Nieuwsbrief 547Nieuwsbrief Stelling van Amsterdam
InhoudIn deze nieuwsbrief:
|
InleidingEindelijk, eindelijk goed nieuws over Fort bij Velsen, naar aanleiding van een vergunningsaanvraag! Dan een artikel over namen, naar aanleiding van een vraag over de term 'liniewal'. En dat Fort Nieuwersluis onderdeel van een andere Stelling van Amsterdam had moeten worden. Ook is er een kleine update van de publicatie over Stay Behind te melden. Daarna over een oude prentbriefkaart van een militair op Fort bij Edam aan zijn liefje. Een verslag van een bezoek van internationale experts aan de StvA. En tenslotte een paar archiefvondsten over forten en spoorwegen. Wat het nieuws bij verschijnen van deze, en elke andere, nieuwsbrief ook moge zijn, we hopen dat deze nieuwsbrief niet alleen informatief is. Maar dat het ook wat afleiding biedt. Vandaag is dat vanwege de verkiezingen in de Verenigde Staten van Amerika en de mogelijke gevolgen. Lees deze nieuwsbrief op: https://www.stelling-amsterdam.nl/nieuwsbrief/2024/nieuwsbrief-547/ Tip: houd de cursor boven elke afbeelding om een beschrijving te zien.
|
Dienstberichten- In het hoofdgebouw van Fort bij Marken-Binnen zijn op twee plaatsen de originele waskommen tevoorschijn gekomen. Bij de brandoefenruimten is in het reinigingslokaal (lok.9b) het hardstenen blad met 10 tuimelkommen achter een latere muur tevoorschijn gekomen. En ook in het lokaal voor de onderofficieren (lok.29) is een blad met drie kommen te zien, na het verwijderen van een kast die er overheen was gebouwd. Erg mooi dat ze nog aanwezig zijn en nog mooier dat ze nu weer te zien zijn. De tuimelkommen wijken overigens af van eerder bekende kommen op Fort bij Uithoorn en Fort Waver-Amstel. Daar draaien de kommen over een as evenwijdig aan de muur. Op Fort bij Marken-Binnen is de as haaks op de muur en zit een handgreep aan de zijkant van de kom. (Met dank aan Desirée Maassen, FeniksGroup.) - J.A.C.J. Marijnen was in 1939-1940 de commandant van Fort bij Nigtevecht. Zijn overlijdensdatum was ons en een oud-collega van hem, die contact met ons opnam, nog onbekend. Marijnen blijkt na de oorlog commercieel directeur bij het Waterloopkundig Laboratorium in Delft te zijn geweest. Daar heeft hij tot 1963-1964 gewerkt. De overlijdensdatum hebben we kunnen achterhalen en dat bleek in 1978 te zijn. (Met dank aan Joop van der Tuin.) - Naar aanleiding van het bovenstaande contact met een oud-medewerker van het Waterloopkundig Laboratorium "De Voorst", is navraag gedaan naar het nog in het Voorsterbos aanwezige proefmodel IJmuiden. Er wordt beweerd dat het forteiland bij IJmuiden in de jaren 1960 niet is gesloopt, omdat het de sluizen beschermde tegen zware golfslag. Als daar onderzoek naar is gedaan, dan moet dat door het WL zijn gedaan. Met hulp van Deltares, de opvolger van het WL, hebben we rapporten uit 1958-1963 over het nog aanwezige model IJmuiden digitaal gevonden. Helaas bevestigen die de bewering niet. (Met dank aan Joop van der Tuin en Deltares.) - Reactie: "Wat een indrukwekkend artikel. Bijzondere vondsten!" over de schilders en gevangenen op Fort bij Spijkerboor. En drie reacties met "wow" (zie inleiding van de vorige nieuwsbrief).
|
Fort bij Velsen wordt eindelijk opgeknaptTekst: René Ros. In de Kerstvakantie van 2021 werd het Fort bij Velsen nog verder gesloopt. Dankzij een oplettende nieuwsbrief-abonnee hebben we overheden kunnen alarmeren. Daardoor werd een proces-verbaal aangezegd en, omdat er geen vergunning was, heeft de gemeente Beverwijk een bouwstop afgekondigd. Na tweeënhalf jaar bezoeken en vergaderen heeft Scheybeeck Vastgoed XXXIV B.V. een omgevingsvergunning aangevraagd voor het opknappen en functioneel inrichten van het fort. In dit artikel wordt die ontwerp-omgevingsvergunning van de gemeente met bijlagen samengevat en bijzonderheden uitgelicht. Niet alle bijlagen komen aan bod, maar een paar onderliggende bijlagen worden samengevat en er wordt uit geciteerd. Om met de vergunningsaanvraag te eindigen. In 2022 is door mij meegewerkt aan 'Het Fort bij Velsen, Analyse kernkwaliteiten, Uitgangspunten voor ontwikkeling", maar die is de basis van de andere bijlagen en wordt hier niet besproken. Het concept-besluit van de gemeente, met 24 bijlagen, lag vanaf 1 augustus jl. gedurende zes weken ter inzage. Is midden in een vakantie een veel gebruikte tactiek om zo veel mogelijk onder de radar te vliegen? Of was het pas klaar toen iedereen op vakantie ging? Vage tactiek of niet, de situatiebeschrijving windt er geen doekjes om: In een aantal bijlagen valt op dat de term 'hoofdgebouw' wordt gebruikt voor het resterende frontgebouw. Het hoofdgebouw is, met poterne, keelkazematten en hefkoepelgebouwen, in 1981-1983 gesloopt. Als hieronder uit de documenten geciteerd wordt, zijn tussen blokhaken de termen weergegeven die waarschijnlijk bedoeld worden. In september 2002 werd het fort, zeer tegen de wens van de toenmalig eigenaar, ingeschreven als rijksmonument. Eerder was het gelukt om het geen provinciaal monument te laten worden en was er een aparte regeling tussen eigenaar en de provincie Noord-Holland. Is de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) toen bij de neus genomen? Er werd genoteerd dat de bergloods niet origineel was en die kreeg daarom geen beschermde status. Volgens een kennisgeving werd in mei 2022 geconcludeerd dat het wel degelijk de originele bergloods is en werd de monumentbeschrijving aangepast. In het 'Archeologisch Vooronderzoek' staan wat verkeerde termen en getallen. Wel klopt dat de wachterswoning aan de overzijde van de Kanaalweg gebouwd werd, maar vergeten is te vermelden dat die weg destijds anders liep dan de huidige provinciale weg. Het hoort nu tot het plangebied evenals de voorstelling met loopgraven die geheel ongenoemd blijft. Terwijl juist in die hoek gebruikssporen te verwachten zijn. De conclusie is dat er een hoge verwachting voor vondsten uit de Bronstijd tot aan de Vroege Middeleeuwen is, toen het terrein aan de oever van het IJ lag. En ook voor de Nieuwe tijd toen de Wijkermeerpolder was drooggelegd en het fort gebouwd. De naam van het rapport 'Onderzoek Conflictperiode naar de mogelijke aanwezigheid van ontplofbare oorlogsresten uit de conflictperiode 1940-1945' is 19e eeuws lang. Opvallend is dat dit rapport het over 10 hectare heeft en het Archeologisch vooronderzoek over 6 hectare, terwijl de op kaarten aangegeven plangebieden het tegenovergestelde aangeven. Ook dit explosievenonderzoek lijkt het terrein met de woningen niet meegenomen te hebben. De conclusie is dat het onderzochte gebied onverdacht is voor explosieven uit de Tweede Wereldoorlog. De monumentencommissie maakt enkele goede punten, volgens de bijlage met concept-notulen van een vergadering: In de 'Toelichting Omgevingsinitiatief' staat "Bij het opknappen hoort eveneens het functioneel inrichten van het terrein voor de op- en overslag van goederen. De omgeving rondom het fort maakt een andere functie dan industrie niet mogelijk. De elementen die daarvoor nodig zijn, zullen met veel respect voor de historie van het fort worden toegevoegd". Het somt drie hieronder genoemde fases op, waarin het opknappen en inrichten uitgevoerd zal worden. Zie ook de bijgevoegde ontwerptekening. "Fase 1: Inrichting buitenterrein [terrein binnen de gracht] De huidige aanvraag gaat alleen over fase 1. En is omdraaien van fase 2 en 3 wellicht te overwegen, aangezien de bergloods een opknapbeurt harder nodig heeft, dan het frontgebouw én beter hergebruikt kan worden? Het 'Inrichtingsplan Voorlopig Ontwerp' werkt de fases 1 en 2 verder uit, maar fase 2 betreft daarin de bergloods!? Het Inrichtingsplan noemt het herstel van de wallen en beplanting met bosschages voor het frontgebouw en de hefkoepelgebouwen, dus in het directe schootsveld. Verder wordt het terrein verhard voor de opslag van materialen. Waar het hoofdgebouw en poterne waren, wordt het met half open beton gedaan, zodat er theoretisch gras zou moeten gaan groeien. Op twee oversteken na, die van groen geschilderd asfalt zullen zijn. In de volledig dichte (asfalt) verharding komt een lijn die de verdwenen gronddekking markeert met de tekst "Meer dan 100 jaar Fort bij Velsen". Mogen er nog teksten ingezonden worden? Met eenzelfde lijn zouden niet de gronddekkingen, maar alleen de verdwenen schietkoepels [hefkoepelgebouwen] gemarkeerd worden. Waar de gevel van het hoofdgebouw was, moet een lange wand van schanskorven gevuld met grijs breuksteen komen. Maar waar komt het hoogteverschil vandaan dat er twee trappen nodig zijn? Veel aandacht wordt ook aan de fauna en flora geschonken met een niet-originele natuurvriendelijke oever - zijn daar die trappen voor nodig?. Er wordt ook genoemd dat er banken met informatieborden komen. De formele aanvraag spreekt over "stallingsruimte voor bouwmaterieel en materialen" en er wordt genoemd dat er geen functiewijziging is, omdat eerder het fort ook voor opslag is gebruikt, voor fietsen. Terwijl het fort daarvoor decennia een woonverblijf met paardenweide was. Het is mij onduidelijk of opslag altijd toegestaan was of dat het enkele jaren geleden ook mogelijk is gemaakt. Er blijven wel een aantal vragen over het gebruik, die niet aan bod komen. Als overal vrachtwagens en materiaal komen te staan, wat zie je dan van de markeringen? Wat kan je in het frontgebouw doen terwijl er vrachtwagens laden en lossen, heftrucks rijden en containers staan? En wie en wanneer kan de banken met informatieborden bezoeken? De gemeente zal binnenkort een besluit nemen over de aanvraag en dat bekend maken. Wanneer de vergunning onherroepelijk is, eindigt de bouwstop en kan begonnen worden met de werkzaamheden. De tijdsplanning is afhankelijk van eventuele juridische procedures en of de gemeente een uiterste datum gaat opnemen wanneer de herstelwerkzaamheden van fase 1 moeten zijn afgerond. De volgende fasen zijn aan de eigenaar, maar de waardestelling en inrichtingsplan zijn daarvoor het beoordelingskader. De plannen zien er op zich goed en hoopvol uit, het fort wordt in ieder geval een beetje fatsoenlijk opgeknapt. En het is wat flauw om de plannen af te kraken, aangezien alles beter is dan de huidige situatie. Maar is de eigenaar overtuigd van het nut en noodzaak om 600.000 euro in fase 1 te investeren en tot volledige uitvoering van alle fases? De monumentencommissie en RCE stellen een aantal goede eisen, maar hoe pakt het in de praktijk uit? Fort bij Velsen
|
Liniewal of liniedijk?Tekst: René Ros. Onlangs ontving ik een vraag van een medewerker van Natuurmonumenten, waarbij vraag en antwoord ook voor anderen interessant kunnen zijn. In het verleden heb ik wel vaker vragen gehad over de namen van forten en andere objecten. En misschien is het ook al eens in deze nieuwsbrief aan bod gekomen. Maar het kan geen kwaad om weer aandacht aan zo iets algemeens te besteden. Olga Ekelenkamp: René Ros: Ik gebruik de naam 'Liniewal Geindijk - Nigtevecht', waarbij de termen 'linie' en 'wal' met de topografische namen zijn gecombineerd. Vermoedelijk heb ik dat destijds gedaan in navolging van anderen, zoals het monumentenregister van de provincie Noord-Holland*. 'Liniedijk' komt alleen in titels van recente publicaties voor. 'Dijk' heeft de betekenis van waterkering en dat is wat anders dan een wal ("hoge aarden ophoging om iets heen ter bescherming") die droog in het landschap ligt. Ook daarom heeft 'wal' mijn voorkeur. In de omschrijvingen van 10.337 contracten van het Ministerie van Oorlog 1814-1921 komen 'liniewal' en 'liniedijk' helemaal niet voor. 'Slaperdijk' komt er wel voor twee objecten in voor, vermoedelijk als een verhullende term die ook openbaar gebruikt werd. 'Inundatiekering' en 'gedekte (gemeenschaps)weg' werden ook nog wel gebruikt en daarnaast 'verbindingswal' (in Koninklijke Besluiten) of alleen 'wal'. Ook 'geniedijk' komt niet in de contracten voor. 'Geniedijk' is volgens mij een vrij recente term en heeft daarom niet mijn voorkeur. Het past in het lijstje van recente termen of verzinsels zoals beersluis, binnenfort, buitenfort, kasteelvesting, plofhuis, plofloods, plofsluis, vestingdriehoek, vuurlinie en het infantiele 'kiekeboe-kanon'. Je ziet, er is geen peil op te trekken en geen absolute waarheid. Maar 'wal' komt in het algemeen het vaakst voor in authentieke bronnen. Het is handig als we zoveel mogelijk dezelfde namen gebruiken en in dit geval volg ik zonder problemen het monumentenregister met 'liniewal'. Wellicht handig als jullie dat ook doen?" Olga Ekelenkamp: * Een deel van de liniewal en de helft van de nevenbatterij heeft voor een gemeentelijke herindeling tot de gemeente Amsterdam behoord en daarmee tot de provincie Noord-Holland. Nu liggen liniewal en nevenbatterij geheel in de gemeente De Ronde Venen in de provincie Utrecht. Liniewal Geindijk - Nigtevecht
|
Dubbele plicht van Fort Nieuwersluis 3Tekst: René Ros. Het was ons in 2011 duidelijk geworden dat Fort Nieuwersluis geen onderdeel van de Stelling van Amsterdam (StvA) was, maar wel een voorpost ervan vormde. Maar wat bedoelde een krantenartikel dat het fort de sluitpost zou zijn? Naar aanleiding van de vraag of de Vesting Nieuwersluis een verdedigingswerk van de Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHWL) was geweest, verwees Chris Will naar een boekje van A.L.W. Seijffardt. Daar bleek nog meer interessante informatie in te staan. Een digitaal exemplaar kon niet gevonden worden en uw schrijver heeft affiniteit voor zowel digitale data als voor stoffig papier. Ik beken het maar eerlijk, voor 100 euro werd een exemplaar van 'De Vesting Holland, Neêrlands Verdedigingsstelsel voor Neêrlands volk geschetst' uit 1887 aangeschaft. Dit soort brochures, maar ook artikelen zoals in het tijdschrift Militaire Spectator, werden op persoonlijke titel geschreven. Het was dus zeker geen regeringsbeleid en bepaalde informatie zal niet gepubliceerd mogen worden. Maar de schrijvers waren natuurlijk wel goed op de hoogte om een aanleiding te hebben en hun standpunt te publiceren. De schrijver is August Lodewijk Willem Seijffardt (1840-1909) die zelf bij de artillerie diende, onder andere in West-Indië (Curaçao) waar hij in 1859 naar toe ging. Na een verlof van vier maanden in Nederland keerde hij echter niet terug en ging over naar ons Amsterdamse 2e Regiment Vesting-Artillerie. Van 1864 tot 1878 was hij docent aan de Koninklijke Militaire Academie te Breda en vanaf 1881 werkzaam bij de Generale Staf. In 1849-1851 vond de bouw van Fort Nieuwersluis inclusief een verdedigbare toren plaats, ten koste van een deel van de oude vesting. Tussen 1880-1882 werd het fort naar haar huidige vorm vergroot en voorzien van een bomvrije kazerne en drie remises. In 1881 was de damsluis in de Vecht gebouwd. En in september 1881 werd het definitieve tracé van de StvA vastgesteld. Dit was de situatie toen Seijffardt er in 1887 over schreef. Om te beginnen met de inhoud, eerst de titel 'Vesting Holland'. Dit moet een van de vroegste vermeldingen van de term zijn, die pas in 1922 formeel werd gebruikt voor het westen van ons land en een eigen commandant kreeg. Dan na die lange aanloop de paragraaf waar het eigenlijk om gaat, over het Fort Nieuwersluis schrijft hij op pagina 29: Dat lijkt een heel mooi geformuleerde en betrouwbare bevestiging dat de StvA met Fort Nieuwersluis op de NHWL had moeten aansluiten. Daar is uiteindelijk niet voor gekozen en werd het fort een soort voorpost om de route naar Amsterdam af te sluiten voor vijandelijke troepen die ten zuiden van het fort door de NHWL waren gebroken. De taak van het fort werd nog uitgebreid met het afsluiten van het Merwedekanaal dat in 1892 werd geopend. Zodoende, naast beschermen van de inundatiewerken en accessen had het Fort Nieuwersluis ook de NHWL en de StvA met hoofdverdedigingslijn en inundaties op elk moeten aansluiten. Dat laatste is er niet van gekomen, maar wel werd later een provisorische aansluiting met de Stelling gerealiseerd. Fort Nieuwersluis
|
Beste Nederlanders!Tekst en foto: René Ros. Op 10 oktober 2020 verscheen de publicatie "Beste Nederlanders", over een geheim project in de Koude Oorlog. Het zijn de herinneringen van een stafmedewerker van Operaties, een Stay Behind-organisatie. Er is wederom een nieuwe versie met aanvullingen verschenen. Na de Tweede Wereldoorlog zijn de Stay Behind-organisaties Operaties en Inlichtingen opgezet, om bij het uitbreken van een nieuwe oorlog verzetsactiviteiten te organiseren. Deze publicatie is gebaseerd op een brief van het hoofd van de sectie Sabotage van Operaties, werkend onder de dienstnaam 'Pelt'. Samensteller en onderzoeker René Ros heeft, in samenwerking met de kinderen van 'Pelt', de originele teksten gecombineerd tot een brief aan alle Nederlanders. Met ruim 60 pagina's is het een van de meest uitgebreide openbare publicaties over Operaties. Het bevat naast de brieftekst, ook de resultaten van onderzoek ter verificatie en ter aanvulling van de brief. Hierdoor is ook veel nieuwe informatie aan het licht gekomen. Zo bleek de geheime organisatie onder haar dekmantel in de telefoongids te staan. En eindelijk weten we welk Amsterdams grachtenpand ze als kantoor gebruikten. Ook is duidelijker geworden welke forten er gebruikt werden: Fort bij Spijkerboor, Fort bij Uithoorn, Fort bij Nigtevecht, Fort aan de Uppelse Dijk en Werk aan de Bakkerskil. In de nieuwste versie zijn de volgende wijzigingen gemaakt, die in de publicatie onderstreept worden weergegeven: Toegevoegd als aanvullende bron: De nieuwe versie van de publicatie is te downloaden via de onderstaande link. Beste Nederlanders
|
Post uit het verleden: EdamTekst: René Ros. De afgelopen tijd verkregen we een aantal foto's annex prentbriefkaarten waar weinig persoonlijke informatie over kon worden achterhaald. Doch de afbeelding, of vaker de tekst, is te leuk om niet met jullie te delen. Alle konden aangekocht worden dankzij de donateurs, daarom tevens dank aan die donateurs. In deze en volgende nieuwsbrieven komen steeds een of twee prentbriefkaarten aan bod in de tijdelijke serie 'post uit het verleden'. Dan gaan we verder met de derde prentbriefkaart in deze serie. Deze is niet per post verzonden zodat stempel en geadresseerde geheel ontbreken. Voordeel daarvan is wel dat de hele achterzijde beschreven is en die tekst is goed te ontcijferen: "Edam, 15 Aug. 1915 Mijn lieve beste Meisje, Zonder geadresseerde en alleen een "W." als afzender, is er onderzoektechnisch geen eer te behalen. Het lijkt er op dat hij artillerist op het Fort bij Edam was. Zijn tekst geeft een kort maar interessant inkijkje in het leven op het fort en de toenmalige maatschappij. Het plaatje (zie rechts) is wat zacht en dromerig, zeker geen snor en sigaar! Afkomstig uit een geheel andere tijd, maakt het wel nieuwsgierig wat er toen onder "onbezorgd keuvelen" werd verstaan... De hedendaagse Van Dale noemt als betekenis "gezellig praten". Wie heeft er een woordenboek uit 1915? In de volgende nieuwsbrief gaan we verder met deze tijdelijke serie 'Post uit het verleden', dan over Fort bij Spijkerboor.
|
De onbekende vesting "Stelling van Amsterdam"Tekst: Hans-Rudolf Neumann (FORTE CULTURA). Van 28 september tot en met 5 oktober 2024 vond een studiereis plaats met zeven internationale experts uit Duitsland, Zwitserland, Frankrijk en Nederland naar de "Stelling van Amsterdam". Het complex, dat kan worden aangemerkt als een grote vesting, bestaat uit ruim veertig objecten die samen met bestaande waterlopen en sluizen een verdedigingsring rond Amsterdam vormen. De objecten zijn veelal betonnen forten met kazematten; De bouw ervan begon in de jaren negentig van de 19e eeuw, duurde ruim drie decennia een kwart eeuw als gevolg van diverse aanpassingen in het licht van de zich ontwikkelende artillerie, en was door de Eerste Wereldoorlog ingehaald door de werkelijkheid. Tijdens de Duitse bezetting in de Tweede Wereldoorlog werd de bewapening omgesmolten en werden de forten vaak gebruikt als munitiedepots of gevangenis. Het Nederlandse leger bleef tijdens de Koude Oorlog een aantal forten als opslagplaats gebruiken voordat de forten werden verlaten. Toen het in 1996 onder provinciale bescherming was geplaatst en geclassificeerd als cultureel wereldmonument, begonnen overwegingen en restauratiewerkzaamheden voor toekomstig en winstgevend voortgezet gebruik, die tot op de dag van vandaag niet zijn voltooid. De studiegroep ontmoette de verschillende eigenaren en gebruikers en heeft met eigen ogen kunnen zien wat de huidige status van de werkzaamheden is van in totaal 31 objecten op zes verschillende fronten. Het werd duidelijk dat er in het verleden zeer verschillende plannen waren ontworpen om het voortbestaan van de grote vesting in zijn totaliteit te waarborgen in overeenstemming met monumenten- en natuurbehoud. De volgende fronten zijn bezocht: Ter introductie gaf de initiatiefnemer van het Documentatiecentrum Stelling van Amsterdam, René Ros, op de avond van 28 september in Hotel Corendon Schiphol een fotolezing, waarin de historische en structurele ontwikkeling van de grote vesting werd geïllustreerd. In zomer 2023 is er op het vakantieadres in Duitsland een voorbereidend gesprek geweest tussen auteur en René Ros. Daarna is per e-mail geholpen het programma verder uit te werken. Behalve de presentatie (in het Engels) is René op maandag 30 september de navigator en extra gids geweest op de tocht in het Noordfront. En op woensdag 2 oktober waren Peter Schat en Hans Baas de begeleiders in het Zuidfront en is René aan het eind van de middag nog even aangehaakt bij Nigtevecht. Ook langs deze weg willen alle deelnemers aan de studiereis, alle gastheren nogmaals bedanken voor de grote aandacht en competente begeleiding van de groep. Deze aandacht ging ook gepaard met een zekere nieuwsgierigheid, omdat voor de meeste voorzieningen de ontwikkeling van een toeristisch concept – vooral voor buitenlandse toeristen – nog steeds een grote opgave is. Tot nu toe zijn de individuele forten doorgaans beperkt en wisselend te bezoeken.
|
Het Utrechts Archief: SpoorwegenTekst: René Ros. Alhoewel beloofd was om dit jaar de aandacht te richten op het Noord-Hollands Archief, was er onlangs een praktische gelegenheid om de studiezaal van Het Utrechts Archief (HUA) te bezoeken. Ook dit archief in de plaats Utrecht was al meerdere keren bezocht, maar er waren nieuwe inzichten en alweer een wensenlijst. De aandacht ging uit naar de Vechtstreek, maar dat is Noord-Holland en hoezo ligt dat materiaal in een Utrechts archief!? Dit eerste van twee artikelen gaat over de archieven over forten en een tweetal spoorwegmaatschappijen. De in 1938 opgerichte Nederlandse Spoorwegen is gevestigd in Utrecht en haar archieven en die van haar rechtsvoorgangers berusten daarom bij Het Utrechts Archief. Of het nu gaat over spoorwegen bij IJmuiden, Abcoude of elders. Zo was er een overeenkomst tussen het Departement van Oorlog (DvO) en de Hollandsche IJzeren Spoorweg-maatschappij voor de aanleg en exploitatie van een spooraftakking van Velsen naar het Fort bij IJmuiden. Dat fort lag destijds nog op de noordoever van de havenmond en kreeg op deze manier een spooraansluiting om zware materialen voor de bouw van het fort aan te voeren. De jaartallen waren wel bekend, maar nu ook de exacte data: getekend op 29 mei 1884, goedgekeurd door DvO op 28 juni, en op 28 juni 1887 opgezegd. De Nederlandsche Rhijnspoorweg-maatschappij had te maken met de bouw van het Fort bij Abcoude naast haar spoorweg. In november 1882 was de Directie nog bang voor verzakkingen van de spoorwegdijk, beperking van rangeren en belemmeringen van de uitbreidingen voor de toekomstige stoomtram Amsterdam-Abcoude*1. Zij zagen het fort "liever meer zuidwaarts en verder weg van spoorweg", maar dat werd compleet genegeerd door het DvO. Dezelfde Directie schreef een maand later "geene bedenkingen, gemakkelijk tot wederzijds genoegen eene regeling zal zijn te treffen". Wel waren ze stellig dat er in het contract een artikel moest worden opgenomen, zoals ook bij Fort Westervoort bij Arnhem was gedaan, dat als "uit te voeren werken den dienst van den spoorweg belemmeren" het wegruimen, aanpassen en dergelijke binnen een maand door DvO zou worden uitgevoerd. Een overweg naar weilanden zou niet verplaatst, maar gewijzigd worden. Ook speelde naast de spoorwegdijk dat het Departement van Oorlog een voorziening moest treffen om de weiden van H. Schoenmaker sr. (boerderij aan Straatweg, nu Stationsstraat 28) bereikbaar te houden. Deze lagen ten zuiden van het fort , waarvoor de grenssloot als brede vaarsloot uitgevoerd worden. Met direct daarlangs, maar over het glacis, een weg met twee toegangshekken ("barrieres"). De spoorweg naar Fort bij IJmuiden bestaat niet meer en het terrein is weggegraven zodat het fort op een eiland kwam te liggen. De vaarsloot op Fort bij Abcoude is nog goed te herkennen, inclusief de twee toegangshekken. Aan de Stationsstraat is nog een derde identiek toegangshek dat ook door het Departement van Oorlog moet zijn betaald. Dat hek is een karakteristiek los stukje Fort bij Abcoude en ongetwijfeld zonder monumentstatus. Binnen het fort*2 moet de weg omgevormd zijn tot de slootberm en zal al héél lang voor het laatst betreden zijn. *1 Eigenlijk wat de metrolijn Amsterdam Centraal - Holendrecht nu bijna is. Fort bij IJmuiden
|
Deze nieuwsbrief is een uitgave van het Documentatiecentrum Stelling van Amsterdam. De redacteurs en auteurs aanvaarden geen aansprakelijkheid, op welke wijze ontstaan, door het gebruik van de inhoud van de website, nieuwsbrief of andere publicatie, door welke persoon en voor welk doel dan ook. Wij hebben ons best gedaan om alle rechthebbenden op deze website / nieuwsbrief te achterhalen. Eenieder die meent dat zijn/haar materiaal zonder voorafgaande toestemming hier is gebruikt, verzoeken wij om zich tot ons te wenden. Bij gebruik als bron voor publicaties en andere uitingen is bronvermelding verplicht en tevens wordt deskundige begeleiding, door bijvoorbeeld de redacteur of auteur, aanbevolen. In de nieuwsbrieven weergegeven meningen zijn een deel van een column of strikt persoonlijk tenzij expliciet anders is aangegeven. 'Majoor Van Hall' en 'Soldaat Troelstra' zijn fictieve militairen uit het verleden die dienen als pseudoniemen voor verschillende personen. Activiteiten zoals rondleidingen worden mogelijk door andere partijen georganiseerd en de verantwoordelijkheid voor inhoud, uitvoering e.d. ligt geheel bij de betreffende partij. De inhoud van een nieuwsbrief wordt na publicatie niet meer gewijzigd en kan later onjuist zijn gebleken of niet meer van toepassing zijn. De auteursrechten berusten bij René G.A. Ros tenzij anders is aangegeven. |