Soldaat Cornelissen |
Naam voluit: |
Wilhelmus Jan Cornelissen |
||||
Geboren: |
12 juni 1892, Haarlemmerliede & Spaarnwoude |
||||
Overleden: |
25 maart 1967, Haarlemmerliede & Spaarnwoude |
||||
Levensloop: |
Wilhelmus Jan Cornelissen sr. werd op 12 juni 1892 in de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude geboren, en heeft zijn hele leven in Halfweg gewoond. Zijn vader was Willem Cornelissen (1865-1924) en zijn moeder Trijntje van der Meer (1870-1925).
Als twintigjarige werd hij, als loteling ter volledige oefening, op 20 september 1912 ingelijfd als milicien-soldaat bij het 10e Regiment Infanterie, 2e Bataljon, 3e Compagnie. Dit regiment lag in garnizoen in de Koudenhorn Kazerne te Haarlem. Om onbekende reden(en) verbleef hij van 25 november 1912 tot 3 februari 1913 in de ziekenkamer, met uitzondering van twee dagen verlof met Kerstmis. En van 31 februari tot 12 april 1913 wederom in de ziekenkamer. Ook Cornelissen moest op 1 augustus 1914 opkomen voor de mobilisatie van 1914. Net als andere jonge infanteristen in de regio, werd hij niet op een fort van de Stelling gelegerd. De tien prentbriefkaarten die hij aan zijn latere vrouw stuurde, geven een beeld van de sfeer, data en locaties. Haar broer Manus Griffioen (1893-1974) zat bij de 2e Compagnie (2-III-10) en wordt op de kaarten genoemd. Volgens een prentbriefkaart van 23 september 1914 zaten hij en Manus toen nog in Haarlem. Enkele citaten uit de teksten van de kaarten luiden:
In de eerste acht maanden van 1915 kreeg hij heel onregelmatig verlof van meestal 3 of 6 dagen en eenmalig 14 en 30 dagen. |
||||
Een groep militairen poseert, in een bosrijke omgeving op zandgrond, rond een tafel. Cornelissen zit geheel rechts op een stoel. Foto: collectie Documentatiecentrum Stelling van Amsterdam. |
|||||
|
In een familie-album werd een groepsfoto met hem en zeven militairen gevonden, waar een nazaat bij had geschreven: "Opa Cornelissen in Brabant aan de grens 1e W.O.". Toen hij 25 jaar was geworden, ging Cornelissen op 1 augustus 1918 over naar de Landweer en wel bij het 26e Bataljon. Het moederregiment daarvan is niet het 10e Regiment Infanterie maar het 21e in Den Helder en Hoorn. Hij trouwde op 19 september 1917 met Cornelia Griffioen (1894-1995). Uit dit huwelijk kwamen twee dochters en vier zoons voort. Aanvankelijk was hij timmerman in het aannemingsbedrijf van zijn vader, later werd hij bietenagent en vervolgens inspecteur bij de suikerfabriek in Halfweg. Hij was actief in het lokale verenigingsleven. Op 1 oktober 1919 ging hij met groot verlof en drie dagen later ontving hij zijn (eerste?) "Rijbewijs voor het besturen van motorrijtuigen in het algemeen". Zijn "Rijksgoederen", kleding en uitrusting moest hij op 6 december 1927 inleveren op de Koudenhorn Kazerne. Op 40-jarige leeftijd volgde in 1932 ontslag van de dienstplicht. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij hoofd van de Gemeentelijke Luchtbeschermingsdienst van Haarlemmerliede c.a. Mogelijk was hij ook lid van het verzet. Wilhelmus Jan Cornelissen overleed, 74 jaar oud, op 25 maart 1967. Zijn vrouw Cornelia Griffioen werd 101 jaar oud en overleed in 1995. |
||||
Bronnen: |
Diverse documenten W. Cornelissen sr. (collectie Documentatiecentrum Stelling van Amsterdam) en controlelijst Nationaal Archief. |
||||
Foto's: | collectie Documentatiecentrum Stelling van Amsterdam. |