Korporaal Wijnands |
Naam voluit: |
Gijsbertus Wilhelmus Wijnands |
||||
Geboren: |
20 februari 1897, Amsterdam (Noord-Holland) |
||||
Overleden: |
27 september 1974, Amsterdam (Noord-Holland) |
||||
Levensloop: |
Gijsbertus Wilhelmus Wijnands werd op 20 februari 1897 geboren te Amsterdam, als kind van Johannes Gijsbertus Wijnands en Elisabeth Johanna Graber. Op 7 maart 1897 werd hij gedoopt in de Evangelisch Lutherse Kerk. Op 15-jarige leeftijd begon hij een loopbaan op zee als "Kok en behulpzaam op dek" aan boord van de Poolster in de periode 14 mei 1912 tot 9 januari 1913. Van 15 juni tot 28 augustus 1914 was hij lichtmatroos op de Heelsum van Stoomvaart-Maatschappij "Oostzee". Aansluitend was hij bijna een jaar (29 augustus 1915-28 juli 1916) lichtmatroos en matroos op de Epsilon van Vrachtvaart-maatschappij "Bothnia". Mogelijk voer hij daarna op een onbekend schip maar van 5 tot 28 januari 1917 was hij matroos op de Leonora van rederij Jos. de Poorter. Het merendeel van de vaartochten vonden plaats tijdens de Eerste Wereldoorlog en door de Engelse blokkade, Duitse onderzeebootoorlog en zeemijnen was dat niet zonder risico. Later zou het schip Epsilon op 31 januari 1917 nabij Falmouth (Engeland) zinken door een zeemijn van de Duitse onderzeeboot UC 11.
Ondertussen was de nog maar 19 jaar oude Gijsbertus per 8 maart 1916 verhuisd van Amsterdam naar Bussum. Daar werd hij op 25 april 1916 vrijgesteld van de militieplicht vanwege broederdienst. Toch ging hij op 3 februari 1917 als landstormplichtige alsnog in dienst. Twee jaar later, 18 februari 1919, ging hij met onbepaald klein verlof en leverde drie dagen later zijn uitrusting in. Formeel werd hij op 1 oktober 1919 gedemobiliseerd en ontslagen wegens dienstbeëindiging, met de rang van korporaal. Vanwege de twee groepsfoto's in zijn nalatenschap, moet hij op het Entos Terrein hebben verbleven, mogelijk bij het Depot der 7e Infanterie Brigade, voor eerste oefening. |
||||
Groepsfoto van militairen op het Entos Terrein. Op de borden staat "Mobilisatie Entos" en "Wij hebben nog kug". Wellicht is Wijnands de gehurkte man, uiterst links. Foto: collectie Documentatiecentrum Stelling van Amsterdam. |
|||||
|
Of hij tijdens klein verlof nog niet mocht varen of er een gat in de bekende vaarcontracten is, is niet bekend. Opvallend is dat zijn volgende bekende aanmonstering direct na de demobilisatie begon. Van 2 oktober 1919 tot 5 februari 1920 was hij lichtmatroos voor de Stoomvaart-Maatschappij "Nederland" en nogmaals van 28 juni 1920 tot 6 april 1923.
Gijsbertus verhuisde op 25 april 1923 van Diemen naar Apeldoorn. Hij was 30 jaar toen hij daar op 27 oktober 1927 in het huwelijk trad met J.G. van der Meulen. Over eventuele kinderen is ons niets bekend. Over later werk is niets bekend maar omdat hij in 1936 lid was van de gemeentelijke vereniging voor herstellingsoorden "Willen is kunnen", zal hij ook bij de gemeente Amsterdam hebben gewerkt. Op zijn persoonsbewijs uit 1941 zit een zegel waaruit blijkt dat hij bij de brandweer werkte, mogelijk als vrijwilliger.
Op 16 augustus 1943 kreeg Gijsbertus vergunning voor het rapen van korenaren op akkers in de Haarlemmermeer. Dit lijkt te duiden op een zekere armoede van de dan 46-jarige wiens beroep toen 'loswerker' was. Hij was 77 jaar oud toen hij op 27 september 1974 in Amsterdam overleed en op de Oosterbegraafplaats werd begraven. De grafrechten zijn in 1988 vervallen en het monument verwijderd maar de stoffelijke resten waren in 2019 nog aanwezig. |
||||
Bron: |
documenten collectie Documentatiecentrum Stelling van Amsterdam. |
||||
Foto's: | collectie Documentatiecentrum Stelling van Amsterdam. |