Nieuwsbrief 543Nieuwsbrief Stelling van Amsterdam
InhoudIn deze nieuwsbrief:
|
InleidingWe beginnen zonder dienstberichten maar met enkele reacties, een legerorder over vloeken en de aankondiging van de wandeling op de De Fransche Kampheide bij Bussum. Vervolgens een artikel over een ooggetuige van de Amsterdamse aardappeloproer in 1917. Dan weer naar het recente verleden over de oorsprong en ons gebruik van de koepelnaam 'Hollandse Waterlinies'. En een verslag van onze geslaagde dagexcursie. En tenslotte weer terug in de tijd, over het archief van de Eerstaanwezend Ingenieur te Amsterdam. Over drie weken verschijnt een extra dik zomernummer zodat je gedurende de hele zomervakantie ook over dit onderwerp nog wat te lezen hebt. Lees deze nieuwsbrief op: https://www.stelling-amsterdam.nl/nieuwsbrief/2024/nieuwsbrief-543/ Tip: houd de cursor boven elke afbeelding om een beschrijving te zien.
|
Dienstberichten- Reactie: "Mooie nieuwsbrief heb je weer gemaakt. Nooit geweten dat er in periode '44-45 polders geïnundeerd waren! En als altijd smakelijke persoonlijke verhalen!" - Reactie: "k lees hem meestal en er staan altijd zaken in die ik interessant vind. ... Ook heb ik een wandeltocht gemaakt langs Fort bij Kudelstaart, Fort bij de Kwakel, Fort aan de Drecht en Fort bij Uithoorn. Bijzonder om door het landschap, meestal volgebouwd, te lopen aan de hand van de beschrijvingen die jij gemaakt hebt." - Na de tsunami aan dienstberichten in de vorige nieuwsbrief, ontbreken ze deze keer. Er is op dit moment geen klein nieuws te melden.
|
Legerorder "Verbod tot vloeken"Een voor u opgemerkte en overgenomen legerorder uit "Recueil Militair en Legerorders, 6e beknopte uitgave, Eerste Deel 1814-1928, Staatsdrukkerij- en Uitgeversbedrijf, 1939" (NL-WpDStvA-C16089). Ministeriële beschikking van 1 Januari 1927, IIde Afd., Nr. 22. In de soldatenkamers, cantines en wachtlokalen moet een afschrift worden opgehangen van den aanhef en punt a van artikel 22 van het Reglement betreffende de Krijgstucht.
|
Rondleiding De Franse Kamp (H)Tekst en foto: Klaas Oosterom (Historische Kring Bussum). Op zaterdagmiddag 29 juni organiseert de Historische Kring Bussum om 13.00 uur een excursie naar een bijna vergeten onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie op de De Fransche Kampheide bij Bussum. Op en bij het seizoenskampeerterrein De Fransche Kamp bij Bussum liggen in een bosgebied bijna 60 betonnen schuilplaatsen uit 1918. Het zijn schuilplaatsen van het type 1918-I en 1918-II. De schuilplaatsen zouden deel gaan uitmaken van een extra linie op circa twee en halve kilometer ten zuiden van de vesting Naarden. In 2010 heeft de Historische Kring er één toegankelijk gemaakt en kan je kruipend in. De gegidste wandeling duurt ruim een uur en deelname is gratis. Verzamelen op de parkeerplaats van Camping De Fransche Kamp, Franse Kampweg 5A te Hilversum. Graag vooraf per e-mail opgeven via oosteromnc@gmail.com. Daarna ontvang je exacte gegevens over route, tijd en plaats. Als je je goed wilt voorbereiden, kijk en luister dan naar het interview uit 2023 op GooiTV. De Historische Kring Bussum is op zoek naar mensen die deze excursie in de toekomst willen verzorgen. Als je interesse hebt, neem dan contact op via hetzelfde mailadres. 'Onder de Fransche Kampheide' in Nieuwsbrief 533 (2023)
|
Aardappeloproer 1917Tekst: René Ros. Over een paar weken na verschijnen van deze nieuwsbrief is het 107 jaar geleden dat de Aardappeloproer in Amsterdam plaatsvond. Oke, geen mooi rond 'jubileum', maar de aanleiding is dan ook niet een jaartal maar een prentbriefkaart van Willem Hakkaart uit Oegstgeest. Vanwege de slachtoffers en de ernst van den zaak maken we weinig woordgrappen met eten. Door de Eerste Wereldoorlog was er ook in Nederland een tekort aan voedsel, waaronder aardappelen. Zout was er overigens wel genoeg. Het tekort leidde van 28 juni tot 5 juli 1917 tot een opstand in Amsterdam. Juist vanwege de neutraliteit moest Nederland door afspraken ook aardappelen exporteren naar Engeland en Duitsland. En ook het leger ontving voor vier dagen per week aardappelen met groenten. Toen op 28 juni in de Prinsengracht schuiten met aardappelen bleken te liggen, probeerden vooral vrouwen deze te plunderen maar werden door de politie tegengehouden. De volgende dagen werden aardappelen in spoorwagens onder publieke druk verkocht. Maar ook werden winkels en pakhuizen geplunderd, waardoor de rellen steeds ernstiger werden. Besloten werd het leger, inclusief de Koninklijke Marechaussee, ter assistentie van de Amsterdamse politie in te zetten. Het dagboek van stellingcommandant Ophorst vermeldt op 2 juli: "Ongeregeldheden te Amsterdam en volgende dagen" en "Versterking van het garnizoen met 5 bataljons en 2 Eskadrons". Volgens de familie-overlevering had Ophorst bezwaren om militairen in te zetten die niet getraind waren voor 'woeilingen'. Uit foto's, in de beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam, blijkt dat deze troepen in loodsen maar ook in een tentenkamp op het latere Museumplein waren ondergebracht. Een van de militairen blijkt kleermaker Willem Hakkaart (1895-1943) uit Oegstgeest. Zijn 1e Bataljon van het 4e Regiment Infanterie bevond zich bij Bussum en moet een van de bataljons zijn die op 2 juli naar Amsterdam moesten. Of en hoe hij precies werd ingezet is onbekend, maar op 9 juli 1917 verstuurde hij een prentbriefkaart naar familie en schreef onder andere: "Zoals u allen weet zijn wij uit Leiden vertrokken 26 Juni naar Bussem [Bussum]. Nu liggen we in Amsterdam. Zooals u allen weet hebben ze hier nogal aardig geplunderd en geroofd de vorige week. Op het oogenblik is het gelukkig nogal rustig. Het is te hoopen dat we weer gauw naar Bussum gaan." De prentbriefkaart met deze korte maar bijzondere getuigenis van een betrokkene hebben we onlangs verworven voor onze collectie. Het plaatje is van de Amstelstraat in Amsterdam, maar lijkt niet relevant voor het verhaal. Het dagboek van de stellingcommandant meldt op dezelfde 9 juli: "De versterking van het garnizoen gaat geleidelijk terug naar de garnizoenen" en "Een bataljon Infanterie en 1 peloton Huzaren blijven ter versterking". Als het bataljon van Hakkaart niet degene is die in Amsterdam achterbleef, dan ging hij na het versturen van de prentbriefkaart terug naar Bussum. Of wellicht terug naar Leiden? Soldaat Hakkaart (Nieuw)
|
Het Werelderfgoed DuoTekst en foto: René Ros. Je vermoedt het wellicht niet, maar er wordt nagedacht over de teksten en termen op deze website. Kanonnen of geschut? Soldaten of militairen? Nazi's of Duitse bezetter? En ook over het gebruik van de naam van de twee waterlinies die sinds 2021 samen één UNESCO Werelderfgoed zijn, waaronder onze Stelling. In dit artikel hoe de koepelnaam Hollandse Waterlinies tot stand is gekomen en hoe het op onze website wel of niet wordt gebruikt. Hollandse Waterlinies of Stelling van Amsterdam? Op 11 mei 2017 was er in Culemborg een bijeenkomst om tot een koepelnaam voor het aspirant werelderfgoed van de twee waterlinies te komen. Het was ongebruikelijk en dus verrassend, dat ook uw onderzoeker was uitgenodigd. Met ook enkele mensen die mogelijk - bij wijze van grappig spreken - de beide waterlinies niet op een kaart zouden kunnen aanwijzen. En met, volgens het video-verslag, twee keer zoveel personen uit de NHWL als uit de StvA. De eerste ronde bestond eruit om op de achterzijde van briefkaarten naamvoorstellen te schrijven. Om te archiveren heb ik de briefkaarten mee mogen nemen en is te achterhalen dat er 23 namen op 19 kaarten waren genoemd. Naast 'Een muur van water', 'Tulpenstelling' en 'Oranje Linie', werd vier keer 'Watervesting Holland' genoemd. Daarna 'Vesting Holland' en 'Hollandse Waterlinies' elk twee keer. Met 'Hollandse Waterlinies' wordt van oudsher de Oude- en de Nieuwe Hollandse Waterlinie bedoeld, maar de historie van de naam was blijkbaar geen steekhoudend argument ertegen. Alhoewel in de top drie van de eerste ronde, haalde 'Vesting Holland' de tweede ronde al niet. Persoonlijk vind ik die nog steeds de beste, maar dan liefst ook met het Zuidfront in de provincie Zuid-Holland als onderdeel van het werelderfgoed. 'Watervesting Holland', 'Hollandse Waterlinies' en 'Waterlinies Holland' kwamen als top 3 uit de bijeenkomst. De domeinnamen voor alle drie werden dezelfde dag en elf dagen later geregistreerd. Hoe het verder is verlopen is aan deze zijde niet (meer) bekend, maar 'Hollandse Waterlinies' is het geworden en stond op het nominatiedossier dat in 2019 in Parijs werd aangeboden. Omdat we geen tweede unieke waterlinie konden nomineren, werd de Nieuwe Hollandse Waterlinie genomineerd als uitbreiding op de Stelling van Amsterdam hetgeen in juli 2021 werd bezegeld. In de loop der tijd is voor onze website een voorkeurgebruik uitgekristalliseerd, waarbij 'Hollandse Waterlinies' zo min mogelijk wordt gebruikt. En vooral omdat het een niet-historische, gekunstelde constructie is. Twee linies die geen onderdeel of uitbreiding van elkaar zijn geweest, niet gelijkwaardig waren en andere ontstaansgeschiedenis en functies hadden. En als zodanig is het niet vanzelfsprekend om die naam op een historische website over één van die linies te gebruiken. En er zijn geen plannen om ook 25 jaar aan de Nieuwe Hollandse Waterlinie te gaan werken en de website daar mee uit te breiden. Eigenlijk wordt de koepelnaam alleen gebruikt als iets gezegd wordt over de beschermende status, als onderdeel van een organisatie- of activiteitnaam of in eventuele links. De Werelderfgoed-status alleen biedt op zich geen juridische bescherming, maar de Nederlandse wet- en regelgeving die er uit volgt. In onze database kennen we daarom geen 'werelderfgoed' als monumentstatus. Wel wordt het op de website bij de forten onder 'Monument Status' genoemd als 'Lijst van Werelderfgoed UNESCO' en er lijkt geen reden om die omschrijving te wijzigen. Zelfs als verkorting voor de twee historische linies staat 'Hollandse Waterlinies' wat vreemd, doet het afbreuk aan elke linie en kan het verwarrend zijn. Als het over een gebied of een fort gaat, is het aansprekender om in de eerste plaats te noemen tot welke historische linie het behoort. Het gaat - en dat is ook bij andere betrokkenen te zien en te horen - vaak te ver om dan alleen of ook nog eens de naam van het werelderfgoed te noemen. Al zoekend op Google lijkt het er op dat de koepelnaam drie jaar na dato eigenlijk alleen door overheidsorganisaties en in de pers wordt gebruikt. En op webpagina's die er de Oude- en Nieuwe Hollandse Waterlinies mee bedoelen. De Stelling-website valt wat dat betreft dus zeker niet uit de toon.
|
Verslag dagexcursie 2024Tekst: meerdere deelnemers. De 23ste dagexcursie in 24 jaar vond op 4 mei jongstleden plaats, op Dodenherdenking. De 25 deelnemers bezochten de Kustbatterij bij Diemerdam, Fort bij Abcoude, Fort bij Nigtevecht, Fort Uitermeer, de Vesting Weesp en zagen onderweg nog meer objecten. Het weer was uitstekend en zelfs behoorlijk warm, wat een tegenstelling met de voorafgaande natte dagen was! Uit de reacties van de deelnemers is dit verslag samengesteld. "De eerste stop was de 'Kustbatterij bij Diemerdam' die mij totaal onbekend was. De ontvangst bij Paviljoen Puur met koffie en appelgebak was een heel erg goed begin." "Ik heb wederom een mooie dag meegemaakt, de forten die we deze keer bezochten waren mede door het mooie weer weer een lust voor het oog (Abcoude) en een oase van rust en natuur." "Ook Fort bij Nigtevecht kende ik wel, maar toch weer leuk om daar te lopen en het nog eens te bekijken en dan zie je toch weer dingen die eerder niet opgevallen zijn." "Erg leuk dat we na vele keren Fort Uitermeer te hebben bezocht, eindelijk weten waar gebouw 21 met de verschillende deuren voor diende. Top dat de deuren open gingen om binnen te kijken." "Het torenfort aan de Ossenmarkt in Weesp was gelukkig ook open, want daar was ik ook nog nooit binnen geweest." "Was heel gezellig in de auto. Handig als René er in zit, vertelde allemaal leuke weetjes 😁" We sloten met de chauffeurs en enkele deelnemers af in een Aziatisch restaurant in Amsterdam Zuid-Oost. Vroeger de Oostbijlmerpolder en 80 jaar geleden door de Duitse bezetter onder water gezet als onderdeel van de Hintere Wasserstellung. Tegen acht uur zaten we voldaan aan de afsluitende koffie en hebben de herdenking op de Dam via de mobiele telefoon gevolgd en ook twee minuten stil gehouden. Kustbatterij bij Diemerdam
|
Archief Eerstaanwezend IngenieurTekst: René Ros. Dit jaar zal het Noord-Hollands Archief in Haarlem weer een aantal maal bezocht worden. Er waren al eerder veel archiefstukken geraadpleegd, maar het laatste bezoek was in 2016 geweest. De wensenlijst was wat lang geworden en er zijn in de loop der tijd ook nieuwe archieven beschikbaar gekomen. Na elk bezoek worden de resultaten verwerkt en, zodra er tijd in de agenda is, een nieuw bezoek gepland. In dit artikel de kleine vondsten in het archief van de Provinciale Waterstaat. Het archief van de Eerstaanwezend Ingenieur der Genie te Amsterdam werd vooral nagekeken op stukken over forten en bouwwerken. Er werden een aantal kleine maar interessante vondsten gedaan. Een aantal daarvan komen in dit artikel aan bod, de rest komt niet verder dan de notities en de foto's van de stukken. In 2019-2021 is op het Fort aan het Pampus de mistklok herbouwd en hierover vonden we tekeningen en correspondentie die bij de Stichting Forteiland Pampus nog niet bekend waren. Uit een bouwtekening blijkt dat de zelfwerkende mistklok in 1892 is gebouwd met een "Motor voor Mistklok" van Machinefabriek "Breda" (Backer & Rueb). Ook het patroon wordt in de stukken beschreven: 20 slagen per minuut in 10 groepen van twee slagen met een interval van ongeveer vier seconden. Tegenwoordig is de herbouwde mistklok te huur voor overnachtingen. Bij deze stel ik voor dat het geluid in de wekker wordt ingesteld, zodat op passende wijze een nieuwe wereld in de morgen begint. De gasten wakker maken met kanonschoten is een andere mogelijkheid, welke maar niet overwogen moet worden. Het geschut is niet meer aanwezig en voor de twee stuks 24 cM waren in 1912 bovendien slechts 125 granaten beschikbaar plus 35 lichtere kartetsen (met kogels). Voor de zes stuks 6 cM geschut waren er 150 granaten en 350 kartetsen opgeslagen. Dat is niet veel voor het beschieten van veel vijandelijke schepen op de Zuiderzee. Hoeveel en met welke snelheid de munitie aangevuld kon worden is niet bekend. Deze getallen komen uit het dossier "Stukken betreffende de bewapening van de Stelling van Amsterdam, de Nieuwe Hollandsche Waterlinie, de drie kuststellingen en de verschillende afzonderlijke forten". Daarin een exemplaar van de Bewapeningsstaat Stelling van Amsterdam 1910, maar die was al bekend en zit in de database. Fascinerend zijn de dossiers "Staat van het Geschut enz." met per sector en groep van alle forten het aanwezige geschut, het aantal opgelegde schoten en bijbehorende gereedschap. De bewapening kennen we al maar als iemand ze wil overtypen, dan komen we te weten hoeveel munitie er in de forten en munitiemagazijnen opgeslagen was. Voor nu blijft het beperkt tot de map van het Fort aan het Pampus. Dan een heel ander onderwerp: de materiaalboeken voor de bouw van een tweede woning op Fort Waver-Amstel van december 1932 tot en met oktober 1933. Met daarin gegevens over het verwerkte materiaal en de kosten per datum. Bij het ontwerp van de bergloods was in 1891 ruimte voor twee gebouwen voorzien, maar nog niet aanwezig. Op een bouwtekening uit 1914 is er een wachterswoning aangegeven plus een loods voor brugmaterieel. Vanwege de materiaalboeken is er geen twijfel dat die tweede woning ook daadwerkelijk is gebouwd. Op een plattegrond uit 1965 staan, van west naar oost) zowel de loods voor brugmaterieel, de wachterswoning, de bergloods en de nieuwe woning aangegeven. Op een ongedateerde matige luchtfoto zijn ze ook allemaal te zien. Rond 1970 zijn alle bijgebouwen gesloopt en vervangen door een nieuwe woning die nog bestaat, ongeveer waar de bergloods stond. Voor welk doel de woning in 1932 is gebouwd, dat staat er helaas niet bij. Er zijn geen andere forten bekend waar in de jaren 1930 nog een woning is gebouwd. Wat betreft persoonlijke verhalen was het dossier "Personeelsdossiers van technische ambtenaren der Genie, machinisten en stokers bij de militaire inrichting voor drinkwatervoorziening in de Stelling van Amsterdam en andere ambtenaren" alleraardigst. Ook de bekende wachter D. Engel van 'het vuurtoreneiland' zit ertussen, maar het is vooral personeel van de Militaire Drinkwatervoorziening. Fort aan het Pampus
|
Deze nieuwsbrief is een uitgave van het Documentatiecentrum Stelling van Amsterdam. De redacteurs en auteurs aanvaarden geen aansprakelijkheid, op welke wijze ontstaan, door het gebruik van de inhoud van de website, nieuwsbrief of andere publicatie, door welke persoon en voor welk doel dan ook. Wij hebben ons best gedaan om alle rechthebbenden op deze website / nieuwsbrief te achterhalen. Eenieder die meent dat zijn/haar materiaal zonder voorafgaande toestemming hier is gebruikt, verzoeken wij om zich tot ons te wenden. Bij gebruik als bron voor publicaties en andere uitingen is bronvermelding verplicht en tevens wordt deskundige begeleiding, door bijvoorbeeld de redacteur of auteur, aanbevolen. In de nieuwsbrieven weergegeven meningen zijn een deel van een column of strikt persoonlijk tenzij expliciet anders is aangegeven. 'Majoor Van Hall' en 'Soldaat Troelstra' zijn fictieve militairen uit het verleden die dienen als pseudoniemen voor verschillende personen. Activiteiten zoals rondleidingen worden mogelijk door andere partijen georganiseerd en de verantwoordelijkheid voor inhoud, uitvoering e.d. ligt geheel bij de betreffende partij. De inhoud van een nieuwsbrief wordt na publicatie niet meer gewijzigd en kan later onjuist zijn gebleken of niet meer van toepassing zijn. De auteursrechten berusten bij René G.A. Ros tenzij anders is aangegeven. |