Marinesteunpunt Kudelstaart(Marinesteunpunt Westeinderplas) |
Het Marinesteunpunt Kudelstaart gebruikte de jachthaven "Kersken" en aanlegplaatsen aan de oostzijde van de Westeinderplassen bij het dorp Kudelstaart. |
|
Doel: |
- |
Personeel: |
Afhankelijk van het aantal gestationeerde vliegtuigen. In het algemeen was er per vliegtuig drie man vliegend personeel en één man grondpersoneel. In principe werd al het personeel ingekwartierd bij burgers. |
Historie: |
Zie Historische kalender. |
Omschrijving: |
Op 22 januari 1937 maakte de Nationale Luchtvaart School haar plannen bekend voor een burger-watervliegveld op de Westeinderplas bij Kudelstaart. In 1938 werd bij Jachthaven Kersken (nu Jachthaven Kempers) een grote zwarte loods gebouwd met deuren die over de gehele breedte open konden. Daarin wilde men een Taylorcraft Cub watervliegtuig stallen. Er bestonden zelfs plannen voor vier vliegtuigen in twee loodsen. In december 1938 werd toestemming van de Minister van Waterstaat verkregen en in juni 1939 werden er vliegproeven uitgevoerd. Op 8 augustus verleende de Gemeente Aalsmeer haar toestemming maar toen twee weken later de mobilisatie werd afgekondigd werd het vliegen met watervliegtuigen verboden. Na de mobilisatie kwamen begin september drie Fokker C-VIII W vliegtuigen van de vierde Groep Vliegtuigen (GVT4) vanuit Marinevliegkamp De Mok aan. En als op 24 november 1939 van neutraliteits- naar oorlogsopstelling wordt over gegaan komt ook de vijfde over. De vliegtuigloods uit 1938 werd gebruikt als kleedkamer en voor opslag van munitie. De vliegtuigen lagen met camouflage-netten overdekt in diverse inhammen aan de oostzijde van de Westeinderplas. Vanwege ijsgang werd in december 1939 de dislocatie tijdelijk opgeheven. Bij Kudelstaart keerden de vliegtuigen pas op 9 april 1940 terug. En op 7 mei was het steunpunt weer operationeel en bovendien met twee nieuwe Fokker T-VIII W vliegtuigen uitgerust. Toen op 10 mei de oorlog uitbrak werd door Fokker nog snel een T-VIII W (de R-9) afgeleverd en naar Kudelstaart gevlogen. In de avond van 11 mei arriveerden er nog twee (R-8 en R-10). Pas op 13 mei kreeg het Marinesteunpunt Kudelstaart bevel om de eerste vlucht in oorlogstijd te maken: een verkenningsvlucht naar de oostzijde van het IJsselmeer om na te gaan "of er vijandelijke scheepvaart was te bekennen die via een omtrekkende beweging de stellingen rond Amsterdam zou bedreigen", een vijandelijke actie welke het Zuiderzee-flottielje van de Marine zou moeten bestrijden. Hetgeen niet het geval bleek te zijn. Op 13 mei kwam de opdracht om "naar het buitenland" te vliegen. Om 2.00 uur van de 14de mei startten de drie trage C-VIII W vliegtuigen eerst waarbij de G-1 en G-2 goed startten maar de G-4 met de vleugel het water raakte en onherstelbaar beschadigd werd. Later die ochtend stegen ook de vijf snellere T-VIII W vliegtuigen op. Om niet op te vallen vloog elk vliegtuig alleen naar de bestemming. |
Omgeving: |
- |
Eigenaar: |
|
Gebruiker: |
idem |
Gebruik: |
jachthaven |
Monument status: |
Onbekend |
|