Sluit [X]   
 

Gevangene Koolhoven in 1905: aangewezen voor de militieplicht, bij absentie

Donateur worden?

© 1999-2024, René G.A. Ros
Laatst gewijzigd 9-12-2024

Mensen

Soldaat Cornelissen

Wilhelmus Jan Cornelissen

Naam voluit:

Wilhelmus Jan Cornelissen

Geboren:

12 juni 1892, Haarlemmerliede & Spaarnwoude

Overleden:

25 maart 1967, Haarlemmerliede & Spaarnwoude

Levensloop:

Wilhelmus Jan Cornelissen sr. werd op 12 juni 1892 in de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude geboren, en heeft zijn hele leven in Halfweg gewoond. Zijn vader was Willem Cornelissen (1865-1924) en zijn moeder Trijntje van der Meer (1870-1925).

Wilhelmus Jan Cornelissen
Cornelissen kort na zijn inlijving bij het 10e Regiment Infanterie, wiens nummer op kraag en riem staat.
Foto: collectie Documentatiecentrum Stelling van Amsterdam.

Als twintigjarige werd hij, als loteling ter volledige oefening, op 20 september 1912 ingelijfd als milicien-soldaat bij het 10e Regiment Infanterie, 2e Bataljon, 3e Compagnie. Dit regiment lag in garnizoen in de Koudenhorn Kazerne te Haarlem. Om onbekende reden(en) verbleef hij van 25 november 1912 tot 3 februari 1913 in de ziekenkamer, met uitzondering van twee dagen verlof met Kerstmis. En van 31 februari tot 12 april 1913 wederom in de ziekenkamer.
In mei kreeg hij twee dagen verlof maar ook twee dagen kwartierarrest wegens "Zijn pioniergereedschap bij een uitrukkenden dienst thuis gelaten". Op 14 juni 1913 was zijn eerste opkomst beëindigd en ging hij met groot verlof naar huis. Per 1 oktober 1913 werd hij administratief overgeplaatst naar het 3e Bataljon, 4e Compagnie (4-III-10).

Ook Cornelissen moest op 1 augustus 1914 opkomen voor de mobilisatie van 1914. Net als andere jonge infanteristen in de regio, werd hij niet op een fort van de Stelling gelegerd.
Op 11 september 1914 kreeg hij twee dagen kwartierarrest wegens "Zonder geldige redenen uitgerukt zonder ransel en toebehoren".

De tien prentbriefkaarten die hij aan zijn latere vrouw stuurde, geven een beeld van de sfeer, data en locaties. Haar broer Manus Griffioen (1893-1974) zat bij de 2e Compagnie (2-III-10) en wordt op de kaarten genoemd. Volgens een prentbriefkaart van 23 september 1914 zaten hij en Manus toen nog in Haarlem.

Enkele citaten uit de teksten van de kaarten luiden:
"Er werd daarnet verteld dat we hier acht dagen blijven en dan weer naar andere plaatsen." (Valkenswaard, 3-10-1914)
"Ik meende je eerst een brief te schrijven, maar ik zie geen kans om hem vol te krijgen. Morgen misschien wel, dan gaan we vertrekken dus weet ik misschien wel weer wat nieuws te melden." (Valkenswaard, 15-10-1914)
"Goed overgekomen hoor! Zeg het ook even bij me thuis als je wilt." (Aalst, 16-10-1914)
"Gisteravond heb ik Manus nog even gesproken, die was hier om steenkolen te halen. Ik zat net te kaarten in het Militair Tehuis, toen hij ook binnenkwam. Dat was weer eens gezellig. Misschien ga ik Zondag naar hem toe, want wij mogen nu weer buiten de posten." (Valkenswaard, 6-11-1914)
"Vanmorgen heb ik het pakje ontvangen, vriendelijk bedankt hoor. Ik zal ook een kaart naar je Vader en Moeder sturen om hen te bedanken. Reken maar dat ik weer zal smullen Neeltje. Het wordt nu kort hoor, nu nog 6 dagen hè" (Valkenswaard, 7-11-1914; weekeindverlof 14/15-11)
"Gisteravond ben ik nog bij Manus geweest. Het was een hele wandeling. 1½ uur heen en 1½ uur terug, maar het was prachtig vriezend weer. Straks om 2 uur moet ik weer op wacht, we hebben het hier weer om de andere nacht." (Borkel, 19-11-1914; mogelijk naar Valkenswaard of Luyksgestel gelopen.)
"Vandaag ben ik vrij van wacht, ik heb één dag kwartierziek. Ik ben zwaar verkouden zie je en ik dacht de dokter is er voor." (Borkel, 21-11-1914)
"Vannacht om 2 uur was ik in mijn kwartier. Vandaag lichte dienst dus dat komt goed uit. Vanavond ga ik naar Manus." (Eindhoven, 25-1-1915; weekeindverlof 22/24-1)

Prentbriefkaart Noord-Brabant, Grootvader zorgt voor brandhout.
De afbeelding van de prentbriefkaart van 15-10-1914 met de tekst "Noord-Brabant, Grootvader zorgt voor brandhout".
Foto: collectie Documentatiecentrum Stelling van Amsterdam.

In de eerste acht maanden van 1915 kreeg hij heel onregelmatig verlof van meestal 3 of 6 dagen en eenmalig 14 en 30 dagen.
Van september 1915 tot en met oktober 1916 was er een heel regelmatig patroon en had hij elke week van maandag tot en met woensdag (algemeen of bijzonder) verlof.
Aansluitend kreeg hij driemaal lange verloven, met slechts enkele dagen ertussen, van ongeveer 24 november 1916 tot en met 13 juni 1917. Op 15 juni werd hij met onbepaald klein verlof naar huis gestuurd.

Groepsfoto militairen in Brabant.

Een groep militairen poseert, in een bosrijke omgeving op zandgrond, rond een tafel. Cornelissen zit geheel rechts op een stoel.
Foto: collectie Documentatiecentrum Stelling van Amsterdam.

 

In een familie-album werd een groepsfoto met hem en zeven militairen gevonden, waar een nazaat bij had geschreven: "Opa Cornelissen in Brabant aan de grens 1e W.O.".
Vermoedelijk was zijn eenheid eerst acht maanden als reserve op enige afstand van de Belgische grens gelegerd. En vervolgens deed hij 14 maanden dienst op de wachtposten nabij de grens. Uit andere bron (Van de Vrande) is bekend dat ze daar, onder primitieve omstandigheden, meerdere dagen achtereen verbleven en dan afgelost werden. Waar hij precies wacht liep en wat hij er heeft meegemaakt, zal wel helaas nooit duidelijk worden.

Toen hij 25 jaar was geworden, ging Cornelissen op 1 augustus 1918 over naar de Landweer en wel bij het 26e Bataljon. Het moederregiment daarvan is niet het 10e Regiment Infanterie maar het 21e in Den Helder en Hoorn.
Aanvankelijk stond Uitgeest als zijn plaats van opkomst vermeld. Later werd de Artillerie-kazerne Zeefront op het Fort Erfprins bij Den Helder als zijn plaats van opkomst genoteerd. In 1927 kreeg hij een lastgeving dat hij zich, bij een opkomst met spoed, moest melden bij het 21e Depot Bataljon, 1e Schoolcompagnie te Alkmaar.

Hij trouwde op 19 september 1917 met Cornelia Griffioen (1894-1995). Uit dit huwelijk kwamen twee dochters en vier zoons voort. Aanvankelijk was hij timmerman in het aannemingsbedrijf van zijn vader, later werd hij bietenagent en vervolgens inspecteur bij de suikerfabriek in Halfweg. Hij was actief in het lokale verenigingsleven.

Op 1 oktober 1919 ging hij met groot verlof en drie dagen later ontving hij zijn (eerste?) "Rijbewijs voor het besturen van motorrijtuigen in het algemeen". Zijn "Rijksgoederen", kleding en uitrusting moest hij op 6 december 1927 inleveren op de Koudenhorn Kazerne. Op 40-jarige leeftijd volgde in 1932 ontslag van de dienstplicht.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij hoofd van de Gemeentelijke Luchtbeschermingsdienst van Haarlemmerliede c.a. Mogelijk was hij ook lid van het verzet.

Wilhelmus Jan Cornelissen overleed, 74 jaar oud, op 25 maart 1967. Zijn vrouw Cornelia Griffioen werd 101 jaar oud en overleed in 1995.

Bronnen:

Diverse documenten W. Cornelissen sr. (collectie Documentatiecentrum Stelling van Amsterdam) en controlelijst Nationaal Archief.

Foto's: collectie Documentatiecentrum Stelling van Amsterdam.

Stelling van Amsterdam op Bluesky Stelling van Amsterdam op Facebook Stelling van Amsterdam op X / Twitter Doc.centrum Stelling van Amsterdam op LinkedIn
Stelling van Amsterdam op foto-site Instagram Stelling van Amsterdam op video netwerk YouTube

Deze website wordt verzorgd door particuliere experts en is geen website van een overheid.
Alle rechten voorbehouden, o.a. gebruik door commerciële partijen alleen met voorafgaande toestemming.
Stelling van Amsterdam. Een stadsmuur van water.
UNESCO Werelderfgoed sinds 1996
'Kennismaken met de Stelling van Amsterdam' is een gratis interactief e-book over de Stelling. (Advertentie)
 
 
 
'Kennismaken met de Stelling van Amsterdam' is een gratis interactief e-book over de Stelling. (Advertentie)