Een fragment van de originele tekst van dit rijm. |
't Toneel stelt voor een fort interieur
Waar Humanus heerscht als Kapitein Directeur
Een logge sergeant leidt iemand voor
Tikt schuchter aan voor 't kantoor
"Binnen!" roept Humanus met glasharden stem
"Azoo, ben jij het, wacht maar buiten op hem."
De man trad binnen en vertelde zijn grief
Onder de bewakers school zeker een dief.
Velen hadden reeds goederen vermist
Doch niemand die er den dader van wist.
'k Vertrouw mijn bewakers, had Humanus gezegd
En daarbij veel nadruk op dat vertrouwen gelegd.
Bewakers zijn eerlijk die zullen niet stelen
Ik wil in 't vervolg hier geen praatjes meer velen.
Stel voor ik ging al dat geklets eens gelooven
Wat zoudt ge mij heerlijke kooltjes stoven.
Maar Humanus is pienter hij weet wat hij weet
Een slimmert als ik neemt niet iedereen beet.
En toen de onthutste gevangene verdween
Dacht Humanus stellig, daar gaat er weer een
Die voor de toekomst nog wel wat belooft
Wijl hij in mij als een Godheid gelooft.
En toen hij een tijdje zich zoo had geuit
Was al twijvel omtrent zijn gehaaidheid eruit.
Met was der bewakers prestige gered
En die kwast van 'n kerel op z'n nummer gezet
Het was bepaald een gelukkige dag
Drie vliegen geslagen in éénen dag.
En zielsvergenoegd om die slimmigheid
Tevreden om eigen tevredenheid
Verzuimde hij eens goed toe te zien
Of hij zelf bedot werd misschien.
Want plotseling kwam de slimste van het fort
Een tamelijk bedrag aan waschgoed te kort.
Eerst wilde hij 't niet gelooven zoo gauw
Maar ook bleken een twintigtal kranen op sjouw
Meer handig gegap kwam nu aan 't licht
Gelijk donker werd Humanus gezicht
Zelfs werden er knoppen van deuren vermist
Wat had hij zich in die bewakers vergist
Maar toen een gevangene te spreken hem vroeg
Hem sleutels voorlegde .... toen was het genoeg
Niet een is er die ik nu nog vertrouw
Straks schuift er eentje nog weg met m'n vrouw.
'k Acht nu zoo 'n bewaker tot alles in staat
Rapalje is het, geraapt van de straat.
Pagaaitje stond van dat alles perplex
Maar wat toen gebeurde is nog wel het gekst
Vier deftig gestreepten deelden 's avonds een kaas
Nu kan dat niet meer want nu weet het de baas.
't Is schande sprak Humanus .... dat zoo iets komt voor
Onder eerlijke bewakers op 't fort Spijkerboor.
Shitcart (Herman de Man)
Zie Gevangene De Man.
(Uit: Het Daghet no. 2, eind oktober 1918 - een van vijf handgeschreven kranten van de op het Fort bij Spijkerboor gevangen dienstweigeraars)