Fortwachter Albertstevens Magazijnbeheerder Alberts |
 |
Naam voluit: |
Harm Alberts (sr.) |
||||
Geboren: |
11 december 1894, Muiden (Noord-Holland) |
||||
Overleden: |
9 februari 1977, Alkmaar (Noord-Holland) |
||||
Levensloop: |
Zijn vader, Meint Alberts (*12-04-1865 Roermond, †1919) was als beroeps sergeant-fourier (smid) bij het Korps Pantserfort-artillerie bij de bouw van Fort aan het Pampus betrokken en woonde van 1894 tot 1895 in Muiden. In die periode werd zoon Harm geboren, de eerste van vijf kinderen na het huwelijk op 21 december 1893 te Den Helder. Zijn moeder Johanna Catharina Slijkerman (*4-3-1873) overleed op 19 december 1903 kort na de geboorte van het vijfde kind waarna de kinderen in het weeshuis "Broeders van Sint Jozef Gesticht" in Herten woonden, nabij Roermond. Harm (20 jaar oud) kwam als loteling van de lichting 1914 tussen 1 en 5 maart als milicien onder de wapenen bij 4de Compagnie Korps Pantserfort-artillerie te Muiden. Gedurende die tijd was hij als soldaat en soldaat 1e klasse gedetacheerd op het forteiland waar hij later als fortwachter weer zou werken. Hij zou voornamelijk gelegerd zijn geweest in Den Helder waar hij tevens een opleiding voor de koopvaardij volgde. Na de demobilisatie in 1918 probeerde hij werk in de koopvaardij te vinden. In 1919 overleed zijn vader en werd hij voogd van zijn beide zusjes en broertje. Daardoor, en door de slechte arbeidsmarkt bij de koopvaardij, koos hij in hetzelfde jaar voor een militaire loopbaan:
Fortwachter
Op 27 april 1929 werd hij per 1 mei bevorderd tot sergeant-machinist voor zijn nieuwe functie als "Eerste Machinist" op Fort aan het Pampus. Aan een andere voorwaarde, "getrouwd moeten zijn voor die functie", voldeed hij door op 17 april te trouwen met Alida Jacoba Koper uit Haarlem. Nog dezelfde week (17-25 april 1929) betrok het pasgetrouwde stel de stenen dienstwoning op het eiland. De taak van de fortwachter was het om toezicht te houden op het fort en het onderhoud ervan, waarvoor ingehuurde werklieden per boot aangevoerd werden. Op 23 januari 1930 werd zoon Harm Alberts jr. geboren, maar niet op Pampus zelf. Op advies van de huisarts in Muiden ging Alida Alberts naar haar ouders in Haarlem om te voorkomen dat, door vorst en ijsgang zoals de strenge winter ervoor, niemand het eiland meer op of af zou kunnen. Een jaar nadat de Afsluitdijk gesloten was, werd het fort verlaten. Op 20 juli 1933 verliet fortwachter Alberts en zijn gezin het forteiland. Pas in 1991 zou er weer een (civiele) fortwachter op het eiland wonen. Magazijnbeheerder
In 1937 verhuisde hij naar de Kazernestraat 4 in Amsterdam, naast de Oranje-Nassau Kazerne. Hij werkte dan mee aan het voorbereiden van de oprichting van het Munitiepark en werd hiervoor opgeleid. Na de oorlogsdagen van mei 1940 bleef het personeel in dienst totdat in de lente en zomer van 1941 de magazijnen door de Duitse bezetter werden overgenomen. Het jongere militaire personeel ging in krijgsgevangenschap en de oudere kregen een burgerfunctie zoals Harm Alberts sr. bij de Centrale Distributiedienst. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij betrokken bij de Binnenlandse Strijdkrachten o.a. als munitie- en springstofdeskundige. Na de oorlog was hij Adjudant-onderofficier Magazijnbeheerder bij het Munitiepark. Het Munitiepark hield zich de eerste jaren na de oorlog vooral bezig met het opruimen van achtergelaten munitie uit het gehele land. PensioenIn 1954 werd hij gepensioneerd als Adjudant-onderofficier en diende als burger-ambtenaar (Schrijver 1e klasse) tot zijn tweede pensionering vijf jaar later. Hij ging in Herten (bij Roermond) wonen en overlijdt op 9 februari 1977, op 82-jarige leeftijd, in het ziekenhuis in Alkmaar. Zijn vrouw overleed op 8 oktober 1995. |
||||
Bron: |
Boek "Pampus, Geschiedenis van een fort" door Cees Pfeiffer, "Munitievoorziening door de eeuwen heen" van Majoor J.A. van Wiechen en aanvullende informatie van Dhr. H. Alberts jr.† (zoon) |
||||
Foto: |
Dhr. H. Alberts jr.† |
