Nieuwsbrief 527Nieuwsbrief Stelling van Amsterdam
InhoudIn deze nieuwsbrief:
|
InleidingHet was niet de bedoeling, maar deze nieuwsbrief is toch best een 'dikke' zomereditie geworden. Het aantal artikelen valt mee, maar ze zijn bijna allemaal langer dan gebruikelijk. Vanwege een dodelijke explosie 78 jaar geleden verschijnt deze nieuwsbrief niet op een dinsdag. Dat verhaal heeft een Amsterdams staartje. Daarna een mooie primeur met een opmerkelijk verhaal over meerdere brandstichtingen en een explosie door anti-militaristen in 1924, in een tweedelig artikel. Daar tussenin zitten artikelen over het unieke keukengebouw op Fort bij Veldhuis, twee houten gebouwen nabij Fort Waver-Amstel en een potloodtekst in Fort aan Den Ham. Volgens mij een mooie combinatie van bouwwerken en mensen. Dit is de laatste nieuwsbrief voor de zomerstop van twee maanden. Deze nieuwsbrief was al een maand geleden klaar en de eerstvolgende is de thema-nieuwsbrief 'Opheffing van de Stelling van Amsterdam' die half april al gereed was. Zodoende heeft schrijver dezes een zomerstop van vier maanden! Maar dat betekent niet dat er niets gedaan en geschreven wordt, alleen dat er minder tijdsdruk is om de volgende gewone nieuwsbrief gevuld te krijgen. Vanwege de zomervakantie is de bibliotheek in juli en augustus alleen op afspraak te bezoeken. Een fijne zomer gewenst! Lees deze nieuwsbrief op: https://www.stelling-amsterdam.nl/nieuwsbrief/2023/nieuwsbrief-527/ Tip: houd de cursor boven elke afbeelding om een beschrijving te zien.
|
Dienstberichten- In 2014 is de Bezettingsstaat van de Stelling van Amsterdam van 1913-1914 gedigitaliseerd door het in een speciaal gemaakte database in te voeren. Daarrmee kan je eenvoudig zoeken op welke forten opa's eenheid gelegerd was en snel zien hoeveel manschappen én paarden er op een fort of in een gebied waren ingedeeld. Vorig jaar zomer is de bezettingsstaat voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie uit 1914 ingevoerd. - Het Kenniscentrum Waterlinies heeft de afgelopen tijd twee activiteiten georganiseerd of aan meegewerkt. Daarover zijn recent twee verslagen verschenen, waar we je graag op willen wijzen. Een inhoudelijk verslag is verschenen over de Kennisdag Nederlandse Waterlinies in Muiden op 21 april jl. - Ergens volgende week kunnen we de 2 miljoenste bezoeker aan de Stelling van Amsterdam website noteren. Bijna 9.000 dagen, ruim 24 jaar.
|
Het verdwenen magazijnTekst: René Ros. Naar aanleiding van het Fortwachters Register worden we regelmatig benaderd door nazaten van fortwachters. Onlangs was het resultaat een bijzonder verhaal en een schenking van foto's van de wachter van het Fort bij 't Hemeltje. Inderdaad, het Fort bij 't Hemeltje hoort bij de Nieuwe Hollandse Waterlinie en niet bij de Stelling van Amsterdam. Maar via een omweg komen we daar toch op. In 2019 en 2020 is in samenwerking met het Kenniscentrum Waterlinies (KCW) door vrijwilligers van beide partijen, het digitale Fortwachters Register online beschikbaar gemaakt. In één project zijn alle bekende overzichten van de Genie tot 1940 ingevoerd, voor alle linies en magazijnen. Een van de 852 wachters was P. Merkestein die vanaf 1933 wachter op Fort bij 't Hemeltje bij Houten was. Uit contact met een familielid bleek dat Pieter Merkestein (1884-1963) te zijn en kwam meer informatie over zijn gezin en een al bekende explosie op het Fort bij 't Hemeltje. Een rustig baantje voor de Indië-veteraan die aan belangrijke veldslagen had deelgenomen. De aanwezigheid van Duitse militairen op het fort werd doorstaan. Maar kort na de bevrijding kwamen drie personen om het leven bij een explosie van remise C, waaronder zijn 15-jarige zoon Jan. Een tragedie zoals weinig fortwachters mee hebben hoeven maken. Dat is vandaag 78 jaar geleden. Een ander familielid heeft 29 foto's en bidprentjes van opa en zijn gezin geschonken aan het KCW. Waaronder twee foto's van de puinresten van remise C. Op de website van het KCW zijn twee nieuwsberichten met meer informatie verschenen. Bovendien is het materiaal in hun collectie opgenomen en online te bekijken. Een andere zoon, Cor, is na de oorlog Marechaussee geworden en heeft begin jaren 1950 in Amsterdam gediend. Hij en zijn vrouw werden gehuisvest in een van de twee dienstwoningen van het Magazijn Riekerpolder, aan de oever van de Nieuwe Meer, ten zuidwesten van Amsterdam. En waar ook hun dochter Marian is geboren. Magazijn Riekerpolder is een laat gebouwd magazijn dat weinig bekendheid geniet, vooral omdat het eind jaren 1950 alweer verdween. Om zand te winnen voor de bouw van Amsterdam Nieuw-West werd de Nieuwe Meer vergroot en verdween het magazijn. Daardoor zijn er ook weinig foto's van dit "magazijn voor tijdhandgranaten en patronen voor lichtpistolen". Het Stadsarchief Amsterdam (SAA) heeft een paar mooie foto's, die niet allemaal (meer) in de online beeldbank staan. Er is één fraaie luchtfoto waarop het magazijn is te zien, terwijl de grond rondom al weggebaggerd wordt. Met de zandvlakten van Slotermeer in de verte en de persleiding over de (Oude) Haagseweg ernaar toe. Schrijver dezes is opgegroeid in Amsterdam Nieuw-West en heeft veel gezeild op de Nieuwe Meer, zodat het ook een beetje eigen geschiedenis is. In de collectie van de familie Merkestein zitten foto's van het magazijn, die in de eerste plaats om de personen gaan, met letterlijk en figuurlijk de gebouwen in de achtergrond. De foto's zijn als scans ter archivering aan ons beschikbaar gesteld, waarvan één foto is gebruikt als illustratie bij dit artikel. De andere foto's zijn voor nog zeker één generatie alleen de persoonlijke herinneringen aan een locatie die niet meer bezocht kan worden. Fortwachters Register
|
Wakkere anti-militaristen aan de Slaperdijk (1/2)Tekst: René Ros. Van het een kwam het ander, en naar aanleiding van het artikel over brandstichting op het 'kruithuis bij Halfweg' in de vorige nieuwsbrief, werd per ongeluk informatie gevonden over meer anti-militaristische brandstichtingen. De scriptie 'Die Moker- en Alarmgroepen enz.' noemt een lijst in het tijdschrift De Moker nr.8 van 1 juli 1924, waarin ook andere brandstichtingen door anti-militaristen werden opgeëist. En daar zitten Stelling-locaties tussen die niet eerder met brandstichting waren geassocieerd. Voor de zekerheid is bij het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) een scan van De Moker nr.8 aangevraagd. Daarin inderdaad een lijstje van brandstichtingen, zonder namen van groepen en personen. Het is een bondige maar belangrijke opsomming: Inderdaad schrijven de kranten over een ontploffing in de vroege avond van 8 februari 1924 op de Buskruitfabriek De Krijgsman te Muiden. Een fabrieksgebouw met daarin 500 kg. kruit was geëxplodeerd. In de krantenartikelen wordt benadrukt dat door de bouwwijze de explosie zich richtte op de Zuiderzee. Een kettingreactie naar andere gebouwen bleef uit, mede door de gewijzigde terreininrichting na de verwoestende explosie in 1883. Wel werd het dak van de dijkwachterswoning weggeblazen, maar het gezin kwam met de schrik vrij. De oorzaak was "een volkomen raadsel". Vervolgens een brand in een artillerieloods in de Positie bij Spaarndam, nabij Fort benoorden Spaarndam, op 11 mei 1924. Een foto van de bluswerkzaamheden toont de naast elkaar staande bergloods en troepenloods, en blijkt het om bergloods no. 1 te gaan. De inhoud bestond uit "artillerie- en geniematerialen wo. een grote hoeveelheid djatihout" (teakhout). Een paar weken later was er een brand op de Schietbaan Overveen, ten westen van Haarlem. In de nacht van 31 mei op 1 juni ging een stenen gebouwtje voor de opslag van wapens, munitie en schietschijven verloren. De vrijwillige Burgerwacht van Bloemendaal en Overveen kon de volgende dag niet oefenen, omdat de geweren waren verbrand. Ook hier waren blusmiddelen niet in de nabijheid. Tegen de tijd dat die ter plaatse waren "zei de brand pfff... en vloog het laatste vonkje de lucht in". Op 2 september was er volgens de kranten weer een brand bij het Fort benoorden Spaarndam. Het zou om dezelfde loods gaan, maar nu schrijft men dat die enkele maanden eerder "met moeite behouden werd". Nu brandde volgens het krantenartikel de loods wel tot de grond af met daarin "hout, kipkarren, watervaten en eenig materieel". De fundering van bergloods no. 1 is nog in het veld zichtbaar. De topografische kaarten geven geen hint, daar blijven beide loodsen tot de editie van 1952 op de kaart staan om tegelijk te verdwijnen. In de inventaris van het Stelling van Amsterdam archief is geen dossier over deze brand te vinden, doch de Stelling was in 1922 opgeheven. Maar ook in het archief van de Vesting Holland is niets over deze brand in de inventaris aangetroffen. En het archief met contracten van het Ministerie van Oorlog, voor een mogelijk (ongebruikt) bestek voor herbouw, gaat tot 1921. Op een foto uit de periode 1940-1945 is in de verte één loods te zien, maar onduidelijk is welke van de twee loodsen het is. Dat betekent wel dat er één loods is afgebrand, dus tweemaal brand in dezelfde loods is geweest. Tenslotte was er wéér brand in Overveen. Die werd rond 3.00 uur in de nacht van 20 op 21 september 1924 ontdekt. Het betrof de schietschijvenloods op de Schietbaan Overveen. Een 19-jarige man werd in de omgeving aangehouden, maar hij bleek niets met de brand of anti-militarisme te maken te hebben. Maar wie dan wel? 'Het te korte lontje van de SAJO' in Nieuwsbrief 526
|
Goed en fout samen in één keukengebouwTekst en foto: René Ros. Het afgelopen half jaar heeft eigenaar Landschap Noord-Holland herstelwerkzaamheden aan enkele gebouwen op Fort bij Veldhuis uitgevoerd. Dat betrof de kozijnen van de bomvrije kazerne, maar historisch gezien is het keukengebouw bijzonderder. Herfst vorig jaar hebben we het keukengebouw van binnen kunnen bekijken en over de oorsprong meegedacht. Eind mei hebben we het eindresultaat mogen bewonderen. Eerst de bomvrije kazerne van het fort. De raam- en deurkozijnen waren hier erg slecht en zijn alle vervangen. Ook enkele hardstenen dorpels zijn vervangen, evenals enkele neuten. Neuten zijn hardstenen stukken die de onderste delen van de deurkozijnen vervangen, vermoedelijk om houtrot door water en modder te voorkomen. Met een historisch houtprofiel ziet het er weer heel netjes uit en kan weer een flink aantal jaren mee. De tralies voor de ramen zijn gelukkig behouden, de stalen buitendeuren waren niet meer aanwezig en zijn niet teruggebracht. Het Fort bij Veldhuis heeft ook een hellingbaan en zoeklichtremise die door de Duitse bezetter zijn nagelaten. Die zijn ook nog aanwezig op Fort benoorden Spaarndam met bovendien een aangeaarde bergplaats. Het moet een rol gespeeld hebben in de luchtverdediging van de Festung IJmuiden. Ze zijn niet gerestaureerd maar ze zijn van belang voor het verhaal. Van november 1946 tot september 1947 was het fort het 'Kamp Veldhuis', een Bewarings- en Verblijfkamp voor politieke delinquenten. Oftewel van colloboratie beschuldigde en veroordeelde Nederlanders die middels bijzondere rechtspleging werden berecht. In het archiefdossier van ‘Kamp Veldhuis’ is sprake van de bouw van een keukengebouw voor drie kampen: ook voor Fort Zuidwijkermeer en Fort aan de St. Aagtendijk. Maar dat wilde niet zeggen dat het daadwerkelijk gebouwd was. En omdat de Duitsers ook op het fort hebben verbleven was de vraag wie het heeft gebouwd. Eind vorig jaar konden we het keukengebouw voor het eerst binnen bekijken en toen was het wel heel duidelijk. Het keukengebouw bestaat namelijk uit drie aparte bouwwerken. Een klein deel van het gebouw is de vleugelmuur van de bomvrije kazerne uit 1897-1899. Dan is er in 1940-1943 een ondergrondse bergplaats met lichtkokers gebouwd, gelijkend op die op Fort benoorden Spaarndam. Mogelijk heeft hierin een aggregaat voor het zoeklicht gestaan. Tegen de open zijde van die bergplaats is later een vierkant gebouw van baksteen gebouwd, met een centrale schoorsteen met meerdere aansluitingen. Het Duitse bouwwerk moet toen zijn hergebruikt voor opslag en bereiding van het voedsel. Het geheel is casco-gerestaureerd in afwachting van een passend gebruik. Er werd weinig geld aan de NSB-kampen besteed, en dit keukengebouw is een van de weinige bouwwerken voor die kampen geweest. Het is een zeldzaam tastbare herinnering aan een periode waar vrijwel geen ooggetuigen meer van zijn en men toch al niet graag over sprak. Ook omdat de 'goede' Nederlandse bewakers zich regelmatig lieten inspireren door Duitse kampbewakers. Wat er zich op dit fort heeft afgespeeld zullen we nooit weten. Fort bij Veldhuis
|
Getimmerten in WaverveenTekst en foto's: René Ros. Er is eigenlijk nog geen degelijke inventarisatie van kringenwetgebouwen, die gebouwd zijn met de beperkingen die door de Kringenwet gesteld werden om een open schootsveld te kunnen creëren. Op onze website is een lange lijst te vinden, maar dat zijn eigenlijk nog alleen vermoedens omdat er nog niet naar archiefbewijs is gezocht. Er zijn twee houten gebouwen die de bijzondere interesse hadden en daar zijn we ingedoken. Het archief 2.13.37 Genie, Verboden Kringen, Koninklijke Landmacht (1815-1938) bevat voor de Stelling van Amsterdam vrijwel niets aan relevant materiaal. Mogelijk is al dat materiaal door slechts opslag verloren gegaan en het betekent dat een degelijke inventarisatie niet eenvoudig zal zijn. Bij een ontmoeting met medewerkers van de gemeente De Ronde Venen bleek dat het archief van bouwvergunningen voor Waverveen goed bruikbaar kan zijn. Dus werd een bezoek gebracht aan het Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen in Breukelen. De boerderij Botsholsedwarsweg 14, ten zuiden van het Fort Waver-Amstel bij de kruising met de Veldweg, was het grootste mysterie. Het ligt op 620 meter van de frontwal en zou daardoor niet onder de beperkingen van de Kringenwet voor bouwmateriaal e.d. moeten vallen. Toch ziet het eruit als een volledig houten kringenwetwoning. Het lijkt zelfs sterk op de houten conducteurswoningen, van de tekeningen en de nog bestaande woning op Fort bij Edam. Zou het een verplaatste woning kunnen zijn? De oudste bouwvergunningen zijn van zomer 1923, dus 100 jaar geleden, voor de bouw van een "noodwoning" en een "koestal" met bouwtekeningen. Uit de bouwtekeningen blijkt dat het met zekerheid om de huidige gebouwen gaat; ze bestaan alle twee nog. Bij de bouwvergunningen van 1970-1984 is sprake van verbouwingen en moest het gebruik nog voldoen aan de agrarische bestemming. In de stukken uit 1923 word nergens genoemd dat de twee gebouwen voldoen aan de Kringenwet of dat er toestemming van de Genie is verkregen. Toch voldoet het helemaal aan de eisen die de Kringenwet 1853 stelt voor "gebouwen en getimmerten" tussen de kleine en middelbare kring (300-600 m.). Denk daarbij aan gebruik van brandbare materialen* en de maximale hoogte van de fundering van circa 50 cm. Of was het toch om andere redenen van hout? Daarom toch nog maar eens heel goed de Kringenwet 1853 doorgenomen en in artikel 8 staat: "De lijn, waarvan de afstanden in art. 6 vermeld worden gemeten, is, indien het vestingwerk eene glacis heeft, de kruin van die glacis, en indien het geene glacis heeft, de binnenkruin van de borstwering of de vuurlijn van het meest vooruit gelegen gedeelte." Bij dit fort dus niet de borstwering (frontwal) maar het glacis buiten de gracht. En door de heel brede gracht scheelt dat 100 meter en ligt de boerderij niet nét buiten de middelbare kring, maar er ruim binnen! Het 'mysterie' blijkt dus gewoon een kwestie van nauwkeurig lezen en meten te zijn... Dat het een 'noodwoning' werd genoemd is dan wel een nieuw mysterie. Dichterbij het fort staat een opmerkelijke houten, witte loods dat me al bij de eerste keer voorbij rijden opviel; het leek wel een bergloods van een fort! In 2009 de stoute schoenen aangetrokken en aangebeld. De bewoner vertelde dat opa rond 1960 de loods had gekocht en deze afkomstig was van het Fort in de Botshol. Mooi, leuk om te horen en te zien dat de loods behouden is. Helaas heeft het geen beschermde status als monument, terwijl het op de oorspronkelijke locatie vanaf 2001 een Rijksmonument zou zijn geweest! Op dinsdag 22 maart 1960 werd aan B&W van de gemeente Vinkeveen en Waverveen een vergunning aangevraagd voor de bouw van een "veeschuur". "Bedoelde schuur is afkomstig van de genie en is reeds gesloopt op het fort de Waver". Dat kan je lezen alsof het de bergloods van Fort Waver-Amstel is, maar er zal bedoeld worden dat de loods gedemonteerd op dat fort is opgeslagen. In de NIMH Beeldbank is een foto (2011-1157) waarop beide bergloodsen te zien zijn en waardoor die foto ook niet in 1924 gemaakt kan zijn. In onze collectie zit een foto (NL-WpDStvA-C10840) uit 1982 van de bergloods van Fort Waver-Amstel en deze is pas rond 1988 gesloopt. Als bouwkosten wordt 8.000 gulden opgegeven, vergelijkbaar met 28.000 hedendaagse euro's. Op donderdag 24 maart gaf de gemeente-architect al een positief advies. Dezelfde dag werd het besluit van B&W opgesteld met "dat aan de schuur goten worden gemaakt" als aanvullende voorwaarde. Toen kon zoiets nog in drie werkdagen... Het mysterie van Boerderij Botsholsedwarsweg was dus gewoon een kwestie van een randgeval waarbij nauwkeuriger gekeken moest worden. En dat de Bergloods Veldweg nu door een archiefbron bevestigd kon worden, is weer een mooi resultaat van de puzzeltocht in vele archieven. * De term "brandbare materialen" in de Kringenwet is een sterke aanwijzing dat er geen dure granaat op (door) het hout geschoten zou worden, maar dat het in de brand zou worden gestoken. Fort Waver-Amstel
|
Potloodgekrabbel van een gevangeneTekst: René Ros. Voor een goede puzzel mag je me altijd wakker maken, maar doe mij vooral een tekst op een muur in een fort. Hoe minder tekst, des te groter de uitdaging. In dit geval was het redelijk makkelijk omdat de naam met voorletters op de muur stond. Maar wanneer en waarom werd die tekst in Fort aan Den Ham opgeschreven? In lokaal 1, het meest linker lokaal in het frontgebouw, stonden meerdere potloodteksten op de witte verf. Vrijwel allemaal praktisch onleesbaar, alleen enkele woorden waren te herkennen. De best leesbare tekst luidt; "J.C.W. Ploeg 27 jaar oud, dienende bij het [?], 4 dagen provoost voor [?]". In 2016 stuurde Fred Braaksma foto's uit 2006 van de teksten, maar om onbekende reden bleef dat op de te-doen lijst staan. Mogelijk omdat de archieven toen nog geen goede ingangen boden? Inmiddels zijn de teksten onder nieuwe lagen verf verdwenen, maar dat was geen reden om het onlangs niet opnieuw te proberen. Online werd zijn stamboek-vermelding gevonden, door de stamboeken van alle bekende eenheden van het fort na te kijken. Dat zijn leeftijd gegeven was, scheelde pagina's doorzoeken, omdat je dan ongeveer weet wanneer hij ingelijfd was. Aannemende dat de tekst tijdens de mobilisatie 1914-1916 was geschreven, dat natuurlijk wel. Uiteindelijk werden zijn gegevens aangetroffen in het stamboek van het Regiment Genietroepen. Van een kanonnier Vesting-Artillerie of een soldaat Infanterie is vaak te achterhalen bij welke compagnie hij op een bepaald moment diende. Dan is met de bezettingsstaat vrij nauwkeurig te bepalen op welk fort hij gelegerd moet zijn geweest. Het ging om zoveel militairen dat ze per compagnie werden ingedeeld. Maar van Hospitaalsoldaten en Geniepersoneel was niet een hele compagnie op een fort, maar werden een paar manschappen per fort gedetacheerd. Omdat de administratie daarvan niet in de archieven is terechtgekomen, is het vrij zeldzaam om te kunnen vaststellen dat een dergelijke militair op een fort was gelegerd. Het stamboek gaf enige informatie maar vooral bevestiging dat het de juiste persoon was. Vrijwilliger Raymond Gaveel zocht de uitgebreidere controle- en straflijsten in het Nationaal Archief op en fotografeerde die voor ons. Er staan nu in de database 41 gebeurtenissen op de tijdlijn van Johannes Christiaan Wilhelmus Ploeg, geboren op 28 september 1888 in Den Haag en overleden op 15 februari 1962 in Utrecht. Daarmee is een korte nieuwe biografie geschreven, waarnaar de link hieronder volgt. Bij zijn eerste opkomst, drie herhalingsopkomsten en de mobilisatie-opkomst kreeg hij meerdere straffen opgelegd. Maar er was er maar één met vier dagen provoost met deze reden: Zijn leeftijd van 27 jaar klopt echter niet. Hij was toen - zo rekende de database uit - 26 jaar, maar zou vier dagen na de straf 27 jaar worden. Die afronding naar boven is vanzelfsprekend en niet kwalijk te nemen? Het zal een van de weinige keren zijn geweest dat hij hoopte snel jarig te zijn... Geniesoldaat Ploeg (nieuw)
|
Wakkere anti-militaristen aan de Slaperdijk (2/2)Tekst: René Ros. Begin september 1924 had er in Haarlem een overleg tussen politie en de militaire autoriteiten plaatsgevonden, waarna de bewaking was opgevoerd. Ook werd een "stelselmatig onderzoek" gestart onder leiding van de Commissaris van Politie in IJmuiden D. de Ridder. Na vier maanden onderzoek werden verdachten gearresteerd en huiszoekingen gedaan. De autoriteiten deden dat op verdenking van overtreding van de Vuurwapenwet, maar men hoopte(!) ook bewijsmateriaal over de brandstichtingen te vinden. Een datum van de arrestaties wordt niet in het krantenartikel genoemd, maar het artikel in de Maasbode is van 13 januari 1925. Na het achterhalen van hun namen werd daarmee een artikel in het Nieuwsblad van het Noorden d.d. 17 februari 1926 gevonden waarin staat vermeld dat ze na verhoor in vrijheid waren gesteld. In 1926 was het gezin nogmaals gearresteerd, wegens het niet voldoen aan de stemplicht tijdens de Kamerverkiezingen in 1925 en het weigeren de boetes daarvoor te betalen. De invallen vonden plaats bij/in Schoten (nu een wijk van Haarlem), Bloemendaal en Velsen, waarbij omliggende wegen vanaf 7 uur voormiddag door rijkspolitie en militairen werden afgezet. De meeste personen, zeven tot acht, werden gearresteerd in de woning van "bezemmaker van O." aan de "Slaperdijk bij Schoten". Zijn vier zonen waren anti-militaristisch én enkele dochters waren getrouwd met mannen "die dezelfde denkbeelden zijn toegedaan". Een van zijn zoons werd in Velsen gearresteerd en nog eens twee personen in Bloemendaal. In totaal ging het om "ongeveer 15 communisten, o.w. een vrouw". Omdat Muiden nogal ver van hun woonplaatsen en de andere doelwitten ligt, kan je je afvragen of deze groep daarvan de daders waren, maar het krantenartikel hint daar wel naar. Over rechtszaak en veroordeling werd inderdaad geen nadere informatie gevonden. Bij hun arrestatie waren ze nog verdachten en was de schuld nog niet overtuigend bewezen. Met de genoemde initialen is op verschillende manieren online gezocht naar de familie "Van O." maar er werd geen bezemmaker met veel kinderen in Schoten gevonden. Zoekende op algemenere termen zoals 'anti-militaristen', werd na enige tijd toch weer specifieke informatie gevonden. Het archief van de Centrale Inlichtingen Dienst (1919-1940) werd in de meidagen van 1940 vernietigd. Vanaf 1994 is het door het Huygens Instituut deels gereconstrueerd met gedigitaliseerde stukken uit de archieven van andere instellingen zoals van ministeries. Dit archief bleek een 'Lijst van Nederlandse Revolutionairen' uit juni 1924 te bevatten. Daarop staan een vader met drie zoons, wonende Slapersdijk 48 te Schoten, als communisten genoteerd. Doch niet "Van O." als familienaam maar 'Oversteegen'. Het Nieuwsblad van het Noorden gebruikte in 1926 de onjuiste naam 'van Oversteegen' zodat dat misverstand is verklaard. Er zijn in de historische kranten al veel meer van dit soort onjuistheden opgemerkt. Vader Pieter Willem Oversteegen was geen bezemmaker maar borstelmaker. Dat laatste staat onder andere bij zijn vermelding in het militieregister, aangezien deze anti-militarist - hoe ironisch - in 1891 ingelijfd werd bij ons 2e Regiment Vestingartillerie en eindigde met een verklaring van goed gedrag. Zijn vrouw bracht tussen 1896 en 1918 dertien kinderen ter wereld, waarvan er twee jong overleden. Er konden geen huwelijksaktes worden gevonden van voor 1925 met partners wiens initialen overeenkwamen met gearresteerde schoonzonen (achter dit ene zinnetje zit ongeveer twee uur werk....). Het verhaal lijkt daarmee rond en zo compleet als redelijkerwijze verwacht mocht worden. Als afsluiting de tekst die onder de opsomming van de drie doelwitten in De Moker staat. Wellicht geschreven door één van de zoons Oversteegen, waarnaar de ondertekening met 'Oproerling' een verwijzing is??? De anarchisten zouden blij zijn dat de kruitfabriek is verdwenen, maar waarschijnlijk - en niet alleen zij - gruwen van de miljonairswoningen die op het terrein zijn gebouwd. Als de fabriek nog had bestaan, dan was er momenteel voldoende vraag naar haar producten geweest... 'Het te korte lontje van de SAJO' in Nieuwsbrief 526
|
Deze nieuwsbrief is een uitgave van het Documentatiecentrum Stelling van Amsterdam. De redacteurs en auteurs aanvaarden geen aansprakelijkheid, op welke wijze ontstaan, door het gebruik van de inhoud van de website, nieuwsbrief of andere publicatie, door welke persoon en voor welk doel dan ook. Wij hebben ons best gedaan om alle rechthebbenden op deze website / nieuwsbrief te achterhalen. Eenieder die meent dat zijn/haar materiaal zonder voorafgaande toestemming hier is gebruikt, verzoeken wij om zich tot ons te wenden. Bij gebruik als bron voor publicaties en andere uitingen is bronvermelding verplicht en tevens wordt deskundige begeleiding, door bijvoorbeeld de redacteur of auteur, aanbevolen. In de nieuwsbrieven weergegeven meningen zijn een deel van een column of strikt persoonlijk tenzij expliciet anders is aangegeven. 'Majoor Van Hall' en 'Soldaat Troelstra' zijn fictieve militairen uit het verleden die dienen als pseudoniemen voor verschillende personen. Activiteiten zoals rondleidingen worden mogelijk door andere partijen georganiseerd en de verantwoordelijkheid voor inhoud, uitvoering e.d. ligt geheel bij de betreffende partij. De inhoud van een nieuwsbrief wordt na publicatie niet meer gewijzigd en kan later onjuist zijn gebleken of niet meer van toepassing zijn. De auteursrechten berusten bij René G.A. Ros tenzij anders is aangegeven. |