Opzichter van Fortificatiën Kamstra |
Naam voluit: |
Nicolaas Hendrikus Josef Kamstra sr. (roepnaam Nico) |
||||
Geboren: |
19 maart 1907, Rotterdam (Zuid-Holland) |
||||
Overleden: |
24 mei 1947, Leiden (Zuid-Holland) |
||||
Levensloop: |
Over de vroege jeugd van Nico Kamstra is niet veel bekend. Hij is opgegroeid in Rotterdam, woonde in de buurt van de Bosjeskerk en heeft in die plaats de lagere school gevolgd. Ook heeft hij er bij de zeeverkenners gezeten. Op 14 maart 1925, vlak voor zijn achttiende verjaardag, verbond Nico zich vrijwillig als Geniesoldaat bij het Regiment Genietroepen. In de 'Verband-acte' zal vastgelegd zijn geweest dat hij de eerste zes jaar in dienst niet mocht trouwen. Nico verbleef als soldaat en als korporaal tot 1 juli 1931 verplicht in de (Kromhout)kazerne en hij kwam alleen in de weekeinden thuis. Hij studeerde van 1929 tot 1933 in dienst voor het toelatings-examen MTS. Op 14 maart 1931 ontving hij het "Onderscheidingsteken voor 6 jarige dienst". Op 15 juli 1931 trouwde Nico met Antje Bont (geb. 22-08-1906 te Amsterdam, overl. 12-09-1972 te Bussum) en ontvingen ze een gehuwdentoeslag van aanvankelijk 200 gulden. Het huwelijk vond dus na zes jaar dienstverband plaats maar in juni 1930 was al een zoon geboren die wettig werd erkend. Hierna volgden nog twee zoons en een dochter. Nico studeerde verder: van 1934 tot 1938 op Rijkskosten 'Weg - en Waterbouwkunde' op de MTS (na 1958 HTS genoemd) in Utrecht. Hij verbleef toen voor studie voornamelijk in een kazerne aan de Croeselaan in Utrecht.
Enkele dagen later, op 1 augustus 1938, werd hij benoemd tot 'Opzichter van Fortificatiën der Derde Klasse' en overgeplaatst naar Waalsdorp in Den Haag. Zijn jaarwedde bedroeg inmiddels 1.880 gulden/jaar maar de gehuwdentoelage daalde naar 60 gulden. Het gezin Kamstra woonde in Den Haag aan de Pippelingstraat 72. Toen de Mobilisatie in augustus 1939 werd afgekondigd ging hij naar zijn oorlogsbestemming in Spaarndam. Hij was waarschijnlijk ingekwartierd bij de familie Koers, van het nog steeds bestaande 'Koers koffiehuis' in Haarlem. |
||||
Groepsfoto met meerdere Opzichters van fortificatiën. Achterste rij tweede van links is Nico Kamstra. Middelste rij zevende van links is Jan Schoonhagen; hij woonde in Den Haag in dezelfde buurt en is na het overlijden van Nico altijd een familievriend gebleven. |
|||||
|
Op 9 mei waren Nico en een collega onverwacht teruggeplaatst naar Den Haag en zijn gezin trof ze na terugkomst van het strand thuis aan. Het echtpaar Kamstra en de logerende collega waren rond 3.00 uur naar bed gegaan. Zijn vrouw kon niet slapen omdat ze geïrriteerd werd door een motorfiets maar dat bleek het geronk van de overvliegende Duitse vliegtuigen. Toen het Nederlandse luchtafweer in actie kwam keken ze in stomme verbazing vanaf het balkon naar al de zwarte wolkjes die rondom de vliegtuigen verschenen. Een Junker 52 kwam heel laag over en verdween in de richting van vliegkamp Ypenburg. Nico en zijn collega zijn direct via het Ministerie van Oorlog terug naar hun oorlogsbestemming Nieuwersluis gegaan.
Na de capitulatie moest Nico zich weer in Waalsdorp melden waar hij nog een tijdje moest blijven werken op zijn kantoor in het gebouw van de Wehrmacht Bezirks-Verwaltung, vermoedelijk ter afwikkeling van Geniezaken. Daardoor was hij op 13 maart 1941 bij toeval getuige van een van de eerste fusillades door de Duitse bezetter. Na de oorlog wees hij de locatie aan waardoor de 18 slachtoffers konden worden herbegraven. Als herinnering kreeg hij een exemplaar van het gedicht 'De achttien dooden' van Jan Campert. Hij voegde zich bij het Militaire Verzet en maakte plannen onder te duiken. Daartoe maakte hij een schuilplaats, een aangepaste loze ruimte van 4x3x1,25 boven het huis en toegankelijk via een kast, genaamd "de Walmhut". Op 1 augustus 1940 kreeg hij 2138 gulden wachtgeld uitbetaald en op 1 november werd hij, niet op verzoek, eervol uit de militaire dienst ontslagen "wegens opheffing van zijn betrekking". Vanaf september 1944 was Nico lid van de Binnenlandse Strijdkrachten en na de oorlog kort (7 mei t.e.m. 6 juni 1945) als compagnies-commandant (Gewest 13a, Zuid-Holland-West, District Den Haag, Staf).
Gedurende de oorlog kreeg hij last van een bacterie-infectie aan zijn twaalfvingerige darm. Hij werd daarvoor vanaf ongeveer 1940 drie keer geopereerd. Na de laatste succesvolle operatie in 1947 in het Academisch Ziekenhuis in Leiden overleed hij op 24 mei aan buikvlies-ontsteking omdat de bestelde antibiotica te laat aankwamen. Hij was gedecoreerd met het "Onderscheidingsteken voor 6 jarige dienst", de "Bronzen Medaille" (voor 12 jarige dienst) en postuum het "Mobilisatie Oorlogskruis". |
||||
Bron en foto's: |
Dhr. Nico Kamstra jr. (zoon, ook beroeps Sergeant der Genie geweest), Dhr. Gerard Kamstra (zoon, beroeps opleiding Vlieger bij de Marine Luchtvaart Dienst en dienstplicht), Staat van Dienst (Ministerie van Defensie BRIOP) |