Sluit [X]   
 

Soldaat Caun in 1915: "gemankeerd bij een les", 2 dagen kwartierarrest

Donateur worden?

© 1999-2024, René G.A. Ros
Laatst gewijzigd 14-9-2024

Mensen

Adjudant Van Linden Tol

Adjudant Van Linden Tol

Naam voluit:

Paul Auguste Rudolphe Constant van Linden Tol (Paul), geb. Tol

Geboren:

9 oktober 1872, Gorredijk (Friesland)

Overleden:

11 januari 1945, Otterlo (Gelderland)

Levensloop:

Paul van Linden Tol werd in 1872 geboren in het plaatsje Gorredijk in de provincie Friesland.
Zijn vader was de Nederlands Hervormde predikant Jan Christiaan van Linden Tol (*1-4-1828 Kampen, †9-12-1913 Haarlem) die bij K.B. nr. 4 van 11 januari 1873 de naamstoevoeging ‘van Linden’ had verkregen. Hij trouwde op 22 april 1852 in Amsterdam met Geertuid Ida Roos.
Zijn vrouw was dochter van de bekende Amsterdamse kunsthandelaar C.F. Roos en op 24 februari 1830 geboren in het ‘Huis met de Hoofden’, Keizersgracht 123 te Amsterdam. Zij overleed op 3 september 1875 in Gorredijk, dus bijna 3 jaar na de geboorte van Paul.

Paul was de jongste van een gezin van negen kinderen, hij had drie zusters and vijf broers.
Zijn broer Arnold was tijdens de Eerste Wereldoorlog 1e Luitenant en commandant van een Belgische interneringsgroep in Amsterdam. Zijn broer Jan ging met pensioen als Majoor der Infanterie. Broer Kees was gezagvoerder in de koopvaardij en o.a. lid van de Raad van Tucht van de Koopvaardij. Zijn zuster Anna Maria (*26-3-1862, †2-2-1954) was getrouwd met A.B. van Tienhoven (*1-10-1858, †13-12-1932), Luitenant-Kolonel der Huzaren b.d.
Op verjaardagen zal wel heel veel over militaire zaken zijn gesproken.

Paul begon in 1890 met de opleiding op de KMA. Er brak tyfus op de academie uit met 18 gevallen waarvan drie dodelijk. Op 2 december 1890 stuurde Paul een telegram aan zijn zuster dat hij ernstig ziek was geweest, maar dat er "een zweem van vooruitgang is".
Op 16 maart 1892 werd hij vrijgesteld van de militie omdat hij al als cadet in dienst was.
In 1894 studeerde hij af en promoveerde tot Tweede Luitenant. En reisde hij af naar Nederlandsch-Indië en nam voor het Koninklijke Nederlands-Indisch Leger (KNIL) deel aan de krijgsverrichtingen in Lombok waarvoor hij het Lombokkruis ontving. Vervolgens nam hij in 1895-1896 deel aan krijgsverrichtingen op het eiland Sumatra en ontving hij het Atjehkruis 1873-1896.
In december 1897 werd hij voor vijf jaar gedetacheerd als Tweede Luitenant bij het 7de Bataljon Infanterie van het KNIL. Vermoedelijk was hij in 1896-1897 met verlof in Nederland en vernam daar zijn detachering. In maart 1898 reisde hij af naar Nederlands-Indië en ontving van zijn oom Dr. E. Laurillard de dichtbundel "De Marsch der Menschheid" met de volgende woorden:

Moge op Uwer Marsch door t’leven
Deze “Marsch” iets goeds u geven,
Door de richting van den voet,
Voor de stemming van t’gemoed
Iets, wat denken, hand’len, streven
Aad’le met gewijden gloed.

Paul van Linden Tol op Bivak Pante Lhong.

Bivak Pante Lhong (Peusangan Atjeh Sumatra) tussen oktober 1902 en februari 1903. Met o.a. Paul van Linden Tol (tweede links), 2e Luitenant M.C. Donck (derde rechts) en kapitein de La Sablonniere (eerste rechts).
(Foto: collectie C.F. van Linden Tol)

In 1899 promoveerde Paul tot Luitenant 1e Klas en werd gestationeerd in Lahat op Sumatra. Tot 1901 was hij daar commandant van Kamp Bandar in de Palembangsche Hooglanden.
Van 1901 tot 1903 was Paul gestationeerd in Atjeh in onder andere Tjot Goeë en Bivak Pate Lhong nabij Kota Radja (Banda Atjeh). Er was erg weinig te doen tegen het einde van zijn stationering.
Hij dineerde, een rijsttafel, wel met onder andere Generaal-majoor J.B. van Heutz en zijn adjudant C. Snouck Hurgronje op 2 oktober 1902.
De Eerste Luitenant M.C. Donck werd ook in dit kamp gestationeerd en noemde zijn collega van Linden Tol in zijn dagboek (bewerkt en gepubliceerd door C.A. Heshusius in Mars en Historia in de periode 1977 tot 1994).

Van Linden Tol op tribune sportwedstrijden.
Paul van Linden Tol (middenvoor) op de tribune tijdens de militaire sportwedstrijden in het stadion in Amsterdam. Geheel links Stellingcommandant Ophorst. (1915)
Tussen hen zit F.W.C.H. Baron van Tuyll van Serooskerken, vanaf 1912 de eerste voorzitter van het Nederlands Olympisch Comité (NOC).
(Foto: collectie C.F. van Linden Tol)
 

Paul keerde in 1904 terug naar Nederland en kreeg een functie in de staf van Stellingcommandant Generaal-majoor Kraijenhoff van de Leur. In 1907 was hij 1e Luitenant, Staf van de Stelling van Amsterdam onder Luitenant-Kolonel van de Generale Staf, A.R. Ophorst.

Op 14 november 1907 trouwde de 35-jarige Paul in de Nieuwe Kerk te Amsterdam met Alison Maria Dina Sieger (*4-3-1885). Zij was de dochter van Johann Sieger, medeoprichter en eigenaar van de N.V. Amsterdamsche Chininefabriek (ACF) aan de De Wittenkade. Uit dit huwelijk werden drie kinderen geboren, één zoon en twee dochters.
Paul woonde onder andere op de Reguliersgracht 24 en later, met zijn gezin, op de Stadhouderskade 97 (1915) in Amsterdam.

In 1914 werd Paul bevorderd tot Kapitein–Adjudant en diende hij onder de tot Stellingcommandant gepromoveerde Generaal Majoor A.R. Ophorst. Over zijn werkzaamheden in de mobilisatie van de Eerste Wereldoorlog is geen specifieke informatie bekend.

Zowel Paul als zijn vrouw kregen bij de pandemie van 1919 de Spaanse Griep. Hij herstelde maar matig en besloot op eigen verzoek met pensioen te gaan. Een pensioen als kapitein werd hem toegekend en hij werd per 1 mei 1919 ingedeeld als Reserve Kapitein in de landmacht, 7e regiment der infanterie. Hun volgende woonplaatsen werden Baarn, Brummen en Velp.

Over de jaren was hij betrokken bij verschillende organisaties en zat in Raden van Bestuur en was o.a. rond 1913 bestuurslid van de Groote Club "Doctrina et Amicitia" in Amsterdam, een korte tijd gemeenteraadslid in Baarn, voorzitter van SV Willem Tell in Brummen en het regionale Rode Kruis in Gelderland.

Paul schreef een bijdrage over de Stelling van Amsterdam in het boek "De Nederlandsche Strydmacht en Hare Mobilisatie in 1914" uit 1922. Hij was toen Reserve Majoor bij de Landmacht. Zijn bijdrage eindigde hij met een Duits gedichtje als overdenking:

Als er nood is en oorlog dreigt,
Zoekt de mens God en wil een leger, voorbereidt !
Als er weer vrede is en t’leven terug naar normaal,
Vergeet men snel God en kijkt laatdunkend neer op
soldaat en generaal

Het gezin van Paul van Linden Tol in 1922
Het gezin van Paul van Linden Tol in 1922.
(Foto: collectie C.F. van Linden Tol)

Op 1 oktober 1932 werd Paul eervol ontslagen met de rang van Reserve Luitenant-Kolonel, Staf 4e Infanterie Brigade. En in 1935 ontving hij de titulaire rang van Kolonel.

Paul overleed, 72 jaar oud, op 11 januari 1945 door de gevolgen van ziekte en oorlogsverwondingen in het noodhospitaal in het Kröller Müllermuseum en werd begraven op de Algemene begraafplaats Otterlo. Zijn vrouw overleed op 27 september 1965 te Den Haag en werd in hetzelfde graf bijgezet.

Tekst:

Ing. C.F. van Linden Tol (kleinzoon) 

Bron: brieven en fotoalbum Paul van Linden Tol

Foto's:

idem

Stelling van Amsterdam op Bluesky Stelling van Amsterdam op Facebook Stelling van Amsterdam op X / Twitter Doc.centrum Stelling van Amsterdam op LinkedIn
Stelling van Amsterdam op foto-site Instagram Stelling van Amsterdam op video netwerk YouTube

Deze website wordt verzorgd door particuliere experts en is geen website van een overheid.
Alle rechten voorbehouden, o.a. gebruik door commerciële partijen alleen met voorafgaande toestemming.
Stelling van Amsterdam. Een stadsmuur van water.
UNESCO Werelderfgoed sinds 1996
FMTraining - Trainingen en cursussen voor gebruikers en ontwikkelaars van FileMaker (Advertentie)
 
 
 
'Kennismaken met de Stelling van Amsterdam' is een gratis interactief e-book over de Stelling. (Advertentie)