Nieuwsbrief 519Nieuwsbrief Stelling van Amsterdam
InhoudIn deze nieuwsbrief:
|
InleidingWederom welkom bij weer een nieuwsbrief. Deze keer met veel korte dienstberichten, onder andere over de monumentregisters. Het echte begin is een artikel over nog meer archiefmateriaal van Rob Schimmel, waarvan hij zelf niet wist of het nog bestond! September is toch niet meer wat het is geweest, toen het nog Stellingmaand was. Slechts twee uitstapjes gemaakt, waarvan kort verslag wordt gedaan. En tenslotte een lang artikel over de eigenaardig unieke frontbatterijen op twee forten, met aan paar leuke nieuwe ontdekkingen. Lees deze nieuwsbrief op: https://www.stelling-amsterdam.nl/nieuwsbrief/2022/nieuwsbrief-519/ Tip: houd de cursor boven elke afbeelding om een beschrijving te zien.
|
Dienstberichten- Op zaterdag 19 november verzorgt René Ros voor de Historische Kring Diemen een lezing over de Stelling. Deze begint om 14.00 uur en vindt plaats in het Cultureel Centrum De Omval, Ouddiemerlaan 104 te Diemen. Jijzelf, met of zonder introducees, bent van harte welkom. De toegang is gratis. - Er is een nieuwe versie verschenen van 'Mobilisatie Herinneringen', de unieke herinneringen van Reserve Luitenant Lolke Rang aan zijn opleiding en de mobilisatie 1914-1919. Er zijn een paar kleine correcties en de opmaak is wat gewijzigd, maar de belangrijkste aanpassingen zijn dat er twee authentieke foto's zijn toegevoegd. Op een foto staat Rang met andere militairen bij motoren, geplaatst naast de paragraaf waarin hij dat beschrijft. En de tweede foto is een algemene groepsfoto van militairen van Fort bij Veldhuis waar hij een aantal maanden verbleef. - De papieren provinciale monumentregisters uit 1992, met een herdruk in 1998, zijn in 2006 gedigitaliseerd als PDF-documenten. En nu zijn ze ook als doorzoekbare PDFs beschikbaar. Daarom kan je makkelijk zoeken naar termen zonder alle afbeeldingen van pagina's langs te gaan. Deze PDF-documenten zijn openbaar, maar kunnen nog niet op de provinciale website gedownload worden. Wel zijn ze via de website van het Kenniscentrum Waterlinies te downloaden. Daar zijn de vijf delen ook gekoppeld aan de forten en inundatiewerken die erin genoemd worden. - Tijdens het Koude Oorlog weekeind (22 en 23 oktober), ter gelegenheid van 60 jaar Cuba-crisis, organiseerde VERON Amstelveen een activiteit met radiozenders op Fort bij Uithoorn. Wij verzorgden met twee gidsen doorlopend rondleidingen op het fort. Tevens werd er viermaal een lezing over de Stay Behind organisaties gegeven. De belangstelling overtrof onze verwachtingen en de contacten waren bijzonder, vooral die met kinderen van Stay Behind medewerkers. Dank aan alle bezoekers en alle medewerkers! - Voor wie zegt dat de Stelling van Amsterdam waardeloos is omdat het nooit is gebruikt. Wees blij als het niet nodig is om je wapens te gebruiken. De rillingen lopen mij over de rug als ik zie dat wapens gebruikt moeten worden om je vrijheid terug te krijgen, zoals:
|
Meer verzameld papier gevondenTekst en foto's: René Ros. In 2021 schonk gepensioneerd provincie-ambtenaar en Stelling-pionier Rob Schimmel zijn materiaal over de Stelling aan het Documentatiecentrum Stelling van Amsterdam. We deden daar in twee artikelen verslag van en we beloofden later op de inhoud terug te komen. Maar Rob vertelde iets dat zorgde dat alles heel anders liep dan gedacht... Een groot deel van de geschonken foto's zat in een schoenendoos, per fort gescheiden door kartonnen kaarten met de naam van het fort. Daarbij viel het op dat het vooral foto's waren van forten ten zuiden van het Noordzeekanaal. Rob vertelde dat hij een deel van zijn spullen aan Wim Rijst had uitgeleend. Die werkte bij DGWT (vm. Genie) in de Kolonel Sixkazerne in Amsterdam, waar hij een collectie "Klassieke Tekeningen & Klassieke Boekwerken" samenbracht welke nu in het Nationaal Archief ligt (4.OCVW). Vele jaren eerder had ik (de voorganger van) het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) te Den Haag bezocht en twee zaken waren me toen opgevallen. Ten eerste was er een archief (564 Stellingen, Linies en Forten) met mappen waarin originele pagina's van Rob's 'Studiebericht 17' waren te vinden. En ten tweede mocht ik uit een stapel dubbele boeken een boekje meenemen, waarin de naamstempel "W. Rijst" stond. Vele jaren later werd het me plots duidelijk waar dat materiaal vandaan was gekomen... In november 2021 heb ik die mappen opnieuw geraadpleegd en merkte zelfs papieren op, waarop de naam 'Rob Schimmel' geschreven stond. Zoals een kopie van de 'beknopte handleiding voor vak- en fortcommandanten' uit 1901 dat als bijlage in Studiebericht 17 zit. Ondertussen was ontdekt dat er een aparte 'collectie Rijst' in het NIMH-depot lag. Niet toegankelijk, niet beschreven, niet gescand en daar waren voorlopig ook nog geen plannen voor. De zes dozen heb ik minutieus doorgenomen en geconcludeerd dat het vrijwel allemaal het ontbrekende materiaal van Rob is. Van Wim zijn alleen een aantal foto-ontwikkel-enveloppen met foto's en negatieven, waarop zijn naam en adres staan. Uiteraard hadden we onszelf al eerder deze vraag gesteld: moet al dit materiaal niet in het archief van de provincie Noord-Holland liggen? Het antwoord is nee. Het was destijds bij de provincie gebruikelijk dat als een project was afgerond, het gebruikte materiaal kort daarna werd afgevoerd. Rob koos ervoor dat oud papier zelf op zijn zolder te bewaren. Uit overleg met de provincie Noord-Holland blijkt dat zij geen redenen zien om aan te nemen dat het materiaal illegaal is meegenomen en deel van hun archief zou moeten zijn. Het zal duidelijk zijn dat we eerst dit nieuwe materiaal gaan scannen en beschrijven om pas daarna in te gaan op de inhoud van AL het materiaal. Het gaat te ver om exact te vertellen welke werkzaamheden er gedaan worden en wat ervoor nodig is, maar neem voor het gemak aan dat het heel veel tijd en inspanning gaat kosten. Weinig mensen zullen het komen raadplegen, maar het wordt wel zo compleet mogelijk doorgegeven aan een volgende generatie. De houding van het NIMH getuigt van een grote integriteit maar ook van vertrouwen en wordt zeer gewaardeerd; "als je maar goed voor de collectie zorgt, maar dat zit wel snor volgens mij". Zij vertrouwen er op dat het materiaal goed beschreven gaat worden, goed gedigitaliseerd wordt en beschikbaar wordt gesteld aan het publiek. En dus ook aan hún publiek zodat we samen - ieder met zijn eigen kennis en prioriteiten - hetzelfde doel nastreven én bereiken. Biografie Rob Schimmel
|
Transformatie van Hollandse Waterlinies uniek vastgelegdTekst en afbeelding: Uitgeverij Blauwdruk. Donderdag 3 november 2022 heeft Rosan Kocken het eerste exemplaar ontvangen van Wisseling van de wacht, nieuw leven voor de Hollandse Waterlinies. Kocken is gedeputeerde van de provincie Noord-Holland voor Cultuur en erfgoed en is voorzitter van het Gemeenschappelijk Orgaan Hollandse waterlinies. Wisseling van de wacht brengt voor het eerst de transformatie in beeld van zowel de Stelling van Amsterdam als de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Het behoud van het erfgoed gaat de laatste decennia meer en meer over in een koers naar vernieuwing, zowel in het beheer als het gebruik. De voorheen in het groen verscholen linie is nu grotendeels opengesteld. Het nieuwe gebruik – vaak met recreatieve functies en kleinschalige bedrijvigheid – gaat gepaard met aanpassingen aan de gebouwen zelf en aan de omgeving. Een uitdaging voor architecten, landschapsarchitecten en andere ontwerpers om eigentijdse oplossingen te verzinnen die zich voegen zich in de historische omgeving. Met liefde en creativiteit zijn aansprekende vernieuwingen gerealiseerd: lichtstraten en vensters brengen licht, bruggen en uitzichtpunten ontsluiten de terreinen. Terrassen vinden hun plek tussen de oude karakteristieke gebouwen en aan het water. Soms is het landschap heringericht met een hoofdrol voor het water. Soms is ook bewust niets gedaan om de natuur en de rust voorrang te geven. In Wisseling van de wacht wordt zowel de ontwikkelingsgeschiedenis beschreven, als de creatieve aanpak van ontwerpers, ondernemers, bestuurders en vele vrijwilligers. Met esssays, columns, interviews en beschrijvingen per fort krijgt de lezer een compleet overzicht van alle forten en veranderingen die plaatsvonden. Prachtige (drone)foto’s tonen hoe natuur, recreatie en bedrijvigheid dit fascinerende linielandschap nieuw leven inblaast. Historische kaarten en handgetekende kaarten laten zien hoe de tientallen forten, kastelen en vestigingen en een grote hoeveelheid aan dijken en sluizenvestigingen in het landschap liggen en met elkaar verbonden zijn. Wisseling van de wacht toont – op prachtige wijze – alle aspecten van het nieuwe leven van de Hollandse Waterlinies. Hardcover met folie, 22 x 28 cm, 384 pages, full colour, ISBN 9789492474575, € 49,50. N.B. René Ros heeft als medewerker Kenniscentrum Waterlinies aan het boek meegewerkt. Wisseling van de wacht
|
Heilige graal over den VestingoorlogTekst: René Ros. Sinds ik vanaf 1998 met de Stelling van Amsterdam 'bezig ben' wist ik dat er ooit persoonlijke herinneringen van gemobiliseerde militairen zouden opduiken. Met de herinneringen van Lolke Rang is dat ook gebeurd. Kleine kans dat iets soortgelijks nogmaals gebeurd, totdat er drukwerken opduiken waarvan je niet wist dat ze bestonden maar die heel veel verklaren... Er konden drie originele voorschriften van de Nederlandse krijgsmacht, uitgegeven door de Koninklijke Militaire Academie, vrijwel gelijktijdig verworven worden. Er zijn veel dikkere boeken voor minder geld in de boekwinkel te vinden... Twee ervan hebben een stempel met "Landstormverband "Rotterdam", Afdeeling Montfoort". "Werkvoorschrift I Vesting-Artillerie" (2e druk, 1915) is de minst spannende. Het is een gedetailleerde opsomming van materiaal en procedures voor de vesting-artillerie. Bij materiaal staan de afmetingen genoemd en bij procedures vooral over het vervoeren van geschut met munitie inclusief het benodigde personeel en materiaal. Het is een leuk naslagwerk maar geen interessant leesvoer. De "Handleiding voor den Vestingoorlog" (1912)" begint met een algemeen deel. Daarin wordt het tactische doel van de hoofdstelling* en het beslissend gevecht "vestingslag" genoemd. Maar ook de taak van de voor de hoofdstelling gelegen voorstellingen en voorposten, maar ook de reservestellingen erachter. Wat betreft de manschappen gaat het over de voorlopige bezetting en de veiligheidsbezetting. Dat zijn allemaal termen die ik fragmentarisch in archiefstukken heb aangetroffen en probeerde te begrijpen, maar die nu hier in samenhang worden verklaard en fascinerend zijn om te lezen. Het was in juli dat ik met de voetjes omhoog in de koele bibliotheek op Fort Uitermeer deze voorschriften aandachtig heb gelezen. Onder geheel andere omstandigheden was in de Russisch-Oekraïense Oorlog de artilleriestrijd begonnen, met M114-houwitsers, Panzerhaubitze 2000 en HIMARS. Bijzonder aardig was dat in dat voorschrift staat, dat bij de aanduiding van batterijen gelijkklinkende letters vermeden moesten worden, om verwarring in de communicatie te voorkomen. Dat hadden we recent ook zelf geconstateerd omdat batterijen met kleine letters werden aangeduid, maar sommige letters ontbraken. Zo wordt de letter h niet gebruikt omdat deze teveel klinkt als de letter a. Als je deze voorschriften normaal zou scannen gaan de gelijmde ruggen met zekerheid kapot, dus dat gaan we niet doen. Totdat we de voorschriften op een veilige manier kunnen scannen, zijn ze in onze bibliotheek in te zien. Bovendien heb ik de tijd niet om te scannen en zijn er niet meer dan tien mensen die het zouden willen lezen. Ik geef eerlijk toe dat je wel behoorlijk in deze materie moet zitten, om opgewonden te raken van deze voorschriften. Anderen zouden dat wellicht anders omschrijven... * Dus niet 'hoofdweerstandsstrook' of 'hoofdverdedigingslijn' die wel in stukken worden genoemd maar mogelijk rond 1911 zijn vervangen door 'hoofdstelling'. Op de website wordt vooral hoofdverdedigingslijn gebruikt, omdat dat in de taak-omschrijvingen van de forten en archiefstukken over de StvA veel gebruikt is en vooralsnog laat ik dat ongewijzigd.
|
De Militaire Afkortingen Pubquiz-antwoordenTekst: René Ros. De Historische Collectie Korps Nationale Reserve stuurde een aantal digitale documenten uit een ontvangen nalatenschap. Een van de documenten bleek een correspondentie en overzicht van magazijnen en hun eenheden. Daarin werden ook forten van de StvA genoemd. Niet alle afkortingen van de eenheden waren mij bekend en na een oproep in de vorige nieuwsbrief stroomden de reacties binnen die we hierbij terugkoppelen. Het document 'Nederlandse Territoriale Bevelhebber, Personeelsorganisatie mob complexen en magazijnen 1953'. Dit zijn de StvA-forten die erin genoemd worden met de eenheden waarvan de uitrusting daar was opgeslagen: Fort bij Aalsmeer: "101 Tr. Bat" en "Afd. Lt LuA N.H.Zuid" Aangezien ik zelf niet vrijwillig of verplicht in militaire dienst heb gediend - dat zal een verrassing zijn voor veel lezers!? - heb ik geen basisopleiding militaire afkortingen gehad. Na 23 jaar zelfstudie meende ik een afkortingen te herkennen. Maar in de vorige nieuwsbrief noemde ik ook afkortingen waarvan ik weinig tot geen idee wat ze betekenen. Maar liefst 10 reacties volgden waarmee uiteraard alle afkortingen werden opgelost en sommige gaven ook een persoonlijke toelichting. Dit is de complete lijst van de afkortingen: 7 DD: 7 December Divisie oftewel 1 Divisie '7 December' Tenslotte de aanvullende opmerkingen die vier personen maakten: Voor de vraag over afkortingen kan ik verwijzen naar VS 2-1120, dat is de afkorting voor Voorschrift nr. 2 Velddienst Deel 2, Tekens en Afkortingen. Dit voorschrift is in de loop van de jaren natuurlijk wel aangepast en gewijzigd, dus eigenlijk moet je de versie hebben die ten tijde van het te onderzoeken document van kracht was. Maar de meeste afkortingen zijn tijdloos. (Kees Neisingh) Ostcie betekent Ondersteuningscompagnie. Ik heb zelf in 1971 een korte tijd mijn dienstplicht als korporaal administratie bij een dergelijke compagnie vervuld. (Taeke Bootsma) De Ondersteuningscompagnie maakte in mijn tijd bij 12 Painfbat (1971), deel uit van de StStVzgCie = Staf (bataljonsstaf) Staf (compagnies-staf) Vzg Verzorgingscompagnie (ondersteunende eenheden). Het bestond uit een paar pelotons door YP408 of 3-tonners getrokken zware mortieren, verkenners op motorfietsen en jeeps met opgebouwde zware anti-tank wapens. (Gerlof Langerijs) Ik vermoed dat de genoemde forten in gebruik waren als MOB-complex en dat de genoemde eenheden dus mobilisabele (groot verlof) troepen zijn geweest. Wat dat betreft passen 12 Zw Mr Cie en 12 Cie 8 tp goed bij elkaar, allebei “zware infanterie”. (Teun Winkelman) Dank aan allen die gereageerd hebben met aanvullende informatie! Historische Collectie Korps Nationale Reserve
|
Veldtochten van Spaarndam tot SchiedamTekst en foto's: René Ros. Het ploegje sympathisanten dat vroeger graag mee op pad ging, is tegenwoordig wat minder makkelijk bij elkaar te krijgen. Of ze hebben het druk naast hun werk en - in toenemende mate - zijn druk met kleinkinderen... Een enkele keer ga ik dan maar alleen en soms gaan we met meerderen op pad. Omdat lezers hebben aangegeven het leuk te vinden om dit soort verslagen te lezen, een korte beschouwing van militair erfgoed die we in september hebben bezocht. Op 3 september ben ik alleen met de auto in de Stelling op pad gegaan. Begonnen op het terras op Fort bezuiden Spaarndam om de sfeer en het eten te proeven. De kanovereniging is erg blij met hun huisvesting daar en de kano's passen heel goed in de lokalen. Ook even de schilderingen boven de schietgaten in de keelkazemat mogen bekijken. Op de terrepleinen is het een overwoekerde wildernis en van de schelpenpaden is weinig meer te herkennen. De plankieren in een hefkoepelgebouw als uitkijkpunt, waren vijf jaar geleden al te slecht om op te staan en door de begroeiing zie je niets. De restauratie van 1998 is daar weer ongedaan gemaakt. Langs de replica schuilplaats aan de Lagedijk, langs de forten Bij Penningsveer en Bij de Liebrug gereden, daar geen bijzonderheden over te melden. De spoorwegovergang was continue gesloten, later bleek het wegens treindrukte door Formule 1 bij Zandvoort het gehele weekeind gesloten te zijn. Zodoende was een binnendoor-route naar een inlaatsluis en Fort bij Vijfhuizen niet mogelijk. Langs de eigenaardige maar onveranderde Batterij aan de Zwet naar Halfweg gereden, maar ook daar was de overweg afgesloten. Zucht, dan het Westelijke Havengebied in en dan zit je al snel op de snelweg A5 naar Hoofddorp. Fort bij Vijfhuizen kwam er dus helaas niet meer van, maar daardoor was er onverwachts tijd voor een uitgebreid bezoek aan Fort bij Hoofddorp. De verbouwing van Fort bij Hoofddorp was tussen de lockdowns in september 2020 met een goed bezocht feestje op een druilerige dag opgeleverd. Nu was het mooi weer en rustiger met bezoekers om uitgebreid alles op 170 foto's vast te leggen. Er zaten wat mensen op het terras en twee gidsen gaven rondleidingen. Een week later, 10 september, zijn Marcel Anthonijsz en Wim de Natris meegereden naar Rotterdam waar we een schuilplaats uit de Koude Oorlog van stichting CEKO hebben bezocht. Was erg leuk, druk én gezellig, maar een poging om een lezing over de Stelling van Amsterdam in Rotterdam te geven is mislukt... Toen een lange rit naar Hoek van Holland en wel naar de Torpedoloods, waar we eerst de Duitse bunker erachter bekeken en toen een gezellige lunch in het restaurant hadden. Langs het Fort aan den Hoek van Holland, waar op deze monumentendag geen publiek te zien was, reden we naar de bunkers Hamburg en Bremen. Daar hebben we de MUD-paal uitgeladen die in bruikleen is gegeven aan Stichting Fort aan den Hoek van Holland. Uiteraard hebben we de tentoonstelling in bunker Bremen bekeken en de Koude Oorlog sporen in bunker Hamburg. Tenslotte bekeken we de Amerikaanse troposcatter-antennes uit de Koude Oorlog, die op de duintop staan. Niet extreem groot, maar de vier paraboolantennes zijn indrukwekkend. Het was een geslaagde dag en we reden tevreden terug naar huis. Fort bezuiden Spaarndam
|
De frontbatterijen van Kudelstaart en De KwakelTekst: René Ros. In december vorig jaar publiceerden we een artikel en geheel herziene overzichten van de artillerie buiten de forten en de nevenbatterijen. De daarin onbeantwoorde nieuwe vraag was, waarom de frontbatterijen van Fort bij Kudelstaart en Fort bij De Kwakel niet in de bronnen werden genoemd. Door aanvullend archiefonderzoek kunnen we er iets meer over zeggen. In de frontwal van Fort bij Kudelstaart staan twee betonnen 'nevenbatterijen' en in die van Fort bij De Kwakel staat er één. Op geen van de andere forten komen ze voor en gezien de vooruitgeschoven positie van beide forten, is het aannemelijk dat deze batterijen bedoeld waren om ook het eigen positiegeschut wat naar voren te brengen. De al lang bekende Bewapeningsstaat uit april 1910 noemt de frontbatterijen en het geschut ervoor niet. De in 2018 digitaal gepubliceerde "Geschiedenis van de Stelling van Amsterdam" (1908-1910) is doorzocht, maar zonder resultaat. Op een ontwerptekening uit 1895 staan voor Fort bij Kudelstaart twee aarden batterijen aangegeven. Er is recent een bestek met tekening van 11 mei 1905 geraadpleegd, voor het "Maken van bomvrije gebouwen en onderbouwen voor geschutsopstellingen, schuilgebouwtjes en borstweringsmuren, maken van aardwerk, enz." van beide forten. Dat is een verhullende omschrijving die voor deze bouwwerken bij de aanbestedingen werden gebruikt. Op de forten worden ze een frontbatterij genoemd, erbuiten een nevenbatterij of tussenbatterij. Het betekent dat de frontbatterijen op deze twee forten gelijk met de bomvrije gebouwen zijn aanbesteed en in 1905 of uiterlijk 1906 zijn gebouwd. En zouden dus in de bewapeningsstaat van 1910 moeten staan. Uit nieuw gevonden correspondentie van november 1901 blijkt dat al een aantal nevenbatterijen waren gebouwd. Er had een verkenning voor andere batterijen plaatsgevonden, waarbij werd afgewogen of het geschut op het fort of erbuiten moest worden geplaatst. Er werd gedacht om een batterij achter de liniewal bij Kudelstaart te plaatsen, maar de granaten zouden dan op slechts 9 meter over de infanteristen vliegen en de drukgolf was ook een probleem. De Stellingcommandant stelde op 10 augustus 1904 dat er voor het Fort bij Aalsmeer en Fort bij Kudelstaart geen noodzaak was voor nevenbatterijen, omdat er voor deze forten geen 'kantonnementen' (verblijfplaatsen van vijandelijke troepen) te beschieten zijn. Wel kunnen ze meewerken aan het bestrijden van een aanval over de Westeinderplassen en hun oevers. Daarvoor is direct vuur (zichtbare doelen) nodig en plaatsing op het Fort bij Kudelstaart het beste en niet op de liniewal erachter. In de correspondentie concludeert de Inspecteur der Genie op 14 september 1904, dat er voor de nevenbatterijen een nieuw ontwerp moet komen om te besparen op de kosten. Het aantal schuilplaatsen moet één minder worden, en wel net zoveel schuilplaatsen als er emplacementen zijn. En ten tweede moet de breedte van de emplacementen versmald worden van 3,4 m. naar 2,7 m. Die aanpassingen zien we terug in de bouwtekeningen en in de exemplaren die we nog in het veld aantreffen. In het Nationaal Archief zijn de zogenoemde Memories van Verdediging van beide forten geraadpleegd. Dit zijn mappen die door het Stellinghoofdkwartier werden samengesteld en bijgewerkt, met allerlei documenten, overzichten en kaarten. Het is de handleiding voor het inrichten en het gebruik van het fort met allerlei procedures met buurforten, vakcommandant enzovoort, die bij mobilisatie aan de commandanten werden uitgereikt. Ze moeten in de kamers van de fortcommandanten hebben gelegen en soms is dat ook te merken omdat briefjes en telegrammen uit de mobilisatie zijn achtergebleven. De andersoortige Genie-registers (over aankoop, bouw en technische zaken) zouden ook informatie over de batterijen kunnen bevatten. Er is nogmaals naar gezocht maar de Genie-registers van deze twee forten zijn niet bekend. Minutieus zijn beide memories nagekeken. Het "Overzicht van Geschutbewapening en Munitieuitrusting" én de overzichten van batterijen in de omgeving noemen niets dat met de frontbatterijen te maken kan hebben. Ergens tussen 1905 en april 1910 moet zijn besloten dat de frontbatterijen niet meer gebruikt zouden worden. Blijkbaar is toch gekozen om het geschut buiten die twee forten te plaatsen. Wellicht als gevolg van het aantreden van Generaal-Majoor Van Nooten als Stellingcommandant in 1908? Over de beweegredenen is geen informatie gevonden. Wellicht dat opstelling op een vooruitgeschoven fort het moeilijk zou maken het geschut terug te trekken, zoals dat bij Spaarndam later ook het geval was. Dat ze nooit gebruikt zijn en er zelfs maar kort een gebruik voor was, maakt ze historisch alleen maar waardevoller. Omdat ze zeldzaam zijn met een opmerkelijk verhaal dat letterlijk en figuurlijk verder reikt dan alleen het fort. 'Artillerie buiten de forten' in Nieuwsbrief 508 (2021)
|
Deze nieuwsbrief is een uitgave van het Documentatiecentrum Stelling van Amsterdam. De redacteurs en auteurs aanvaarden geen aansprakelijkheid, op welke wijze ontstaan, door het gebruik van de inhoud van de website, nieuwsbrief of andere publicatie, door welke persoon en voor welk doel dan ook. Wij hebben ons best gedaan om alle rechthebbenden op deze website / nieuwsbrief te achterhalen. Eenieder die meent dat zijn/haar materiaal zonder voorafgaande toestemming hier is gebruikt, verzoeken wij om zich tot ons te wenden. Bij gebruik als bron voor publicaties en andere uitingen is bronvermelding verplicht en tevens wordt deskundige begeleiding, door bijvoorbeeld de redacteur of auteur, aanbevolen. In de nieuwsbrieven weergegeven meningen zijn een deel van een column of strikt persoonlijk tenzij expliciet anders is aangegeven. 'Majoor Van Hall' en 'Soldaat Troelstra' zijn fictieve militairen uit het verleden die dienen als pseudoniemen voor verschillende personen. Activiteiten zoals rondleidingen worden mogelijk door andere partijen georganiseerd en de verantwoordelijkheid voor inhoud, uitvoering e.d. ligt geheel bij de betreffende partij. De inhoud van een nieuwsbrief wordt na publicatie niet meer gewijzigd en kan later onjuist zijn gebleken of niet meer van toepassing zijn. De auteursrechten berusten bij René G.A. Ros tenzij anders is aangegeven. |