Kanonnier Couenberg |
Naam voluit: |
Leonardus Johannes Couenberg (Leo?) |
Geboren: |
12 februari 1894, Heemstede (Noord-Holland) |
Overleden: |
14 juni 1971, Breda (Noord-Brabant) |
Levensloop: |
De vader van Leo was Johannes Leonardus Couenberg (*17-7-1865 Heemstede, †10-11-1933 Heemstede). Van beroep was hij schilder en hij was vrijgesteld van dienstplicht geweest omdat hij de enige wettige zoon in het gezin was. Hij had drie broers en een zus die in het klooster waren getreden. Op 11 augustus 1914, tien dagen na de algemene mobilisatie, werd Leo "ingelijfd als loteling van de lichting van 1914". Hij was Rooms-Katholiek, ongehuwd en van beroep bloemist. Leo kwam op als milicien-kanonnier bij het 2e Regiment Vestingartillerie, IIIe Bataljon, 2e Compagnie die op dat moment gelegerd was in Fort benoorden Spaarndam en Fort bezuiden Spaarndam. Een karabijn kreeg hij als wapen en hij ontving 10 guldencent soldij per dag dat later zou stijgen naar 34 guldencent. Eerst werd hij per 26 januari 1915 gedetacheerd "te Kudelstaart". Hij bracht daar ruim anderhalf jaar door totdat hij op 25 september 1916 gedetacheerd werd op de Legerplaats bij Oldebroek waar de opleidingen met scherp schieten werden verzorgd. Na vijf dagen, op 30 september 1916, keerde hij "naar het fort Kudelstaart terug". Op 1 oktober 1917, elf maanden later, werd hij overgeplaatst naar Fort bij Aalsmeer. Tussentijds zal hij ongetwijfeld weekeindverloven hebben gehad. Pas in de zomer van 1915 had hij een lang verlof van zes weken. En tijdens de volgende jaarwisseling had hij van 31 december 1915 tot 3 januari 1916 verlof. De militaire loopbaan van Leo was grotendeels zonder blaam. Behalve op 23 maart 1917 toen fortcommandant Res. 1ste Luitenant P.K. van den Dries van Fort bij Kudelstaart op de straflijst noteerde:
|
Een groep soldaten poseert bij een kanon van de oefenbatterij op het terrein van de Oranje-Nassau Kazerne, met de Funenschool op de achtergrond. De foto is los aangetroffen in een exemplaar van het Herinneringsalbum Stelling van Amsterdam met de naam L.J. Couenberg voorin geschreven. Het is aannemelijk dat hij een van de soldaten is. | |
|
De luchtafweerafdeling (L.A.A.) was een jaar eerder opgericht, voortgekomen uit de Vestingartillerie, maar pas op 25 januari 1918 werd Leo daarbij ingedeeld. En wel bij de 3de compagnie L.A.A. op Fort bij Aalsmeer waar hij al was gelegerd. Na bijna 3,5 jaar dienstplicht kreeg hij op 20 februari 1918 onbepaald klein verlof (oproepbaar). Door zijn compagnies-commandant 1e Luit.Art.N.O.I.Leger Veldhuijzen werd hij administratief overgeplaatst naar het Depot 2 Regiment Vestingartillerie. Op 1 oktober 1918 werd hij gedemobiliseerd en ging hij met groot verlof. Op 1 augustus 1920 werd hij administratief ingedeeld bij de Landweer als kanonnier
bij 2-III-2 LWA in Landweerdistrict Haarlem met Fort bij Vijfhuizen als plaats van opkomst. Leo trouwde op 19 april 1922 te Heemstede met Anna Duivenvoorden (*23-02-1898 Heemstede, †19-07-1988 Heemstede). Uit het huwelijk kwamen drie zoons voort. Hij woonde op Haemstedeplein 6 in Heemstede. Vermoedelijk is Johannes Leonardus Couenberg (*22-02-1923, †03-11-1992) zijn zoon. Deze zoon moet het door zijn vader gekochte Herinneringsalbum Stelling van Amsterdam hebben bewaard. Ten tijde van het overlijden van de zoon werd het album gevonden in een prullenbak in een verzorgingshuis in Bennebroek. Via een lange omweg bij de Stichting Stelling van Amsterdam kwam het in 2012 in bezit van de auteur van deze website en vormde het de aanleiding voor archiefonderzoek en deze biografie. |
Bron: |
Nationaal Archief, Militieregisters.nl en Els Couenberg. |
Foto's: | collectie Documentatiecentrum Stelling van Amsterdam. |