Lunetten, bunkers en crisisbeheersing

Kamp Rooswijk

(Kampement aan de Rooswijkerlaan)

Locatie:

Het kamp staat ten noordwesten van Velsen-Noord, tussen het terrein van Hoogovens/Corus en sportterreinen.

Doel:

Legering van manschappen, een oorlogstaak in vredestijd.

Personeel:

vaste staf ca. 30 man met 140 dienstplichtige manschappen; 2e Instructie Batterij van het Regiment Zware Luchtdoelartillerie 'YPENBURG' (1953-1960?), C-647 Werktroepen Compagnie van het Regiment Intendance (1958?-1967?)
Zie Sergeant Van der Stad en Soldaat Van Waart.

Historie:

Zie Historische kalender.

Omschrijving:

Tijdens de Tweede Wereldoorlog zouden op het terrein barakken voor Duitse troepen hebben gestaan. Mogelijk in verband met de munitiebunkers op het ernaast gelegen landgoed Westerhout. Oorspronkelijk was het terrein onderdeel van een landgoed met de naam 'Rooswijk'.
Waarschijnlijk zijn na de oorlog de houten Duitse barakken hergebruikt door het Departement van Wederopbouw en Huisvesting voor de huisvesting van arbeiders werkzaam in de woningbouw. Het bestond toen uit 'een vijftal gebouwen met kantine'. Kort daarna is het kamp gevorderd door het Ministerie van Defensie welke er vermoedelijk in 1951 nieuwe gebouwen plaatste.
Het kamp werd aanvankelijk door de 2e Instructie Batterij van het Regiment Zware Luchtdoelartillerie 'YPENBURG' gebruikt.

In ieder geval in de periode 1960-1961 bestond het kamp uit:

• officiers mess en woning kampcommandant
• kantine met wapenmagazijn
• keukengebouw
• douche-gebouw
• barak voor onderofficieren en -mess
• barak voor fournier en administratie
• barak voor vaste staf en chauffeurs
• barak voor dienstplichtigen
• werkplaats voor vrachtwagens
• dichte bak van een oude vrachtwagen als wachtlokaal

De officieren die geen dienst hadden sliepen in Beverwijk. De kampcommandant had de rang van Kapitein.

De Werktroepen Compagnie van het Regiment Intendance was onderdeel van het Basiscommando. Het bestond uit dienstplichtigen die op verschillende locaties in Noord-Holland en Utrecht werkzaamheden moesten verrichten, zoals Artillerie Inrichtingen, Fort bij Rijnauwen, Fort bij Velsen, Fort bij Penningsveer, magazijn Uitgeest-Noord en magazijn Stammersdijk. Onder andere het sjouwen van munitie, het leegmaken van oude magazijnen en het lossen van schepen met militaire goederen. Zij gingen vijf dagen per week in groepen van 18 met een DAF-YA314 vrachtwagen naar een werkobject.

Ook ging men dagelijks met de trein naar de Herstelwerkplaats in Alphen aan de Rijn om te werken.
De meeste militairen werden vanuit dat kamp op diverse locaties in Nederland gedetacheerd. Zij kwamen na drie maanden terug naar Kamp Rooswijk. Men kwam dan in een Instructie Peloton om de militaire tucht weer te herstellen en waren de kampwacht en Brandpiket (brandwacht). Schietoefeningen werden gehouden op het schietterrein bij Overveen.
Waarschijnlijk werden tussen 1955-1959 ook manschappen ingezet ten behoeve van de exhumatie van Duitse militairen voor overbrenging naar de huidige Duitse Militaire Begraafplaats te Ysselsteyn.

Rond 1975 is een deel van het terrein door Hoogovens in gebruik genomen om het rangeerterrein uit te breiden. Daarbij zijn de zes of zeven vermoedelijke houten Duitse barakken gesloopt, de bakstenen Nederlandse gebouwen behouden en de toegangsweg gewijzigd. De gebouwen vertonen grote overeenkomst met die op Legerkamp Budel.
Acht gebouwen waren tot 2013 nog aanwezig en werden gebruikt door sportverenigingen, onder andere als kleedruimten. Deze gebouwen waren anno 2013 nog aanwezig:

• officiers mess en woningkampcommandant
• kantine met wapenmagazijn
• keukengebouw
• douche-gebouw
• barak voor onderofficieren en -mess
• barak voor fournier en administratie
• barak voor vaste staf en chauffeurs
• barak voor dienstplichtigen

Omgeving:

De originele situatie rond het kamp is redelijk behouden.

Eigenaar:

onbekend

Gebruiker:

n.v.t.

Gebruik:

n.v.t.

Monument status:

Geen