Zeedijk(Benoorden IJ: Waterlandse Zeedijk, Noorder Y of Zeedijk, Uitdammerdijk, IJsselmeerdijk; |
De Zeedijk biedt bescherming tegen de Zuiderzee (nu IJsselmeer). Het deel binnen de Stelling loopt van Fort bij Edam via de Batterij Jan Hagelhoek en Batterij bij Uitdam naar Kustbatterij bij Durgerdam en van Kustbatterij bij Diemerdam via de Vesting Muiden en Fort bij Muiderberg naar Naarden. Van Muiderberg naar Naarden sloot het aan op de Nieuwe Hollandse Waterlinie. |
|
Batterij A lag ten zuidoosten van Monnickendam, aan de Zeedijk nabij paal 23. |
|
Batterij G lag ten noorden van het Oorgat bij Edam. |
|
Doel: |
De Zeedijk is zelf geen verdedigingsmiddel maar markeert het gebied waar het Zuiderzee-flottielje van de Koninklijke Marine verantwoordelijk was voor de bescherming. |
Bezetting: |
- |
Bewapening: |
Zie omschrijving. |
Historie: |
Zie Historische kalender. |
Omschrijving: |
De Zeedijk beschermt, ten noorden van het Y, Waterland tegen het water van de Zuiderzee en nu het IJsselmeer. Het gebied leende zich slecht voor een landing doordat het terrein eigenlijk permanent geïnundeerd is en grootschalige troepenbewegingen niet mogelijk waren. De bodem langs de dijk was vrijwel overal doorwaadbaar, zeker bij eb, en vormde in het zuiden van de Zuiderzee een bedreiging vanwege het mogelijk omzeilen van meerdere linies. Voor communicatie met het Zuiderzee-flottielje was in 1918 in ieder geval bij paal 12, ten zuiden van Edam, een Marineseinpost ingericht. In 1875 wilde Minister Weitzel de positie van Naarden belangrijk versterken met enkele forten die, wanneer de Zuiderzee werd drooggelegd, met extra forten in een noordwestelijke boog doorgetrokken moesten worden tot Edam. VersterkingenTijdens de mobilisatie van de Eerste Wereldoorlog waren een aantal versterkingen langs de Zeedijk aangelegd om landingen in de havens en gebruik van de (spoor)wegen te voorkomen. Daarbij bestond ook de mogelijkheid om met de Grafelijkheidssluizen in Monnickendam de polders Purmer en Katwoude alsnog te inunderen. Gepland waren de Batterij bij Uitdam en Batterij Janhagelhoek maar waarschijnlijk zijn er tijdens de Eerste Wereldoorlog verschillende andere batterijen met ieder twee 6 cm. Veld kanonnen langs de Zeedijk geweest. Hiervan zijn de volgende bekend:
Bij Edam lagen twee infanterie-schansen om de toegang tot de haven, Het Oorgat, te beschermen tegen een aanval vanuit zee. De eerste lag, samen met Batterij G, bij een oud stoomgemaal en was buitendijks geplaatst ten zuiden van de uitwateringssloot van het gemaal en ten noorden van het Oorgat. De tweede schans lag op de zuidzijde van het Oorgat aan de rand van de dijk. Elke schans was bedoeld voor een halve sectie Infanterie. In Volendam was een met stenen versterkte opstelling op de zuidelijke havenpier. Deze borstwering was bestemd voor de verdediging van de haven en bedoeld voor een sectie infanterie. Daarnaast zijn er nog vele andere infanterie-schansen aangelegd met colonnewegen met vlonders en bruggetjes door het achterliggende land. Tussen Uitdam en Monnickendam waren zo al tien posten aan de Zeedijk en negen colonnewegen naar de dorpen Zuiderwoude en Broek. Watersnoodramp van 1916In de nacht van 13 op 14 januari 1916 brak de zeedijk door tussen Zuiderwoude en Uitdam (03:30) en bij Katwoude (04:00). Vervolgens braken vele binnendijken door in het gebied tot Zaandam en Purmerend toe. Totdat in de nacht van 19 op 20 januari tenslotte ook Ilpendam onder water liep. Er vielen weinig menselijke slachtoffers, maar het verlies van vee en de materiële schade was aanzienlijk. De soldaten van de Kustbatterij bij Durgerdam moesten door de uitzonderlijk hoge waterstand de rampnacht op het dak van de kazerne doorbrengen. Militairen van de Sectoren Zaandam en Ilpendam werden ingezet, onder leiding van de commandant Groep Edam Luden, voor de reddings- en herstelwerkzaamheden. De zandzakken werden o.a. gevuld met zand van het Fort bij Kwadijk. Op 23 maart waren alle gaten gedicht en op 1 april werd weer begonnen met uitmalen. Vervolgens kon het opruimen en herstel beginnen. Duitse bezetterIn de tweede helft van 1944 had de Duitse bezetter enkele putten voor explosieven in de zeedijk tussen Schellingwoude en Durgerdam aangebracht. Naast de strategische inundaties tijdens deze oorlog gaf dit een mogelijkheid tot een wilde inundatie in geval van nood. |
Omgeving: |
De originele situatie rond de zeedijk is behouden: open polderlandschap achter de dijk. Het water vóór de dijk is nu een zoetwater meer zonder getijdenbeweging. |
Eigenaar: |
Hoogheemraadschap van Uitwaterende Sluizen in Hollands Noorderkwartier |
Gebruiker: |
Diversen |
Gebruik: |
Waterkering en schapenhouderij. |
Monument status: |
Provinciaal Monument |
|
Fort bij Edam | Kustbatterij bij Durgerdam |