Soldaat Caun |
Naam voluit: |
Salomon Caun |
||
Geboren: |
23 maart 1887, Amsterdam (Noord-Holland) |
||
Overleden: |
29 januari 1959, Heerde (Gelderland) |
||
Levensloop: |
Zijn vader was Simon Salomon Cohen Caun (*27-2-1833) die door het overlijden van zijn eerste vrouw Rebekka Trompetter (*22-11-1828, †9-2-1871) en zijn tweede vrouw Rosette Vorsänger (*24-7-1834, †18-2-1882) weduwnaar werd. Uit het tweede huwelijk waren een zoon Karel Michiel en een dochter Julie voortgekomen. Ondanks enkele lichamelijke gebreken en een ingediend bezwaar werd de 1,60 meter lange magazijnbediende ingelijfd voor de militieplicht. Op 6 maart 1907 begon Salomon's eerste opkomst bij het 7de Regiment Infanterie in Amsterdam dat duurde tot 29 april 1908. In 1911 en 1913 keerde hij terug voor herhalingsoefeningen van resp. zes en twee weken.
Op 1 augustus 1914 werd ook hij gemobiliseerd en was vermoedelijk, in ieder geval in 1916, gelegerd op Fort benoorden Purmerend. Ondertussen was hij op 8 januari 1919 in Amsterdam met Rika Leezer (1892-1975) getrouwd. Uit dit huwelijk kwamen de dochters Sonja (Sara) en Betty (Bertha) en een zoon Simon voort. |
||
Groepsfoto van militairen die een prikkeldraadversperring bij Fort benoorden Purmerend aanleggen, vermoedelijk augustus 1914. Salomon Caun zit rechtsvoor met een rol prikkeldraad in zijn handen. Fortcommandant J. van Nijdam staat geheel links. | |||
Zoon Simon was in 1942 afgereisd naar 'een werkkamp' en vernam zijn familie niets meer; vermoedelijk is hij direct na aankomst in Auschwitz om het leven gebracht.
Na de oorlog heeft Salomon een aantal jaar als verkoper gewerkt in een herenkledingwinkel op de Nieuwendijk in Amsterdam. Hij maakte lange dagen omdat hij elke dag met de trein tussen Heerde en Amsterdam reisde. Salomon overleed op 29 januari 1959, 71 jaar oud, in Heerde en werd begraven op de Joodse begraafplaats Luurderschans in het nabijgelegen Zwolle. In 1980 werd de gehele begraafplaats geruimd en de graven overgebracht naar de Joodse begraafplaats Kuyerhuislaan. Van de 1.004 militairen die in 1915-1916 in de vijf forten in de gemeente Beemster waren gelegerd, is hij één van twee Joodse overlevenden. Van 44 militairen is bekend dat ze tijdens de Tweede Wereldoorlog in concentratiekampen zijn overleden. (Zie thema-nieuwsbrieven 'Wie waren de 1.004 militairen in de Beemster?' deel 1 en deel 2.) |
|||
Bron: |
Freek en Lou† van Beetz (kleinzoons), Nationaal Archief controlelijsten onderofficieren en minderen |
||
Foto's: | collectie Lou van Beetz† |