Nieuwsbrief 508Nieuwsbrief Stelling van Amsterdam
InhoudIn deze nieuwsbrief:
|
InleidingWelkom bij de laatste Nieuwsbrief Stelling van Amsterdam in 2021. Met hopelijk leuke artikelen om de rustige avonden van weer een lockdown en tevens kerstvakantie mee te besteden en verder door te klikken. Ben jij de tel ook al kwijt en lijkt het één lange lockdown? Er is nog geen artikel gereed dus dan maar beginnen aan de jubileum-nieuwsbrief voor 3 januari volgend jaar. Fijne kerstvakantie! Lees deze nieuwsbrief op: https://www.stelling-amsterdam.nl/nieuwsbrief/2021/nieuwsbrief-508/ Tip: houd de cursor boven elke afbeelding om een beschrijving te zien.
|
Dienstberichten- In Nieuwsbrief 500 lanceerden we de Mobilisatie Herinneringen van Luitenant Rang. Daarin gaven we ook een toelichting op de totstandkoming en een kosten-indicatie. Daarbij gaven we aan dat de factuur van het Recreatieschap Spaarnwoude voor de fotosessie op Fort benoorden Spaarndam de grootste kostenpost zou zijn. Ondanks meerdere 'aanmaningen' hebben we die factuur nooit ontvangen en na een half jaar boeken we die schuld af. Met dank aan het Recreatieschap Spaarnwoude voor hun medewerking! - Van de Mobilisatie Herinneringen van Lolke Rang is een gewijzigde versie gepubliceerd. Met aanvullende informatie over de woning van timmerman Groot. Maar ook, nadat eindelijk de studiezaal van het Nationaal Militair Museum kon worden bezocht, enige aanvullende opmerkingen over de Instructie-Inventaris en de Militaire reisherinneringen in Rusland door fortcommandant Scholten. - Wie heeft er in de omgeving van Weesp een dia-scanner die geschikt is voor A4-formaat negatieven? En die ik eens mag lenen of gebruiken om bijna 90 negatieven te scannen?
|
Prettige feestdagen!Mede namens de andere betrokkenen van het Documentatiecentrum Stelling van Amsterdam wens ik alle lezers fijne feestdagen, een goede jaarwisseling en alvast een voorspoedig 2022! Heel veel dank aan de vrijwilligers, sponsors en donateurs die het werk ook dit jaar hebben ondersteund. René Ros
|
Artillerie buiten de fortenTekst: René Ros. Waarom zijn er alleen betonnen nevenbatterijen in het westfront van de Stelling? Waren er niet meer batterijen? Daar waren zeker aanwijzingen voor, maar een overzicht was er nog niet. En wat was de taak of taken van dergelijke batterijen? Sinds 2004 kennen we een geheime stafkaart met alle verdedigingswerken, inundatiekommen en andere interessante zaken over de Stelling. Daarop staan batterijen aangegeven met een warboel aan Romeinse getallen en kleine letters bij verschillend gekleurde punten. De kaartcoördinaten werden bepaald en langzaam begon er een beeld te ontstaan, en ook op een andere manier. Want ook al heel lang kennen we negentig foto's uit 1916 die zijn opgenomen in twee fotoalbums, die nu in het Nationaal Archief en het Nationaal Militair Museum liggen. Daartussen zitten foto's van batterijen en 'mitrailleurstanden' buiten de forten. Met soms een plaatsnaam in het bijschrift en, met nu een beperkte hoeveelheid locaties, was het iets makkelijker om de locaties te achterhalen waar die foto's waren gemaakt. Bij de meeste foto's blijft het een aanname, maar soms is het echt heel zeker. Zoals van de foto "Mitrailleuropstelling in de hoofdweerstandslijn bij Kwadijk" (links), waarop een nog bestaande woning in dat dorp is te herkennen. Belangrijk is ook dat deze foto's aantonen, dat in ieder geval een deel van de batterijen is aangelegd en het niet gaat om niet-uitgevoerde plannen. Er blijkt sprake te zijn van batterijen met positiegeschut (12 en 15 cM) voor de zware artilleriestrijd met een vijand, aangegeven met een Romeins getal. De betonnen nevenbatterijen waren voor dit positiegeschut, maar er waren nog veel meer aarden batterijen voor bestemd. Tussendoor was er contact met Martin Hilgers die zich richt op de Groep Westzaan. Hij had in de Memorie van Verdediging van die groep stukken gefotografeerd over de batterijen in nota bene de groep Halfweg! Met keurig de Romeinse getallen en kleine letters, zoals ook op de militaire kaart waren gebruikt. Deze lijst bevat de locatie én de taak, en bevestigde bovenstaande informatie. Begin december ben ik naar het Nationaal Archief geweest om de lijsten van de andere groepen te vinden. Eerst de memories van de vier sectoren, maar helaas zonder resultaten. Vervolgens twaalf dossiers met de memories van de groepen en ook daar geen positief resultaat... Een tweetal stormvuurbatterijen was al bekend uit andere bronnen. De Batterij aan het Noordzeekanaal bleek nu als batterij r in de Groep Westzaan op de lijst te staan. En de Post aan de Uiterweg, bij Aalsmeer, moet batterij o in de Groep Schiphol zijn geweest. De betonnen frontbatterijen van Fort bij Kudelstaart en Fort bij De Kwakel worden echter niet op de kaart als batterij aangeduid. In de bewapeningsstaat wordt er ook geen geschut voor genoemd. Het is dus onzeker welk kaliber er zou hebben moeten staan en met welk doel. Aangezien elders betonnen batterijen voor zwaar positiegeschut waren, zou je kunnen aannemen dat dat hier ook het geval was. Ook staat de hoofdschootsrichting (as) niet op het access gericht maar verder naar voren. En van Fort bij de Kwakel is bekend dat het de Stelling bij Vrouwenakker moest ondersteunen, op 1200 meter en verder. Het hefkoepelgeschut zal daar niet voor gebruikt zijn, zodat het aannemelijk is dat het geschut op de frontbatterij die taak had. Wellicht moeten we binnenkort toch maar eens de Memories van Verdediging van beide forten gaan raadplegen. De reden dat op deze twee forten wél zware artillerie op het fort kwam, zal te maken hebben met het feit dat ze voor de hoofdverdedigingslijn liggen. Afijn, ze zijn een bijzondere uitzondering op het verhaal van de artillerie buiten de forten. De nu 'ontdekte' batterijen zijn vrijwel alle verdwenen, op locaties die bebouwd of grasland zijn, zodat een bezoek tijdsverspilling is. Restanten van drie aarden batterijen herkennen we alleen in één liniewal, namelijk de Geniedijk Haarlemmermeer. In de aan de website toegevoegde overzichten, wordt het positiegeschut met naam, omschrijving, locatie en - indien beschikbaar - een foto getoond. Van de nabijverdediging zijn alleen lijsten met letter, acces en nabijgelegen fort. Eventuele foto's worden onder de betreffende lijst weergegeven. Stel dat de Stelling zoals die in 1918 was, ons geheel intact was overgeleverd maar zonder de forten. Dan was het een nog veel indrukwekkender geheel van veel kleine verdedigingswerkjes geweest, dan wat we nu hebben. In werkelijkheid zijn ons eigenlijk alleen de forten en liniewallen nagelaten en dat vinden we al indrukwekkend! We hopen dat bij het geplande herstel van de liniewallen, ook de batterijen hersteld zullen worden. Zodat je kan zien dat het geen gewone waterkerende dijk is, maar een verdedigingswerk. Artillerie buiten de forten (nieuw, vervangt overzicht nevenbatterijen)
|
Is het wel of geen Stelling-kruitkist?Tekst en foto's: René Ros. Sommige mensen hebben heel exotische reizen op hun bucket-list staan. Zelf kon ik 'alle forten van de Stelling bezoeken' in 2019 afvinken. Eigenlijk stonden alleen een buskruitkist en een bord 'hondenbewaking' er nog op. Iedereen die me kent weet dat ik iets met locaties heb, dus liefst is wel bekend waar de buskruitkist of het bord vandaan komt. Onlangs kon een buskruitkist verworven worden. De teksten erop gaven goede hoop, maar is te bepalen of die kruitkist iets met de Stelling te maken heeft? De buskruitkist kon op een voormalig Koude Oorlog magazijncomplex opgehaald worden, dat was op zich al de moeite waard. In een S-magazijn stond de onbeschilderde kist van 39x39 cm en 44 cm hoog. Dankzij de twee scharnierende handgrepen kon de 21 kilo brons eenvoudig in de auto getild worden. Aan de bovenzijde zit een 20 cm grote ronde opening met bijpassende deksel met een knelsluiting. Langs de bovenrand is de tekst "Becht & Dyserinck Amsterdam 1898" ingeslagen. Deze fabriek was in 1867 opgericht en gevestigd aan de Stadhouderskade 80-81 in Amsterdam. Het gebouw bestaat niet meer, en het Stadsarchief Amsterdam heeft slechts één afbeelding van een houtgravure in de beeldbank. Online is ook weinig informatie te vinden. In 1913 is de fabriek verhuisd of heeft een tweede locatie geopend aan de Vecht bij Weesp. Een paar restanten van de gebouwen zijn nog te vinden achter het landhuis aan de 's-Gravelandseweg 22, op mijn fietsroute van Weesp naar Fort Uitermeer. Het jaartal 1898 biedt goede kansen dat de buskruitkist voor de Stelling is gemaakt. Het kan ook voor de Koninklijke Marine zijn geproduceerd, maar in de Nieuwe Hollands Waterlinie waren in dat jaar hopelijk toch wel voldoende gevulde buskruitkisten aanwezig. Ook de pantserforten IJmuiden en Pampus evenals Fort bij Abcoude en de kustbatterijen Diemerdam en Durgerdam moeten van eerder geproduceerde buskruitkisten zijn voorzien. Dat geldt waarschijnlijk ook voor de in 1895 opgeleverde bomvrije kruitmagazijnen in het Westfront. Logischerwijs zou je denken dat deze kist geproduceerd is voor de in 1899 opgeleverde forten Veldhuis, St. Aagtendijk, Velsen en Vijfhuizen. Het zou mooi zijn om een archiefstuk te vinden dat dit kan bevestigen. Maar in het inventaris van het archief Stelling van Amsterdam (Nationaal Archief) komt de term buskruit c.q. buskruid helemaal niet voor. De kans dat de aankoopnota met het nummer van deze kist nog bestaat is nihil. En die aankoopnota zal niet vermelden waar de gevulde kist decennia heeft gestaan. Toch ben ik tevreden en denk dat er een grote kans is, dat de kist voor de Stelling is gemaakt. Maar met 4,50 euro per kilo brons komt het niet op Fort Uitermeer te staan... Maar, weet iemand een origineel bord 'Hondenbewaking' van een bekende herkomst? Foto Fabriek Becht & Dyserinck op website Het Geheugen
|
De Koepel van VelsenTekst: René Ros. Je kijkt recht in de loop als je voor het hek naar het depot van het Nationaal Militair Museum staat. En mocht je de bocht te ruim nemen, dan zal je voorbumper meer schade hebben dan het voorpantser. In ruim veertig jaar tijd is er veel gezeuld met 'de koepel van Velsen' maar eigenlijk niets mee gebeurd. Wat kan de toekomst bieden voor dit stuk historie? In najaar 1980 is door de 840 Zwaar Transport Compagnie van de Koninklijke Landmacht een van de drie pantserkoepels van Fort bij Velsen overgebracht naar het Geniepark in Alphen aan de Rijn. Een van de betrokkenen heeft in 2009 in deze nieuwsbrief verslag gedaan van het bijzondere transport. Ook gaf hij aan dat de koepel enkele maanden later naar het Artilleriemuseum bij Oldebroek werd overgebracht. Op een mij onbekend moment is de pantserkoepel (of beter pantseraffuit) naar het Fort aan den Hoek van Holland overgebracht, waar het onderdeel werd van de tentoonstelling van het Nederlands Kustverdedigings Museum. Het was daar in losse onderdelen op het buitenterrein te bekijken. Vermakelijk was dat een aantal mensen zich toen opwierpen als de redders van de pantserkoepel. Door slechte administratie was er onduidelijkheid ontstaan over het eigendom. Maar volgens de - toen al bekende - brieven in een archief van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie, was deze koepel buiten de verkoop van het Fort bij Velsen gebleven en nog staatseigendom. In maart 2015 heeft namens de staat het Nationaal Militair Museum (NMM) de pantserkoepel met ander geschut terug in haar bezit genomen. Sindsdien staat het buiten bij het depot van het NMM op de voormalige vliegbasis Soesterberg. In een presentatie van conservator Paul van Brakel van het NMM, tijdens een online netwerkmiddag van het Kenniscentrum Waterlinies, werden de plannen openbaar gemaakt. Het NMM had besloten dat de pantserkoepel niet in haar collectie thuishoort en het zou 'vervreemden'. In de presentatie werd een plan getoond om de pantserkoepel in de frontdekking van het het Fort bij Kudelstaart te plaatsen. Uit een andere bron was bekend dat Fort aan Den Ham belangstelling had getoond, maar dat plan was niet haalbaar. Zelf heb ik enkele jaren onterecht gedacht dat het om hefkoepelgeschut ging. Was dat het maar geweest, dan had het op veel forten letterlijk en figuurlijk een passende plek kunnen vinden. Maar het gaat om uniek 15 cm geschut van een wat grotere omvang. Terug naar het Fort bij Velsen lijkt uitgesloten en in ieder geval niet in de nabije toekomst, zolang het fort geen nieuwe eigenaar heeft die er mogelijk iets mee zou willen. En omdat het bomvrije gebouw niet meer bestaat, zal het ook daar los op het terrein komen te staan. En na ruim 40 jaar omzwervingen weer terug op de oorspronkelijke plek, is ook weer zo wat. Gezien haar oorspronkelijke functie, heeft de pantserkoepel een belangrijke band met het Noordzeekanaal. Zichtbaar vanaf de provinciale weg zou Fort Zuidwijkermeer wellicht te overwegen zijn. Fort bij IJmuiden lijkt een beter idee, omdat ook dat fort een pantserkoepel voor 15 cm geschut heeft gehad. Dat was echter een andere uitvoering maar bovendien twee stuks onder één koepel en daardoor zijn - om te beginnen - de afmetingen niet hetzelfde. De koepel van Velsen inhijsen op IJmuiden zou een heel aparte constructie opleveren. Nog afgezien van de hoge kosten voor die constructie, het transport en hijsmateriaal naar een eiland. Ik vrees dat we geen fort gaan vinden waar de pantserkoepel passend én haalbaar én welkom is. Bespaar de transportkosten door de pantserkoepel bij het NMM te plaatsen als onderdeel van de tentoonstelling. Plaats het in het gebied tussen de parkeerplaatsen en de toegang? Of buiten het gebouw ter hoogte van de geschutcollectie? En dan wel zover in een betonvloer, als dat het oorspronkelijke in het fortdak zat en de muren hoeven niet meer zo dik te zijn. Als er geld is voor een tunneltje vanuit het gebouw, dan is dat leuk maar niet noodzakelijk. Om maar een paar ideeën te opperen, wetende dat de realiteit ingewikkelder is. Maar dan moet het NMM nog eens gaan nadenken waarom de pantserkoepel niet in de collectie zou passen. Wat maakt dit geschut anders dan het 10 cm Kazemat of het 15 cm Lang? Waarom wel tanks en vliegtuigen en niet deze koepel? Waarom zou deze pantserkoepel de bezoekers niet een tastbaar beeld kunnen geven van de werkelijke omvang van de dode weermiddelen? Forten die, in tegenstelling tot tanks en vliegtuigen, niet naar het museum zijn te verplaatsen maar wel een belangrijk onderdeel van de militaire historie van ons land zijn. Bovendien grotendeels werelderfgoed en goed om bezoek aan te moedigen! Er staat een iconisch onderdeel op slechts 770 meter afstand om daarvoor te gebruiken! 'Zwaar Transport Compagnie op Fort bij Velsen' in Nieuwsbrief 333 (2009)
|
Sensed the past at a fortTekst: René Ros (Kenniscentrum Waterlinies), Pamela Jordan en Sara Mura (Universiteit van Amsterdam) Als onderdeel van een driedaags symposium over de beleving van erfgoed en archeologie waren we gevraagd een bijdrage te leveren met een introductie en opdracht op Fort bij Uithoorn. We verleenden medewerking omdat ook wij niet alleen tekstuele informatie belangrijk vinden, maar ook beleven, ruiken en voelen. Alleen lagen bij medewerker René Ros de Engelse vaktermen niet altijd op het puntje van de tong, maar daar kwamen ze gezamenlijk uit. Het verslag van de bijeenkomst op zaterdag 9 oktober jl. door de twee organisatoren - in het Engels - wordt hierbij gedeeld. The international workshop Sensing the Past: A workshop in applied sensory archaeology and heritage assessment was held in Amsterdam from October 7th-9th 2021. Organized by PhD candidates Pamela Jordan and Sara Mura (School for Heritage, Memory, and Material Culture, University of Amsterdam), the workshop brought together established scholars and early-stage researchers across disciplines who apply sensory approaches to their heritage and archaeology research. Over 140 registered participants joined to exchange theories, methodologies, and experiences regarding any sensory approach. The workshop started with two full days of online talks grouped into four themed sessions: Senses of Places, Motion and Synaesthesia, Approaching the Object, and Senses and Cognition. The fifteen presentations were anchored with a keynote address by Dr. Sue Hamilton, which generously wove themes and questions raised throughout the two days with decades of her own experience applying sensory approaches to archaeology. After two days of sensory consideration from a distance, an in-person sensory walk was held on October 9th at the Fort bij Uithoorn to conclude the workshop. The fort was originally built as part of the Defence Line of Amsterdam, which is inscribed in the Stelling van Amsterdam UNESCO world heritage site. A historical presentation and guided tour were given by Mr. René Ros from the Documentation Centre Defence Line of Amsterdam, revealing how the site maintains many of its original physical features. The subsequent sensory survey offered an approach for participants to analyse historic sensory contributions to such a relatively intact historic space while the echoes of the previous two days’ talks were still resonating. A final group conversation on the potentials and challenges of such an approach pointed towards how participants could contribute to other redevelopment dialogues beyond mere material evidence. The workshop was a collaboration of the Universiteit van Amsterdam and the Vrije Universiteit Research Institute CLUE+, made possible with the support of Prof. Dr. Gert-Jan Burgers, the ARCHON National Research School of Archaeology, the Amsterdam School for Heritage, Memory and Material Culture, and the Amsterdam Centre for Ancient Studies and Archaeology. Event 'Sensing the Past' with abstracts
|
Kerstmis op 't fortTekst: Een militair op een fort in december 1939. We zijn weer een mooi, persoonlijk verhaal op het spoor, waarover we mei volgend jaar een thema-nieuwsbrief hopen te laten verschijnen. Er is een fragment over een kerstviering die we je op dit toepasselijke moment niet willen onthouden.
|
Deze nieuwsbrief is een uitgave van het Documentatiecentrum Stelling van Amsterdam. De redacteurs en auteurs aanvaarden geen aansprakelijkheid, op welke wijze ontstaan, door het gebruik van de inhoud van de website, nieuwsbrief of andere publicatie, door welke persoon en voor welk doel dan ook. Wij hebben ons best gedaan om alle rechthebbenden op deze website / nieuwsbrief te achterhalen. Eenieder die meent dat zijn/haar materiaal zonder voorafgaande toestemming hier is gebruikt, verzoeken wij om zich tot ons te wenden. Bij gebruik als bron voor publicaties en andere uitingen is bronvermelding verplicht en tevens wordt deskundige begeleiding, door bijvoorbeeld de redacteur of auteur, aanbevolen. In de nieuwsbrieven weergegeven meningen zijn een deel van een column of strikt persoonlijk tenzij expliciet anders is aangegeven. 'Majoor Van Hall' en 'Soldaat Troelstra' zijn fictieve militairen uit het verleden die dienen als pseudoniemen voor verschillende personen. Activiteiten zoals rondleidingen worden mogelijk door andere partijen georganiseerd en de verantwoordelijkheid voor inhoud, uitvoering e.d. ligt geheel bij de betreffende partij. De inhoud van een nieuwsbrief wordt na publicatie niet meer gewijzigd en kan later onjuist zijn gebleken of niet meer van toepassing zijn. De auteursrechten berusten bij René G.A. Ros tenzij anders is aangegeven. |