Sluit [X]   
 

Ingenieur Van Rijsbergen in 1900: overgeplaatst bij Staf der Genie

Donateur worden?

© 1999-2024, René G.A. Ros
Laatst gewijzigd 14-9-2024

Mensen

Schout Kaan

Naam voluit:

Albert Janszoon Kaan

Geboren:

1760, Wieringerwaard (Noord-Holland)

Overleden:

1819, onbekende plaats

Levensloop:

In 1795 maakte de gematigde patriot Kaan deel uit van een groep burgergezinden die gezamenlijk ijverden voor zelfbestuur voor de Wieringerwaard, nadat na het vertrek van Stadhouder Willem V uit Nederland door de Franse troepen de Bataafse Republiek is uitgeroepen.

De Wieringerwaard viel in die tijd nog onder het weinig toegankelijke bestuur vanuit Alkmaar en dit werd door de burgergezinden als 'regentesk' ervaren. Na het geweldloze uitroepen van het recht op zelfbestuur en het oprichten van een nieuw college van 'ingelanden' werd de democratisch gezinde Kaan tot schout (burgemeester) verkozen.

Albert schreef in zijn (bewaard gebleven) dagboek hoe hij aan de vooravond van de Engels-Russische invasie van de kust bij Den Helder op 26 augustus 1799 poolshoogte gaat nemen bij het dorp Groote Keeten.
Hier ziet hij met eigen ogen de Engelse vloot liggen die van plan is de Bataafse Republiek te bevrijden van de Franse overheersers.

"[...] den namiddags om vier uren zijn Ik, A. Kaan, Wm. Quak en Jb. Waiboer, te paard gereden naar bet strand bij Abbestee, alwaar het westelijkste Oorlog Schip van de [Engelse] vloot op een afstand van bijna 3/4 Mijl [...] ten anker lag [...], een klein gedeelte welke nog Zeilende was Noordoostwaards van het zelve zijnde zoo na wij tellen konde 170 Schepen [...]. Er zeilde en roeide ook vele sloepen van het ene na het andere schip."

Fragment tekening van de landing van de Engelsen.
Een fragment van een tekening over de landing van de Engelsen. Vier grotere schepen vuren op het duingebied en een groot aantal kleinere schepen ligt verder op zee.
(Afbeelding: Nationaal Archief)
 

De Engelsen landden vroeg in de ochtend van 27 augustus en in de weken hierop vielen in de moerassige gronden van Noord-Holland aan beide zijden, en onder zowel soldaten als burgers, vele duizenden doden en gewonden.
Albert en de andere polderbewoners hoorden kanonschoten en zagen branden in de omgeving. Zelf waren ze vooral slachtoffer van voedsel rovende Engelse soldaten.

Op 16 oktober groeven de Engelsen een gat in de noordelijke dijk van de Wieringerwaard, blijkbaar om de polder snel te kunnen inunderen. Alhoewel toen de onderhandelingen al plaatsvonden en op 18 oktober de Engelsen en Russen gecapituleerden. De polderbewoners mochten van de Engelse troepen pas op 9 november het dijkgat weer dichten.
Van de capitulatie hoorden de polderbewoners volgens een dagboekaantekening van 19 oktober: "'s avonds hoorde wij dat de Generaal Daandels [Daendels] vergezeld door een Trompetter den voorige dag tot Colhorn geweest was bij den Engelsche Ofsier aldaar.

In zijn dagboek beschrijft hij met trots een heldendaad van hemzelf:
"Den 29 [oktober] kwamen 6 Engelsche waarvan 4 met geladen geweer en haalden 3 schapen uit mijn land [...] ik zeide tegen hem dat ik geld moest hebben of mijn schapen, doch kreeg ten antwoord dat door hun de schapen medegenomen zouden worden zonder dezelve te betalen waarop ik en mijn knegt het om hun de schaapen te ontweldigen, dan direkt wierd door een hunner na ons geschoten dog dezelve miste [en na een worsteling hebben] ik en mijn knegt [...] de dieven met de schapen laten gaan.
Ik in deze zeer onvergenoegd zijnde direkt voor de rovers uit lopende naar de oude sluis en klaagde aan de aldaar zijnde Colonel over de handel wijs dier soldaten [...] de kolonel stelde de schapen weder in mijn handen terug en deed de dieven in arrest brengen, welke [...] voor hun euveldaad zwaar gestraft zijn; ik [...] verzogt toen aan de Kolonel [...], dat zijn soldaten zulke geweldenarijen in onze polder geen meer pleegden, [...]. De Colonel antwoorde dat hij daar zooveel mogelijk zorg voor dragen zou.
Wij hebben daar na ook geen soldaten meer het geweer voorzien in onze polder vernomen, zoodat deze met groot levensgevaar vergezelde actie in het vervolg voor onze ingezetene veel rust teweeg heeft gebragt[...]"

De Engelsen en Russen zouden pas op 20 november 1799 het land volledig verlaten. Toch sluit Albert zijn dagboek over de periode op 7 november af. En wel met: "Wij hebben stof om God te danken voor zijne bedoeling aan ons in zooveel gevaarvolle omstandigheden bewezen en eindigt met de wens dat die god onze nakomelingen voor diergelijke omstandigheden beware."

Zie Linie van Noord-Holland.

Bron:

Richard Jan de Graaf (afstammeling van Albert Kaan); Geschiedenis en genealogie van de Noord-Hollandse familie Kaan

Stelling van Amsterdam op Bluesky Stelling van Amsterdam op Facebook Stelling van Amsterdam op X / Twitter Doc.centrum Stelling van Amsterdam op LinkedIn
Stelling van Amsterdam op foto-site Instagram Stelling van Amsterdam op video netwerk YouTube

Deze website wordt verzorgd door particuliere experts en is geen website van een overheid.
Alle rechten voorbehouden, o.a. gebruik door commerciële partijen alleen met voorafgaande toestemming.
Stelling van Amsterdam. Een stadsmuur van water.
UNESCO Werelderfgoed sinds 1996
Bureau Meerzijdig let op meerdere zijden bij support, mediation, procesbegeleiding en trainingen. (Advertentie)
 
 
 
Bureau Meerzijdig let op meerdere zijden bij support, mediation, procesbegeleiding en trainingen. (Advertentie)