Oranje-Nassau Kazerne(Quartier Saint-Charles, kazerne St. Charles, Kazerne Oranje-Nassau) |
Aan de Singelgracht, op en tussen twee bolwerken (Outewaal en Oosterbeer) van de oude vestingwerken van Amsterdam. Tegenwoordig aan de Sarphatistraat in Amsterdam-Centrum. |
|||
Doel: |
Huisvesting van garnizoen infanteristen en stellingsbezetting. |
||
Personeel: |
2400 man exclusief officieren (1813), 1800 (1829), Op 1 januari 1930 waren het Rode Kruis, het Rijksmuseum en de Gemeente Politie Amsterdam medegebruikers van het hoofdgebouw van de kazerne. In 1980/1983 waren hier gevestigd: Zie ook Garnizoenen. |
||
Historie: |
Zie Historische kalender. |
||
Omschrijving: |
Gebouwd ter vervanging van de barakken op het Drilveld bij de Utrechtsche Poort en de inkwartiering van Franse soldaten bij de burgerbevolking. Het Drilveld is het huidige Frederiksplein met voorheen het Paleis van Volksvlijt (afgebrand) en nu De Nederlandsche Bank. Een gebouw van maar liefst 888 Rijnlandse voeten lang (276 meter) en 50 voet breed (16 meter) waarvoor 3300 heipalen zijn gebruikt. De kazerne heeft bakstenen muren met houten vloerbalken en een houten kapconstructie met pannen schilddaken. Van 1855 tot 1860 werden onderhandelingen gevoerd tussen de gemeente Amsterdam, eigenaar, en het Rijk om de kazerne aan het Rijk over te doen. Het Rijk wilde zelf het beheer over de kazernes gaan voeren en voor deze kazerne speelde mee dat men het tot magazijn wilde ombouwen vanwege de plannen voor de aanleg van de Stelling. De gemeente gaf de kazerne weg mits zij geen kosten meer zou hebben wat betreft huisvesting van het leger. Van de gebouwen die later op het terrein van de kazerne zijn gebouwd, zijn alleen het keukengebouw en bureelgebouw nog aanwezig.
Het wapen aan de voorzijde van het gebouw was oorspronkelijk het Franse keizerlijke wapen. Het werd na de Franse nederlaag in 1813 vervangen door het wapen van de 'soevereine vorst' Willem I (Willem Frederik) die zijn vader Willem V - overleden in ballingschap in Engeland - opvolgde. In 1815 werd het Koninkrijk der Nederlanden uitgeroepen en het officiele 'koninklijke wapen' ingevoerd. Daarmee is dit het enige openbaar aangebrachte wapen van de soevereine vorst. De 'Commissie tot onderzoek naar de ontevredenheid in het leger' schrijft in 1919: "De indruk van de Oranje-Nassau kazerne zou een gunstige geweest zijn, indien ..... zij bewoond werd door niet meer soldaten dan waarvoor ze gebouwd werd." Volgens Groep Albrecht was het op 2 juni 1944 verlaten, op 12 juli geringe activiteit maar waren op 26 augustus 1944 circa 300 man Grune Polizei aanwezig. |
||
Omgeving: |
De originele situatie rond het gebouw is alleen behouden aan de centrum-zijde (noord). Ten zuiden van de Singelgracht is de stad vanaf 1877 uitgebreid. |
||
Eigenaar: |
Private onderneming |
||
Gebruiker: |
Diversen |
||
Gebruik: |
Woningen |
||
Monument status: |
Rijksmonument |
|
Militiegebouw | Rijks Militair Hospitaal |