Fortcommandant W.C. de Jong |
Naam voluit: |
Willem Cornelis de Jong |
Geboren: |
20 september 1884, Amsterdam (Noord-Holland) |
Overleden: |
1 oktober 1970, Bussum (Noord-Holland) |
Levensloop: |
Op 19-jarige leeftijd werd hij vanwege de militieplicht op 15 maart 1904 ingelijfd bij het 7de Regiment Infanterie (7RI). Twee weken later ging hij een vrijwillige verbintenis aan, vermoedelijk voor reserve-officier. In april 1905 werd hij benoemd tot Militie 2e Luitenant en met anderen werd hij ingedeeld bij de bataljons te Amsterdam. Vier jaar later, 1909, werd hij benoemd tot Militie 1e Luitenant. Per 1 augustus 1912 ging hij over naar de landweer en werd ingedeeld bij het 25 Landweerdistrict. Per november 1913 werd het hernoemd tot Landweerdistrict Amsterdam IV. Van 1 tot en met 14 juli 1914 was hij "in werkelijke dienst" (herhalingsopkomst?) bij het 5e Regiment Infanterie in Amersfoort. Twee weken later, op 31 juli 1914, werd hij gemobiliseerd. Er zijn twee groepsfoto's uit november 1914 met officieren van Fort bij Spijkerboor bekend waarop hij is te herkennen in de rang van 1e Luitenant. Zijn schouder epauletten hebben de tekst "LW 25" van het 25e Bataljon Landweer Infanterie (25 LWI). In zijn archiefdocumenten wordt deze eenheid niet genoemd. |
Groepsfoto met de officieren der Infanterie van het Fort bij Spijkerboor met 1e Luitenant De Jong middenvoor, november 1914. (eigen collectie) | |
|
In de periode van de mobilisatie vanwege de Eerste Wereldoorlog was hij als 1e Luitenant der Infanterie een van de vijf officieren op Fort bij Spijkerboor. Jhr. Bloijs van Treslong was als kapitein der Artillerie de fortcommandant. Op 28 januari 1918 werd hij bevorderd tot landweerplichtig Kapitein, de rang die behoorde bij de functie van fortcommandant. Waarschijnlijk om administratieve redenen werd hij ingedeeld bij 24 LWI (29 januari 1918) en 22 LWI (8 oktober). Als burger was hij commissionair in effecten voor de Arnold Gilessen Bank op het Damrak in Amsterdam. |
Bron: | stamboeken bij Nationaal Archief. |
Foto's: |
kleinzoon R.W. de Jong en eigen collectie. |