dat gerommel der kanonnen, en het paffen der kardoezen.
Omstreeks 10 uur werd het nachtelijk duister eensklaps verbroken door een fel-verblindend zoeklicht van het fort Penningsveer, en zag men overal in het veld de troepenbeweging, kleine snel voortbewegende troepjes militairen, die het terrein verkenden. Plots wordt het zoeklicht gedoofd, en alles in het duister gehuld aan ons oog onttrokken zijn de aanvalstroepjes. Doch slechts voor een oogenblik. Nauw doen de metalen vuurmonden der aanvallers zich weer hooren, of daar valt de lichtgolf weer meer in de richting, vanwaar het geluid kwam, en wordt als enige begroeting ,een bulderend kanonschot door de verte afgeschoten.
Tot 12 uur gaat dit zoo door, waarna de vijandelijkheden worden gestaakt om hedenmorgen weder met frisschen moed aan te vangen.

Eene wazige damp strekte zich nog over de velden en de verschillende kampementen uit, toen het eerste geweervuur werd gehoord en kleine schermutselingen van voorpostlinies weder een aanvang naamen.
Omstreeks 10 uur openden de batterijen op Zorgvrij hun vuur en werd aanhoudend het fort Spaarndam krachtig bestookt. Zoo nu en dan bulderde het vestingkanon terug, maar daar bleef het vandaag dan ook bij.
Tot laat in den middag werd de verkenning voortgezet, waarna alle posten zicht terug trokken, om hedenavond de aanval te hervatten.
Het hevigst zal nabij Spaarndam gestreden worden, doch daar de wegen daar heen zijn afgezet, zal men dit gevecht moeilijk kunnen gade slaan. En waagt het maar niet op de door de schildwachten afgesloten wegen te gaan, want dan zou het u kunnen gaat, als 2 personen, die gisteren in strijd met het verbod van den schildwacht den Slaperdijk opliepen, en even daarna door een troepje militairen onder schot werden genomen, zodat zij overijld door een sloot de vlucht moesten nemen en druipnat te Sandpoort terugkeerden.
Het schieten heeft,naar wij vernemen, toch slachtoffers geëist, namelijk tal van ruiten, die hier en in den omtrek zijn verbrijzeld.

25 September - De manoeuvres

Woensdagavond werd de aanval in hoofdzaak tegen het fort Spaarndam herhaald. Nadat de veldbatterijen den geheelen daag en vooravond op de sterke vesting hadden gevuurd, welk vuur zoo goed als onbeantwoord bleef, nam later op den avond het vijandelijk vuur zoowel dat der verdediging in hevigheid toe.
Omstreeks negen uur werd het dorp Sandpoort in rep en roer gebracht. Uit de richting Bloemendaal kwamen namelijk de aanvallers in grooten getale opzetten, bevelen werden gegeven, en sectie-gewijze marcheerde de troep af, langs den Slaperdijk en langs evenwijdig met deze dijk loopende wegen, om een aanval te beproeven op de sterke veste.
Eenigen tijd, nadat de aanvallers in de richting Spaarndam vertrokken, werden de verlichtende zoeklichten, thans door de nevel enigszins verflauwd, van het fort uit, zichtbaar, en weldra waren de oprukkende troepen niettegenstaande zij plat op den grond gingen liggen, opgemerkt en werd hevig geweervuur der belegerden op hen gericht.

Nauw was echter het zoeklicht weg of in versnelde pas vervolgden de aanvallers, waarbij een troepje pontonniers, voorzien van schuitjes om de fortgracht te vermeesteren, hun weg.
Halfweg Sandpoort - Spaarndam was een vijandelijke troep opgesteld om de aandacht der verdedigers af te leiden. Alle voorzorgsmaatregelen waren genomen om de aanval te doen slagen, krachtig rukte de infanterie onder beschutting der veldbatterijen, wier schoten den omtrek dezen dreunen, vooruit, doch het baatte niet veel.
De kanonnen der vesting konden niet tot zwijgen gebracht worden en de verdediging was zo hardnekkig dat de aanval ook nu weder geheel werd afgeslagen. “Toch zullen wij het niet opgeven”, zeide één der bevelvoerders der aanvallende partij, ”morgen, Donderdag, zullen wij met frischen moed beginnen”. Hieruit valt dus af te leiden dat zeerwaarschijnlijk de groote slag hedenavond zal plaats vinden. Ook de bezetting van het fort Penningsveer heeft Woensdag niet stil gezeten. Door kanongebulder, afgewisseld door kartetsvuur gaf zij meermalen tekenen van leven. En éénmaal was het aan de vlug op één volgende schoten te horen alsof de vijand in de stelling was. Inderdaad was dan ook door ordonnance bericht, dat de aanvaller in twee sloepen waren geland. Onophoudelijk weerklonken toen geweerschoten, terwijl de vuurmonden het werk der infanterie van de vesting krachtig ondersteunden. Zoo hevig onder vuur genomen zou de vijand bepaald de aftocht hebben moeten blazen, wanneer deze inderdaad geland was. Doch weldra kwam de ordonnance melden, dat een misverstaand had plaats gegrepen en de vijand zich nog niet vertoonden. Wel bleef men de gehele avond zeer waakzaam, doch vuren verminderde en te ruim elf uur hield het zoowel te Penningsveer en te Spaarndam als bij de aanvallende partij geheel op. De rust-toestaand was ingetreden.
Evenals vorige avonden woonden ook nu wedervele belangstellenden de manoeuvres bij.

Te Sandpoort heerschte eene ongekende bedrijvigheid. Door de dichte nevelen waarin het terrein gehuld was, was het moeilijk de oefeningen te volgen. Om de manoeuvres goed te kunnen zien, zou men men zich voor 5 uur naar Spaarndam moeten begeven, want na dien tijd worden de toegangswegen afgesloten. Om naar Sandpoort te gaan, is o.i. thans niet meer aan te raden, omdat men dan te ver van de stelling van den verdediger af is, beter is langs den Amsterdamschen Straatweg in de richting van Spaarndam te gaan daar het doel is door de fortenlinie te dringen tusschen de Oostlandersluis en de R. K .kerk te Spaarnwoude.

Van andere zijde bericht men ons welwillend nog het volgende: Positie van den aanvaller, ’s middags 3 uur vanaf Haarlem langs den Schoterweg, beginnend aan Ruimzicht met een veldpost, verder langs den geheelen Schoterweg op vooruitgeschoven posten tot Schoten, waar achter de school een veldpost met een 17 cM kanon; eveneens een op Schoteroord, verder langs de Schoterweg gedekt door huizen en bomenrand langs den weg tot Zorgvrij, waar een batterij van 3 groote stukken. Verderop het dorp Sandpoort bezet en in telephonische verbinding met de hoofdmacht der aanvaller in de richting Duinlust.
De verst vooruitgeschoven stelling was ongeveer 250 Meter verder dan den Slaperdijk. Daar waren een tweetal stukken 8 cM opgesteld. De batterijen vuurden langzaam bijna ombeurten.
Van den verdediger was weinig of niets te zien, dus tot 5 uur ’s middags.’s Avonds half acht uur vanaf Jan Gijzenvaart alles stil, geen troepen van den aanvaller te zien. Bij Café Limbach veel toeschouwers uit Haarlem, die natuurlijk het af- en aanlopen der infanterie met belangstelling gade slaan. Wij bestijgen onze rijwielen en trappen eerst naar de batterij op Zorgvrij, waar ’s middags 3 stukken in batterij stonden en nu slechts één.
Na een praatje met de bedieningsmanschappen, reden we over de Slaperdijk tot aan den tol, waar men ons niet wilde laaten passeren. Eindelijk eerbiedigde men ons pers-diploma en liet ons voorbij. Wij gingen den Slaperdijk verder op en werden natuurlijk telkens door de sluippatrouilles vastgehouden.

Plotseling doemde een donkere figuur ter zijde van den dijk op en hoorde men “Halt! Wie daar? 1 man voor” en na een onderhoud en het toonen van onze perskaart reden we verder. Wij kunnen niet genoeg de welwillendheid der officieren en het kader roemen, die ons alle mogelijke aanwijzingen deden. Eindelijk kwamen wij het Noorderfort te Spaarndam binnen, hetwelk verdedigd werd door geschut en van de zijde van den dijk door een 3 Meter brede ijzerdraadversperring, die verlicht werd door 6 acetyleenlantaarns, in een sinaasappelkistje geposteerd. Na de brug overgegaan te zijn waren we onder de wallen van het Noorderfort. Het Noorderfort bepaalde zich tot kanonvuur op den aanvaller. Wij reden door tot aan de veldtelegraafpost. Hier werd ons door één der hoofdofficieren de weg naar het Zuiderfort welwillend gewezen Na terug gereden te zijn, aangezien we te ver waren gegaan, kwamen we achter de wallen van het Zuiderfort, waar we plotseling op eenige kanonschoten (vlak boven ons hoofd afgevuurd) werden onthaald. De kanonnen der forten vuren om het half uur, totdat door den stellingcommandant door middel van vuurpijlen een teeken tot vuurversnelling wordt gegeven, zoodat ze zelfs om de 5 minuten kunnen vuren.
Hier in het Zuiderfort stonden de vier zwaarste stukken, vestinggeschut (24 / 15 mM) die in den stelling aanwezig zijn. Men hoorde in de verte geregeld tirailleursvuur, doch kon door de mist niet onderscheiden van waar dit kwam. Daarna wederom naar het Noorderfort, waar het zoeklicht nu in werking was en de geheele bezetting in actie. Na door een te trouwe plichtsbetrachting in de vorm van een artillerist, opgehouden te zijn, hielp een luitenant ons zeer welwillend verder, zodat we in staat werden gesteld om bij het zoeklicht op den wal de werking van het licht waar te nemen.
Vlak voor ons op den eersten wal zag men de bezetting met eenige revolverkanonnen, op het eerste teeken gereed om te vuren. Daar voor de vestinggracht met het door het zoeklicht verlichtte voorterrein, door den mist werd een eenigzins mystiek tintje over het landschap gelegd, waaruit men de boomtoppen als spoken zag oprijzen. Voor ons leeken, was het niet gemakkelijk waar te nemen, dat de vijand reeds voor de wallen was, doch dat hij daar stond, kon men opmaken uit het bevel om het langzaam vuren te openen. Plotseling hield het zoeklicht stil en bleef gericht op den ingang van het fort op pl.min. 500 Meter afstand. Ten einde echter nog meer te zien, gingen we uit het fort, door het met zoeklichten verlichte terrein naar den vijand, die echter zo goed opgeteld was, dat men hem niet eerder zag, vooral eer wij vlak bij waren.
Daar waren langs den kant van den dijk in de schaduw en eveneens aan de schaduwkant van der molen groepen soldaten met hoofdoff. en officieren opgesteld. Wij hielden daar even halt om het interessante schouwspel van het vurend fort met de tintelende lichtpuntjes van het geweervuur op den wallen te zien en werden toen gesommeerd door te rijden, omdat onze lantaarns enz. afbreuk zouden doen aan de manoeuvre. Na een ogenblik vertoefd te hebben te Sandpoort, waar de toeschouwers niets meer zagen dan het zoeklicht, reden we verder naar Haarlem terug, om morgenavond de manoeuvres verder te volgen

26 September (zaterdag ) - Manoeuvres

Woensdagavond is een onderofficier van het 7e regiment infanterie uit een schuit in de Mooie Nel gevallen; hij werd door zijn kameraden gered, maar zijn geweer is in de diepte verdwenen.

Soldaten (en paard) van het Fort benoorden Spaarndam.

Soldaten bij de woning van het Fort bij Penningsveer.
(Bron: Herinneringsalbum 1916, collectie René G.A. Ros)

’s Vijand’s landing bij Penningsveer mislukt. De aanvaller had Donderdag zijne stelling van 23 September van het Spaansch vaartje af tot benoorden Sandpoort wederom bezet, aangezien hij in den aanval op de stelling Spaarndam Zuider- en Noorderfort niet geslaagd was, ook de aanval op fort Penningsveer gelukte gisterenavond niet. Het vuur wordt gedurende den dag kalm onderhouden door 15 cM houwitser batterij op Zorgvrij en ook door de batterij op het exercitieterrein, welk Penningsveer onder vuur neemt. Heden, Donderdagavond, verwacht men wederom een aanval op de forten Spaarndam en Penningsveer.

’s Avonds 8 uur.
Prachtig weer, een heldere met sterren bezaaide hemel strekte zich boven ons uit, toen wij Donderdagavond den vesting-oorlog gingen bijwonen. Ingewijd in de militaire geheimen, wisten wij dat ’t hevigst gevochten zou worden tusschen Penningsveer en Spaarndam, alwaar de aanvallers eene landing zouden beproeven.
Daarheen was dus onze tocht gericht. Na eenige malen door schildwachten te zijn aangeroepen, kregen wij op onze legitimatiekaart doorgang en weldra bevonden wij ons op het oorlogsterrein, op den Lagendijk, te midden van donderende kanonnen en knetterend geweervuur, dat de stilte van den zomeravond in deze landelijke omgeving verbrak.
Op alle boerderijen was krijgsvolk gelegerd, hier was een waarnemingspost opgesteld, daar lag een troep verdedigers, die op het eerste sein gereed waren om krachtig tegen weer te bieden aan den vijand, die het zou wagen met bootjes de Mooie Nel over te teken.

De verdediger heeft heden een nieuwe batterij met versterkte bewapening ten N.W. van het richthuis (bij den toren van Spaarndam) opgeworpen, aangezien de stelling te zwak bewapend bleek. Toen wij de stad verlieten, bleek de vijand reeds geavanceerd te zijn, aangezien fort Penningsveer een gedurig vuur onderhield. In de stelling van den verdediger aangekomen was het zaak om uit de oogen te zien, en hielden wij bij een verdekte batterij , achter een boschje opgesteld, stil. Intusschen was het zoeklicht te Spaarndam in werking gesteld en kon men van dien kant een stuk geweervuur hooren. Dit was, naar men ons verzekerde, slechts om de aandacht van den verdediger, van het werkelijke punt van den aanval af te leiden. Toch nieuwsgieriger, zoals het een verslaggever past, reden we verder een kwamen aan de hoeve van den heer M.Warmerdam, waar we op een zeer belangrijk punt aangekomen waren, want hier zou de hoofdaanval plaats hebben.

Op dit ogenblijk was het kanonvuur het hevigst geworden. De zware schoten van het vestinggeschut waren boven alles te onderscheiden door hun scherpen knal. Naar wij vernamen, werd toen over de geheele linie aangevallen zoodat fort Penningsveer en de forten te Spaarndam werden geattaqueerd. De plaats waar de vijand wilde doorbreken, was echter bij de 7e batterij, waar wij ons bevonden. Er werd ons verzocht de lantarens der fietsen uit te doen en toen zag men slechts de silhouet van de boerderij tegen de lucht, waarboven, op het dak, zich de figuur van een luitenant aftekende. Beneden onderscheidde men een troep manschappen, gereed staande om te vuuren, langs de biezen en boschjes en den waterrand en op den weg, bewogen zich verschillende patrouilles, die gemeenschap met elkaar onderhielden.
Het kanon- en geweervuur hoorde men geregeld knetteren, ook van de zijde van Penningsveer. Plotseling riep een stem “Wat beweegt daar op het water?” en juist, alsof men te Spaarndam had verstaan, schoot en zoeklicht een zilveren straal over het watervlak en bescheen (hoewel slechts een ogenblik) eenige pontons met vijandelijke manschappen. De verdedigers openden onmiddellijk snelvuur, totdat men een der manschappen hoorde roepen “luitenant, de vijand is aan land!!”
Daarop begaven zich eenige secties naar den weg en namen het punt onder vuur, waar de vijand waarschijnlijk geland was. Na eenige tijd verschenen de scheidsrechters, en nadat dezen de verschillende posities van beide partijen, opgenomen hadden, besliste men dat de aanval onder omstandigheden als heden, nooit had kunnen gelukken, zodat deze was afgeslagen. De generaal schiep echter een anderen toestand. Er werd verondersteld, dat de vijand wel vasten voet had gekregen in den stelling, zoodat de verdediger een achterwaartse positie, loopenden langs de school achter Penningsveer en steunend op Spaarndam, innam. Na hevig vuurgevecht werd den vijand ook hier terug geslagen.
Eenigen tijd daarna zag men eerst van het fort Penningsveer twee roode vuurpijlen en toen twee dito van fort Spaarndam (het teeken dat de oefening geëindigd was) opgaan.

Hier niets meer te zien zijnde, reden we door naar Spaarndam en kwamen voorbij de nieuw ingegraven batterijen, waaruit nu en dan nog schoten vielen. De bewapening dezer batterijen bestond uit koperen mortieren.
Na door Spaarndam gereden te zijn, waar het zoeklicht, in de nabijheid van een ophaalbrug geplaatst, veel kijkers trok, reden we naar Haarlem terug, in de bevredigende wetenschap, dat de stelling Amsterdam hier den aanval op alle plaatsen glansrijk doorstaan had.
En dat geeft den burger moed.
Buitengewoon groot was het aantal toeschouwers, dat op den Amsterdamschen Straatweg, op den Spaarndammerweg en op den weg naar Schoten, de oefeningen gadesloeg.
De commissaris der Koningin in Noord-Holland, mr G van Tienhoven, bevond zich, vergezeld van eenige militaire autoriteiten, op den Lagendijk.

28 September (Maandag) - Manoeuvres

De laatste dag - De vijand nadert tot dicht bij Penningsveer.
Vrijdagmiddag 1 uur trad de oorlogstoestand weder in. Even daarna losten de zware veldartillerie weder hun vuur op de forten, en dat duurde min of meer den geheelen dag voort. Reeds vroeg in den avond rukten de aanvallers naar de vijandelijke stelling op onder dekking van het geschutsvuur.
Een troep van 50 man marcheerde van Sandpoort af en deed een schijnaanval op het fort Spaarndam om de aandacht van den hoofdaanval, welke bij Penningsveer zou geschieden, af te leiden.
Daar wij gaarne present zijn naar op het punt, waar de felste strijd gestreden wordt, waren wij reeds vroeg naar den Lagendijk getrokken, waar men door middel van het zoeklicht, dat thans aldaar, schuin tegenover de boerderij van N.Warmerdam, was opgesteld, een prachtig gezicht had over het geheelen terrein tot aan de lichtfabrieken te Haarlem toe. In afwachting van den grooten slag, welke in deze omgeving zou geleverd worden, hadden wij tijdelijk ons kwartier opgeslagen in de boerderij van genoemden Warmerdam, waar wij een gastvrij onthaal vonden. In de koeienstal, te midden van Kepi’s, kapotjassen, stroozakken, sabels en geweren, der ingekwartierden, zaten wij en andere collega’s heel gezellig rondom een tafeltje, waarop moeder de vrouw eene goedige ouderwetse boerin, ons het noodige opdiende, koffie, melk, botethammen, enz.
We knoopten met haar een praatje aan. Wel moedertje, vroegen we en hoe vindt je nu zoo’n vesting-oorlog.
Wel aardig, meneer, klonk het antwoord, alleen is het een beetje druk voor me. Maar ik heb goede hulp aan mijne 3 dochters. Zoo om de 14 dagen zouden de manoeuvres me wel lijken.
Nu, we zullen uw wensch eens overbrengen, maar of het veel zal helpen, dat betwijfelen we.
Even later kwamen de dochters met eenige vriendinnen binnen, allen blozende deerns, die weldra een aanval deden op de door ons meegebrachte chocolade.

Intusschen was de tijd van vertrekken aangebroken, want reeds dreunde de boerderij van het geweldige vuren der batterijen. Hoeveel krijgt u van ons, vroegen wij. 2 Cent voor een glas melk, dito voor een kop koffie en 5 cent voor met kaas bedekte boterhammen, luidde het antwoord.
Maar moedertje lief dat is toch geen geld voor zulke goede waar, op die wijze kan een mens nooit rijk worden: daarop antwoordde de goede ziel: ’t toch de kortende prijs, meheer...
Nu goed dan, maar dan wat er bij voor de spaarpot der kinderen! Daar had ze niets op tegen. Nog een woord tot afscheid en dan trokken zij verder naar buiten naar het oorlogsterrein, waar het toenemend vuren aankondigde, dat de vijand in aantocht was.

Het eerst wat wij zagen, was weer het zoeklicht. Honderden meter in den omtrek werden boerderijen, de landerijen, de hooischelven en het struikgewas bepaald fantastisch verlicht, om even daarna weder aan ons oog onttrokken en in dichte duisternis gehuld te worden..
Vooral het struikgewas leverde eene goede bedekking voor de aanvallers. Daarop werden dan ook meermalen de stralenbundels gericht. Op eens werd beweging ontdekt in de hoog opgaande heesters. Weldra werklonk het infanterievuur en de kreet: “De vijand nadert” zich langs de geheele linie horen. Heviger werd het geweervuur.
Ook links van den Veermolen zag men door het verlichtende zoeklicht het dunne geboomte bewegen, getuigend, dat ook daar de vijand reeds stelling genomen had. ’t Was een critiek ogenblik. Heviger en heviger werd het gevecht. Zwaar donderden de kanonnen van het fort, schel knetterde het geweervuur, hard ratelden de mitrailleurs der verdedigers. 't Ging er op of er onder. Aan beide zijden werd krachtig gestreden, de geest onder de manschappen was uitmuntend. Daar suisde een luchtpijl de lucht in met groene kogels, een teeken dat de reserve- troepen der Vinkenbrug moeten aanrukken.
“Die zullen er de pas in moeten zetten” verkondigde ons een korporaal, wiens handen jeukte om op den vijand in te gaan.
Voor ons hadden de verdedigers de vuurhouding aangenomen, om op het eerste sein den vijand de volle laag te geven. Steeds meer rukten de vijand op. Snel daalde het zoeklicht langs de velden, nu hier, dan daar gericht en overal zag men het spookachtig- bewegen der oprukkenden, hoorde men in de nabijheid de snel opeenvolgende salvo’s, overstemd door mitrailleurse schoten en kanongebulder. Daar wierp weder het zoeklicht zijne stralen over de vlakte, beschijnend het troepje aanvallers, dat tot vlak onder de veste, tot bij de ophaalbrug is genaderd. Thans is het gevecht op heet hevigst. Het daverde in den omtrek van het geweldig vuren. ’t Was een spannend ogenblik. Plots gingen een tweetal roode vuurpijlen op, het sein dat de strijd geëindigd is. De hoornblazer gaven het sein: ’ophouden met vuren' en weldra was langs de gehele linie de rust- en vrede toestand ingetreden. Nog enkele schoten uit de batterijen werden gelost, en daarmede waren de manoeuvres geëindigd.
De aanvallers marcheerden af, de belegerden trokken zich in hunne vesten of boerderijen, waar zij gelegerd waren, terug en ook wij gingen huiswaarts, met de overtuiging, dat de fortmanoeuvres, welke van 21 tot 26 September in de stelling Amsterdam werden gehouden, uitstekend geslaagd zijn.

De volgende Order is uitgevaardigd:

Officieren, onderofficieren, en soldaten!
Bij het einde van onze oefeningen in de Stelling van Amsterdam, is het mij een aangenaame taak U allen mijn tevredenheid te betuigen over den daarbij aan de dag gelegden ijver en Uw uitstekend gedrag.
Is in deze dagen van U veel gevergd moeten worden onder bezwarenden omstandigheden, voor zoover ik heb kunnen nagaan, hebt Ge U van de opgelegde verplichtingen steeds naar behoren gekweten.
Ook omtrent den omgang met de burgerbevolking zijn mij geene wanklanken ter oore gekomen, integendeel meen ik, dat door dit samenzijn gedurende eenige dagen een hernieuwd bewijs geleverd is, dat het Nederlandsche Leger zich met de burgerij één voelt.
In het vertrouwen, dat onze arbeid in den afgelopen dagen ook het zijne moge hebben bijgedragen om het groote verdedigingsvermogen van het Nederlandsche polderland in het licht te stellen en ten goede zal komen aan onze voorbereiding voor de verdediging van het Vaderland nodig ik U allen uit, voor ons scheiden, met mij in te stemmen in een driewerf

LEVEN DE KONINGIN.

Hoofdkwartier Haarlem, 26 September 1903
De Generaal-Majoor
Commandant der Stelling van Amsterdam
Leider der oefeningen,
P.C.Kool

(Bron: Artikelen uit het Haarlems Dagblad, met dank aan J. de Vries, Spaarndam)

Stelling van Amsterdam op Twitter Stelling van Amsterdam op Facebook Doc.centrum Stelling van Amsterdam op LinkedIn
Stelling van Amsterdam op foto-site Instagram Stelling van Amsterdam op video netwerk YouTube

Deze website wordt verzorgd door particuliere experts en is geen website van een overheid.
Alle rechten voorbehouden, o.a. gebruik door commerciële partijen alleen met voorafgaande toestemming.
Stelling van Amsterdam. Een stadsmuur van water.
UNESCO Werelderfgoed sinds 1996
Fort Resort Beemster herbergt een van de meest luxueuze wellnessresorts met hotel van Nederland. In de karakteristieke sfeer van het fort beleeft u wellness zoals u nog nooit heeft ervaren. (Advertentie)
 
 
 
Het Kenniscentrum Waterlinies (KCW) verzamelt, onderzoekt, borgt en verspreidt kennis over de Hollandse Waterlinies: de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam. (Advertentie)