Sluit [X]   
 

in 1853: goedkeuring Kringenwet 1853 en lastgeving tot publicatie in het Staatsblad...

Donateur worden?

© 1999-2024, René G.A. Ros
Laatst gewijzigd 9-12-2024

De Stelling van Amsterdam - Documenten

Fortmanoeuvres 1912

Algemeen Handelsblad
Het voormalige kantoor en drukkerij van het Algemeen Handelsblad uit 1902/1903 aan de Nieuwezijds Voorburgwal in Amsterdam.
(Foto: © René Ros, 2004)

Hieronder volgen de volledige versies van een reeks krantenartikelen die gedurende een week in september 1912 in het Algemeen Handelsblad verschenen (auteur onbekend). De schrijfstijl, taal en opmaak zijn zoveel mogelijk behouden, inclusief typfouten zoals de verschillende schrijfwijzen van hetzelfde woord: Leymuiden - Leimuiden. De afbeeldingen, tabellen en kaders met aanvullende informatie behoren niet tot het originele verslag.

De genoemde datum is de dag waarvan verslag wordt gedaan, meestal stond het verslag de volgende dag in de krant. Het Algemeen Handelsblad, overigens, is in 1828 opgericht, fuseerde in 1964 met de Nieuwe Rotterdamse Courant en wordt sinds 1970 NRC Handelsblad genoemd.

De volgende artikelen zijn opgenomen:

Kaart
Het terrein van de fortmanoeuvres met de forten bij Aalsmeer, Kudelstaart, De Kwakel, Drecht en Uithoorn. Ook de Voorstelling langs de Drecht is aangegeven met de hoofdschootsrichting van het daarin aanwezige geschut.

De Stellingcommandant A.N.J. Fabius ("de Leider" ) verblijft tijdens de "Oefeningen in den vestingoorlog in een gedeelte van het Zuidfront der Stelling van Amsterdam" op het gemeentehuis van Mijdrecht. De verdedigende partij ("blauwe veldleger") zetelt in het gemeentehuis van Amstelveen, de aanvallende partij ("roode westerleger") in Alphen aan den Rijn.

Van de verdedigende partij is het stafkwartier van de Sector Sloten op de Militaire Drinkwatervoorziening, van de Groep Schiphol op Fort aan het Schiphol. En van de Sector Ouderkerk op het sectorpark in die plaats en de Groep de Nes in de pastorie van de R.C. Kerk in De Nes

Toegewezen troepen volgens ministerieel besluit
Het hoofdkwartier van den Leider
Verdedigende partij Aanvallende partij
Divisie-, Sector-, en Groepsstafkwartieren Stafkwartier
II en IIIde Bataljon 7de Regiment Infanterie 4de Regiment Infanterie
20, 22, 23, 24 en 25ste Bataljon Landweer Infanterie  
5 en 8 Compagnie 2de Regiment Vesting-Artillerie 1ste Afdeeling van 1ste Regiment Veld-Artillerie
  8ste Compagnie van 1ste Regiment Veld-Artillerie (houwitserbatterij)
  1ste Mitrailleur-afdeeling
  1ste Compagnie Wielrijders
detachement vestingpioniers detachement Veld-pioniers
  detachement Korps Pontonniers
lichte telegraafbrigade en zware telephoonbrigade lichte telegraafbrigade en zware telephoonbrigade
deel lichte telephoon- en optische brigade (4 telephoonstations) deel lichte telephoon- en optische brigade (6 telephoonstations)
aantal zoeklichtinstallatiën aantal zoeklichtinstallatiën
aantal vaartuigen, benevens motorbooten aantal vaartuigen, benevens motorbooten

"Per geweer- of karabijndragende infanterist worden op het oefeningsterrein medegebracht 120 losse patronen no. 2; per karabijndragende pontonnier, vesting-artillerist, geniesoldaat en van de mitrailleurafdeling 20 losse patronen no. 2 en per revolverdragende 12 losse patronen no. 6.
Bij de mitrailleurafdeeling worden, per mitrailleur, op het oefeningsterrein medegebracht 10 gevulde patroonbanden; door de veld-artillerie en de houwitserbatterij, per batterij, 240 ladingen voor losse schoten." (ministerieel besluit d.d. 6 april 1912)

Zie ook de volgende personen die met grote waarschijnlijkheid deelnamen aan de oefening: Korporaal Abcouwer, Sergeant De Jong, Soldaat Jonker, Soldaat Jordaan, Soldaat Van Kolfschoten, Korporaal Lüsschen, Soldaat Schutte, Soldaat? Trampen en Soldaat? Van der Valk.


Amsterdam belegerd.

UITHOORN, 23 September.

Het is half twee - de invasie van het stille, schilderachtig aan den Amstelstroom gelegen plaatsje begint. De kwartiermakers zijn aangekomen en haasten zich, na zich wat te hebben opgefrischt, naar het gemeentehuis (het is vannacht vroeg dag geweest voor velen: het 3e bataljon van het 1e regiment marcheerde om 5 uur uit het kamp bij Laren, 35 K.M., een behoorlijke marsch dus).
De op het laatste oogenblik aangebrachte wijziging in de dislocatie der troepen, ten gevolge van het geheel afzien van het gebruik van tentenkampen, heeft den kwartiermakers en intendanten het werk niet gemakkelijk gemaakt. Alles is "door elkaar gegooid" - een landweerbataljon, dat oorspronkelijk in tenten langs den Legmeerdijk zou worden gelegerd, wordt thans gedeeltelijk ondergebracht in een fort aan den Amstel, en verder ingekwartierd in den polder.
De geheele bevolking loopt uit om het "soldatenvolk" te zien, het is alles vol leven en bedrijf. Vlak bij mijn kwartier liggen drie allerleukste gewapende marinesloepen met miniatuur-mitrailleurs achter schilden.
Zoo juist kwam het 25e landweerbataljon per boot van Amsterdam aan. De troep zat zich lekker in het zonnetje te klapstoelen en op banken aan dek te koesteren. Vlug werd ontscheept en aangetreden, de zware ransel met mantel er omheen wat naar boven geduwd. Alles ging zeer bedaard en ordelijk, de enkele bewegingen voor den afmarsch gingen vlot, de slag zat er alweer in.
Een oogenblik later weer een boot, dit keer een compagnie landweervesting. Tegelijk trok over de ophaalbrug het derde bataljon van het 7e met slaande trom het dorp binnen. Het werd voor het gemeentehuis bij het afhalen der inkwartieringsbiljetten door een kinematograaf opgenomen.
Het weer houdt zich goed; als er niet zulk een krachtige bries stond, zou het warm zijn.

Terwijl de troepen hun kwartieren opzoeken, heb ik den tijd nog het een en ander te vertellen van den verplegingsdienst, het meest "ondankbare baantje dat er in het leger bestaat", zooals vanmorgen een officier zeide. En toch is het een zoo bij uitstek belangrijk dienstvak! Met een holle maag kan de soldaat niet marcheeren en vechten: le ventre creux est pire ennemi du soldat.
Hoewel bij deze manoeuvres geen proeven met keukenwagens enz. worden genomen, zooals het vorige jaar, is toch het werk van de intendantuur omvangrijk genoeg.
In de voeding van de onderofficieren en minderen wordt voorzien door kwartierverpleging, voor zoover ze niet zelf voor hunnen voeding moeten zorgen. Aan alle voorpostendetachementen worden verduurzaamde levensmiddelen verstrekt, bestaande uit bussen volksspijs (aardappelen met groenten) en bussen vleesch (rollade).
Het broodration van 0.75 K.G. wordt nu en dan gedeeltelijk vervangen door 1/4 K.G. beschuit; op zulke dagen bedraagt het broodration 0.4 K.G.
Verder is voor de verdedigende partij in elk der sectoren Ouderkerk en Sloten een verbruiksmagazijn opgericht, waaruit de troepen buiten de forten, welke zonder voeding zijn ingekwartierd of in noodkwartieren zijn ondergebracht, verschillende artikelen, zooals koffie, boter, spek, peulvruchten, verduurzaamde levensmiddelen en beschuit kunnen ontvangen.
In elk fort is bovendien een voorraad van die artikelen aanwezig ten behoeve van de bezetting. Het brood, vleesch, de groenten en aardappelen worden uit Amsterdam per boot aangevoerd. De levensmiddelen, welke bovendien nog noodig zijn, zooals kaas, melk, zout, azijn enz., alsmede de brandstoffen, worden ter plaatse door de troepen zelven aangeschaft.

Militaire bakkerij
De Militaire Bakkerij in de Conradstraat in Amsterdam.
(Foto: © René Ros, 2002)

Ten behoeve van de troepen van de aanvallende partij, welke niet met voeding zijn ingekwartierd of in noodkwartieren zijn ondergebracht, worden verschillende artikelen, als koffie, boter enz., door de bataljons infanterie en de compagnie wielrijders op gehuurde voertuigen medegevoerd.
Het brood wordt uit de militaire bakkerij te Amsterdam aangevoerd, gedeeltelijk per spoor, gedeeltelijk per boot. De overige levensmiddelen worden ter plaatste aangeschaft.
Dit is in groote trekken het schema van de verplegings-maatregelen.

De algemene oorlogstoestand op heden, 23 september, is aldus verondersteld:
In den slag op de Houtensche Vlakte heeft het roode oosterleger de overwinning behaald.
De hoofdmacht van het blauwe veldleger (3e, 4e en Reserve Divisie en Cavaleriebrigade) is in N.O. richting teruggeslagen en wordt door het roode oosterleger (IVe Ve, en VIe legerkorps met Cavalerie-Divisie) vervolgd.
Tegenover de bedreiging door het roode westerleger (Ie, IIe en IIe legerkorps met Cavalerie-Divisie) hebben de 1e en 2e blauwe divisie in den nacht van 22 op 23 September den terugtocht in noordelijke richting voortgezet.
Dank zij het verrassende van dezen terugtocht, hebben de blauwe troepen bewesten van Utrecht een belangrijken sprong op de vervolgende roode troepen verkregen en is, in genoemden nacht, nagenoeg overal de voeling met den vijand verloren gegaan, in verband met de omstandigheid dat alle overgangen over den Rijn bewesten Utrecht door de blauwe troepen zijn vernield.

Het bovenstaande geeft in algemeene trekken den toestand aan, zooals die verondersteld wordt op den voormiddag van 23 September (tengevolge van de gebeurtenissen na het begin van den oorlog) te zijn ingetreden. In verband met de voorgenomen oefeningen en de daarvoor beschikbare dagen is het noodig, dat de onderstelde gebeurtenissen op papier elkander sneller opvolgen dan in een werkelijken oorlog het geval zou kunnen zijn.
In verband met den vredestoestand gelden de volgende bepalingen: Hedenmiddag te zes uur moet de voorpostenstelling zijn ingenomen (voor den verdediger de lijn Nieuwveen-Rijnsaterwoude.) Tot Dinsdagochtend zes uur mag de lijn der veldwachten slechts door posten en patrouilles worden overschreden. Op dat uur moeten alle opstellingen tot uitoefening der veiligheidsbewaking zijn ingenomen.
Hedenmiddag wordt te Amstelveen geformeerd het stafkwartier dan den commandant der verdedigende partij. Deze heeft zich te beschouwen als commandant 2e Divisie, die verondersteld wordt alsdan den algemeene reserve te vormen.
Als commandant van het vak-Uithoorn treedt op de res. luitenant-kolonel Sommer; van het vak-Aalsmeer de res. majoor Roelofs.
De res. luitenant-kolonel Luden is van 24 September 6 u. v.m. tot het einde der manoeuvres ter beschikking van den Leider, ter nadere indeeling.
Met de eigenaren van schuren, stallen enz. zijn overeenkomsten afgesloten tot onderdakbrenging van de voorpostendetachementen, terwijl voor de veldwachten gelegenheid bestaat tot schuilen. De ruimte voor onderbrenging der troepen kan zoo noodig door het plaatsten van bruine tenten worden vergroot, voor zoover deze door hen worden meegevoerd.

8 uur 's avonds.

Het landweerbataljon, waarvan boven sprake was en dat gedeeltelijk in een fort aan den Amstel, gedeeltelijk in den polder zou worden ondergebracht, kwam te ongeveer half zes in twee boten aan den kruisweg, halverwege Ouderweg en fort Waver-Amstel. Het bataljon was te acht uur aangetreden, door den dokter gezien, had patronen en kapotjas ontvangen en was te half twee per stoomtram naar Amsterdam vertrokken om daar ingescheept te worden. Er werd dus alleen gemarcheerd van de boot naar de kwartieren.
Het bataljon, 570 man sterk, werd over zeer grooten afstand verspreid; wel 5 kwartier gaans uit elkaar - het gevolg van de inkwartiering in plaats van onderbrenging in tenten. Er moest gekozen worden tussen twee zaken: òf wellicht nog niet geheel droge terreinen òf verspreiding over groote afstanden, zoodat de menschen veel meer moeten lopen.
Noch den dokter, noch den luitenant-adjudant staat een rijksvervoermiddel ter beschikking, hetzij paard of fiets. Bon entendeur......
Ten slotte de eerste manoeuvremop: Wanneer men het inundatiekaartje uit het Zondagochtendblad goed aankijkt, dan kan men in het geinundeerde blok Uithoornsche polder met de twee uitlopers een paar reusachtige beenen zien, die over alles heenlopen: de Duitscher, die over forten en dijken en polders kalmpjes heenstapt.
Ik hoop in het Avondblad nog even met een enkel woord te kunnen melden hoe de eerste worsteling in het voorterrein is afgelopen.
Nog verneem ik, dat op het enkele dagen geleden ingekomen verzoek van den Minister van Oorlog, of leden van de Nederlandse motorbootclub hun vaartuigen beschikbaar wilden stellen, geen enkel gunstig antwoord is gegeven. Zooals men wellicht weet, is het departement met de club doende over het afsluiten van een contract met het oog op beschikbaarstelling in oorlogs- en manoeuvretijd.

Op het punt dezen brief weg te zenden, hoor ik, dat van de voorposten te Nieuwveen (een compagnie van het 3e bataljon van het 7e) bericht is gekomen, dat, volgens het oordeel van den dokter, de menschen niet in staat zijn naar behoren den voorpostendienst waar te nemen wegens oververmoeidheid. De daarop genomen beslissing is nog niet bekend.
Deze compagnie moest, behalve de 35 K.M. Laren - Uithoorn, nog een kleine 10 K.M. loopen om de lijn der voorposten te bereiken.
Na zulk een marsch te moeten rusten, gekleed en wel, in stallen en schuren of op dubbelpost te moeten staan of te moeten patrouilleren is niet alles!
Het bataljon kwam met weinig achterblijvers in Uithoorn aan.


Amsterdam belegerd.

UITHOORN, 23 September.

Waar is de reus met al zijn stoffen,
Die Gijsbreghts stad ten neer wou ploffen,
En om haer' muur zijn armen slaan?

De eerste strijd is gestreden, duizenden dooden en gekwetsten bedekken de polders en dijkglooiïngen. Dit eerste gevecht heeft al dadelijk het bloedige karakter van een polderoorlog doen uitkomen, waarin één goed opgestelde mitrailleur een geweldige uitgestrektheid terrein onveilig maakt.
Maar laat ik eerst, in aansluiting op den in het Dinsdag Ochtendblad geschetsten algemeenen oorlogstoestand, den bijzonderen oorlogstoestand voor den verdediger op 23 September meedeelen, om daarna van dit fictieve terrein tot de werkelijkheid terug te keeren.
Ingevolge de bevelen van den opperbevelhebber der blauwe troepen houdt de 1e Divisie stand in den gereed gemaakten tijdelijke vleugel Noordwijk aan Zee - De Kaag, terwijl de 2e Divisie - tellende 16 bataljons, 1 compagnie wielrijders, 1 mitrailleurafdeeling, 1 escadron huzaren, 6 batterijen V.A. en 1 compagnie veldpioniers, met bijbehoorende treinen - tot versterking van de Stelling van Amsterdam wordt aangewezen.
Deze Divisie marcheert op 23 September in verschillende colonnes over Aalsmeer en Uithoorn naar de haar door den Stellingcommandant aangewezen kantonnementen, waar zij voorloopig de algemeene reserve vormt.
Ingevolg de bevelen van den Stellingcommandant is op 22 September bij het aanbreken van den dag de veiligheidsbewaking ingesteld en zijn onderdeelen van de groepsreserven de sectoren Sloten en Ouderkerk tot den voorpostendienst aangewezen. Ten behoeve van laatstgenoemde dienst is o.a. het 2e bataljon van het zevende regiment infanterie naar Leymuiden, Rijnsaterwoude en Oude Wetering, het 3e bataljon van hetzelfde regiment naar Nieuwveen, Mijdrecht en Uithoorn gezonden. Te 8 uur v.m. waren alle troepen der 2e Divisie door de voorposten opgenomen, terwijl de vervolgende cavalerie en wielrijders werden afgewezen.
Berichten van kondschappers [boodschappers, inlichtingen] geven te 4 uur n.m. zekerheid, dat troepen, ter sterkte van eene brigade van het 1e Roode Legerkorps, te Zwammerdam, Alphen en omgeving zijn aangekomen en aldaar legeren.
Dit was dus de toestand Maandagavond. Ik deelde reeds mede, dat de compagnie van het derde bataljon van het zevende, die op voorposten moest, uiterst vermoeid bleek na den marsch van Laren. Dit had ten gevolge, dat voor het betrekken der veldwachten, de posten en voor het patrouilleren een keuze moest gedaan worden uit de menschen, die nog het best in staat waren dezen zwaren dienst te volbrengen. Gelukkig drongen geen vijandelijke afdeelingen op (vermoedelijk in verband met daartoe gegeven bevelen); in werkelijkheid zou de vijand waarschijnlijk niet zoo welwillend zijn geweest. Naar men mij meedeelde, liet de verpleging hier ook wel wat te wenschen. De compagnieën, die ver uit elkaar waren ingekwartierd, werden van voedsel voorzien uit één centraal punt, maar het eten moest gehaald worden, met het gevolg, dat wel eens een koude portie werd verorberd.
Thans bleek ook weer treffend de dringende noodzakelijkheid van het bereden maken van den compagniescommandant. Nu moest deze, wilde hij zijn manschappen in hun kwartieren bezoeken, om te zien hoe zij bezorgd waren na een marsch van een kleine 50 K.M., nog eens al die boerderijen afwandelen. En daarbij nog de paperassenrompslomp. Als de troep, zij het ook na een vermoeiende marsch, in het kwartier komt, is het afgeloopen. Maar voor de officieren begint dan nog eens even het papierenwerk. Hetzelfe geldt, natuurlijk in nog overstelpender mate, voor den staf. In oorlogstijd komt er op allerlei gebied meer kijken dan manoeuvretijd, maar de papierenrommel wordt over boord geworpen.
Telefonisch meldde ik reeds in het kort den uitslag van de dag van heden: de voorposten-linie van den verdediger is teruggeworpen over de Drecht en betrekt daar de in gereedheid gebrachte vóórstelling, loopende van het pontveer bewesten Leymuiden, langs de Drecht tot Bilderdam; verder langs de Z.O. kade van den Zuider-Legmeerpolder tot het fort de Kwakel. Dus zoo ongeveer 3 K.M. vóór de hoofdstelling. Zij kan door de forten worden ondersteund, door de forten bewesten en beoosten Uithoorn zelfs flankerend. Het commando over deze voorstelling is opgedragen aan den res. luitenant-kolonel Luden, die tot nu toe ter beschikking van den Leider was. De voorstelling wordt bezet door drie bataljons van het 7e (een gemarkeerd).
De bevelhebber van den aanvaller, die zijn hoofdkwartier te Rotterdam heeft gevestigd, alwaar groote hoeveelheden zwaar belegeringsgeschut enz. zijn ontscheept, zoodat alles erop wijst, dat de hoofdaanval plaats zal hebben tegen het Zuidfront van de Amsterdamsche stelling, geeft bevel aan den commandant van zijn 2e brigade (dat zijn dus de troepen, die thans werkelijk de aanvallers zijn) om zich op 25 September zoo mogelijk meester te maken van Leimuiden, Bilderdam en de Banken.
Zoo treedt dus morgen (Woensdag) de volgende episode in van de belegering: de strijd om de vóórstelling, ook alweer een strijd om tijdwinst aan de zijde van den verdediger.

Nog een enkel woord over den dag van heden. Men weet reeds, dat de aanvaller oprukte in drie colonnes; twee bataljons en een batterij veldartillerie over Woubrugge richting Leimuiden; anderhalf bataljon en een batterij over Ter Aar richting Huis ten Drecht; een bataljon en een batterij over Zevenhoven richting Nieuwveen; twee bataljons en drie batterijen benevens de mitrailleurafdeeling bleven voorlopig in reserve bij het stoomgemaal Neptunus.
De aanval van de westelijke colonne werd tot staan gebracht, omdat de verdediger oppermachtig was op de Westeinderplas (de bekende deux ex machina!); de middenkolonne had succes, terwijl de verdedigers in Nieuwveen werden teruggeworpen, doch zich in een sterke haakstelling zuidwaarts van Vrouwenakker vastzetten.
Wij zagen secties zich zeer vlug in den polder in tirailleurlinie oplossen. Maar bij velen was het merkbaar, dat het feu sacré er nog niet inzat - secties, die zoo sloom en langzaam over de planken overgangen gingen, in een propje wachtende totdat er plaats kwam om over te gaan, en zich daarna heel rustigjes aan de overzijde weer verspreidden, dat zij aanzienlijke verliezen zouden hebben geleden.
Ook bij het versterken van de tirailleurlinie in de stelling zuidwaarts van Vrouwenakker bleken velen nog niet doordrongen van het feit, dat een donkere gedaante boven op een dijk een prachtig mikpunt biedt. Ook hier het zich leukweg al wandelende in tirailleurlinie begeven. De Japanners, die aan den lijve gevoeld hebben hoe gevaarlijk het is zelfs een tipje van zijn neus te laten zien, voeren dergelijke bewegingen in looppas uit. Wellicht, dat als werkelijk de kogels om hen inslaan, onze soldaten in dit opzicht het deksysteem ook zullen toepassen.
Een paar wielrijders-ordonnansen zag ik met vlotten gang over het weiland gaan.
Ook thans weer wordt gewerkt met de bekende roode markeervlaggen, pecuniao causa. De aanvoering van zo'n vlaggenbataljon of -compagnie lijkt mij al heel vervelend!
Zeer groote diensten bewezen negen leden van de Nederlandsche Motorrijwielvereeniging, die vrijwillig de estafettedienst op zich genomen hadden. Het bestuur hoopt mettertijd tot een geregelde vrijwillige organisatie te komen.
Inderdaad een zeer te loven initiatief.

Eind 1900 was een studie gemaakt naar de verlichting van het voorterrein om een eventuele aanvaller voortijdig te ontdekken. De bedoeling was om een vervoerbare lamp met electrische installatie aan te schaffen.
Zoeklicht
Een ijzeren zoeklicht van 60 cm doorsnede op een "karretje".
(Bron: Nationaal Archief)

Aan diverse fabrikanten werd een advies en prijsopgave gevraagd. Schuckert und Co. uit Nurnberg (vertegenwoordigd door de Haarlemsche machinefabriek te Haarlem) en Santtner Harlé et Cie te Parijs maakten deze installaties. Ook Sieens Halscke had een aanbod gedaan.
Men wilde graag een zoeklicht van ±60 cm. diameter. Deze lamp had dan 3000W energie nodig. Het bereik van de lamp zou 700 á 800 meter moeten bedragen. De motor zou dan op een sterkte komen van 5,6 a 6 PK. Het geschatte rendement bedroeg 80%.

Nog dient vermeld, dat in het vak-Aalsmeer een verplaatsbaar zoeklicht van 60 c.M. aanwezig is en een z.g. kamlicht; het vak-Uithoorn beschikt over een zoeklicht van 60 c.M. en een van 90 c.M. Als proefneming zijn zij aangesloten aan de electrische centrale van Uithoorn.
De aanvaller heeft een zoeklicht van 60 c.M. en een klein licht van 45 c.M.
Reeds hedennacht werkte de verdediger met zijn licht. Het is een phantastisch gezicht, die lichtbundels het terrein een oogenblik fel te zien beschijnen. Alles ziet er onder dat licht, hetwelk de rest van de omgeving in nog veel zwarter duisternis laat, anders uit; de toeschouwer is eerst geheel gedesoriënteerd. De demoraliseerende invloed van de zoeklichten op de Japanners voor Port-Arthur was zoo groot, dat het voldoende was om bundels te richten op in aanbouw zijnde naderingswerken om allen arbeid daaraan te doen eindigen.
Het zoeklicht is geen nieuw oorlogswerktuig; alleen wijdt men er de laatste jaren meer aandacht aan. Reeds in het midden van der vorige eeuw bestonden zoeklichten met electrisch licht. Doch eerst sinds de uitvinding van de dynamo-electrische machine kreeg de zoeklichttechniek groote beteekenis.
Men onderscheidt vaste, beweegbare en draagbare zoeklichten. In de meester legers zijn lichten in gebruik met 25, 60 en 90 c.M. spiegelmiddellijn. Maar nog steeds, hoezeer de Russisch-Japansche oorlog (en onlangs nog de Italiaansch-Turksche oorlog!) het groote nut ervan heeft aangetoond, bestaat er een zeker vooroordeel tegen. Indien het zoeklicht een wapen ware waarmede men zijn tegenstander doodslaat, dan zou het spoedig genoeg de algemeene belangstelling tot zich trekken. Maar nu het slechts den vijand tracht te ontdekken en de mogelijkheid opent hem buiten gevecht te stellen, nu geeft men het niet de volle eer, waarop het recht heeft.
In nummer 59 van het "Militär Wochenblatt" van dit jaar, komt een hoogst belangwekkend artikel over "Bedeutung und Verwendung von Scheinwerfern". Hierin wordt o.a. een voorbeeld uit de praktijk aangehaald, om te doen zien hoe weinig eigenlijk nog rekening wordt gehouden met deze werktuigen. Bij een groote oefening in den strijd om vestingen, beschenen zoeklichten van de verdediger bij een uitval de eigen troepen, met het gevolg dat de operatie mislukte. Het zoeklicht werd toen veroordeeld als schadelijk en hinderlijk. In werkelijkheid echter lag de schuld niet aan de zoeklichten en hun waarnemers, doch aan den vakcommandant, onder wiens bevelen de lichten gesteld waren. Zij waren aan zich zelf overgelaten, kregen geen bevelen en werden niet over den toestand en voornemens der eigen partij ingelicht. Het gevolg was de verkeerde belichting bij den uitval, waarvan de zoeklichtcommandant niets afwist!
Zoeklichten van 90 c.M. spiegelmiddellijn werken goed tot ongeveer 2700 M.; die van 60 c.M. tot 1800 M. De lichtbron moet liefst hoog gesteld worden, bijvoorbeeld op een z.g. Magirustoren (genoemd naar een firma in Ulm), een licht, tot 10 M. hoog uitschuifbaar toestel, dat gemakkelijk te verplaatsen is.
Het Nederlandsche leger beschikt ten behoeve van de Stelling van Amsterdam over eenige vervoerbare electrische verlichtingsinstallaties, waarvan hiernevens een afbeelding (lezing over de inrichting en aanwending van zoeklichtinstallaties voor militaire doeleinden in de Vereeniging t.b.v. K.). Men lette er echter wel op, dat de dynamowagen en de waarnemer te dicht staan bij het zoeklicht, dat natuurlijk door den vijand beschoten wordt. Zij bestaan elk uit een zoeklichtwagen met een zoeklicht van 60 c.M. en een kabelhaspel met kabel, uit een zoeklichtkarretje en een automobielen dynamowagen. Het zoeklichtkarretje dient om het zware zoeklicht te kunnen vervoeren naar punten, welke voor den zoeklichtwagen en voor den torenwagen niet te bereiken zijn, bijv. bovenkanten van borstweringen enz. Het is een tweerollig voertuig met aan een gebogen as bevestigde hooge wielen, waartusschen het zoeklicht wordt opgehangen.
Voor het voortbewegen van een vervoerbaar electrische zoeklichtinstallatie heeft men 12 paarden noodig. Het gewicht van den dynamowagen is ongeveer 2500 K.G.

De billijkheid eischt, dat ik even mededeel, dat het landweerbataljon, waarvan ik gisteren sprak, thans voorzien is van een bereden luitenant-adjudant. De dokter doet zijn dienst op een eigen rijwiel, hetgeen, gelet op de afstanden, niet anders mogelijk is. Een motorrijwiel ware het aangewezen vervoermiddel in deze.
Met het oog op het voorkomen van roodvonkgevallen in Amsterdam, moeten de doktoren bijzondere aandacht wijden aan gevallen van angina. Tevens moet de dokter o.a. per compagnie vier man en een gegradueerde oefenen in het aanbrengen van hulp bij drenkelingen.
De Minister van Oorlog woonde heden de oefeningen bij.

Hedenavond woonde ik een oefening bij van een landweerbataljon: beoefening van het betrekken van veldwachten, uitzetten van posten, patrouille loopen. Zonder actie van den vijand vrij vervelend voor den menschen, doch zeer noodzakelijk, daar de veiligheidsdienst een bij uitstek voorname factor is.
Een compagnie liep in de werkpakken - nu niet bepaald warme kleeding bij deze koude avonden. Overigens was het bij aanvaller en verdediger alles pais en vreê: van verontrusten van elkaar geen spoor, althans op dit uur, ongeveer negen uur.
Een zoeklicht uit Uithoorn werkte; het bij de centrale aangesloten zoeklicht komt in werking om elf uur, daar anders te veel stroom onttrokken wordt aan de bevolking.


Amsterdam belegerd.

UITHOORN, 24 Sept.

Infanterie
Infanterie in dekking langs de weg.
(Foto: collectie Nationaal Militair Museum / Jaap de Zee)

Onze manoeuvre-verslaggever telephoneert:
De aanvaller is hedenochtend in drie evenwijdige colonnes opgerukt tegen de voorpostenlinie van de verdedigende partij, bezet door twee compagnieën van het 7de regiment infanterie, en wel één compagnie in Oude-Wetering, Rijnsaterwoude, Leimuiden, en één compagnie oostwaarts daarvan in Nieuwveen, Mijdrecht en Uithoorn.
Het resultaat van de daaruit voortvloeiende drie partieele gevechten was, dat de verdediger zijn voorposten terugtrok over de Drecht, met achterlating van enkele veldwachten, zuidwaarts van deze rivier. De aanvaller heeft de lijn, waarin de verdediger hedennacht zijn voorposten had, vermeesterd, en houdt daarin stand.
Hij vermoedt, dat de verdediger noordwaarts van de Drecht een voor-stelling bezet. Daar hij veel verliezen geleden heeft en zijn troepen zwaar vermoeid zijn, besluit hij, den aanval niet verder door te zetten, en te trachten zich vast te zetten in het terrein.
De heden door den verdediger ingenomen stellingen konden niet door zijn zwaarder geschut worden beveiligd.
Thans bevindt hij zich onder dekking van het fortgeschut.
Morgen in de vroegte wordt waarschijnlijk gevochten om Bilderdam.


Amsterdam belegerd.

UITHOORN, 25 September.

Wegens uitgebreidheid van de dislocatie der troepen zal van hedenochtend af de uitdeeling der levensmiddelen geschieden per motorwagen, welke toegevoegd is aan den luitenant-kwartiermeester, belast met de voorziening met levensmiddelen van de meest verwijderde voorposten.

Artillerie Aalsmeer

"Artillerie in opmarsch bij Aalsmeer."
(Uit: De Prins, 1912)

Onze manoeuvre-verslaggever telephoneert:
De aanvaller op de voor-stelling werd op linkervleugel en front afgeslagen, de rechtervleugel werd, na een verwoeden strijd in Leimuiden, waarbij twee mitrailleurs en een stuk geschut door den vijand veroverd werden, tot achter dit plaatsje teruggeworpen.
Het vermoeden ligt dus voor de hand dat de aanvaller zoo spoedig mogelijk, wellicht vannacht reeds, zal trachten zijn succes op dezen vleugel te vervolgen, en dan de verdediger te dwingen, in zijn hoofdstelling terug te gaan.
Ook heden rukte hij in drie colonnes op, en wel in de richting Leimuiden - Bilderdam - Huis te Drecht. De verdediger had zijn twee infanterie-bataljons in eerste linie gebracht, het landweer-bataljon in reserve gehouden. Zijn sterke mobiele artillerie werd gesteund door het vuur uit de hoofdstelling.
In verband met de te verwachten nachtelijke oefeningen wordt morgen overdag gerust.
De Koningin komt vermoedelijk morgen in Uithoorn voor een bezoek aan de stelling.


Amsterdam belegerd.

UITHOORN, 25 September.

Een krijghsman wint genoegh, al wint hij niet dan tijd.

Het krijgsbedrijf van heden staat (althans wat den verdediger betreft) in het teken van deze zinsneden: tijd winnen, ten einde aan de hoofdstelling de laatste hand te leggen en de uit de achterwaarts gelegen parken ontboden aanvullingsbewapening in batterij te brengen, nu het aanvalsfront zich voldoende heeft afgeteekend.
Heden werd dan ook in de batterijstellingen langs den gedekten verbindingsweg het noodige zware geschut opgesteld en werd de infanterie-opstelling in gereedheid gebracht, o.a. door het aanbrengen op de borstwering van lange latten met inkepingen, waarin de geweren kunnen rusten, wanneer in den nacht vuur moet gebracht worden in en voor de voorwaarts aangebrachte versperringen. De verschillende batterijen worden van boven met biezen bedekt tegen eventueele luchtverkenning; de toegangswegen worden door verhakkingen en versperringen (meestal voorgesteld door latten, plankjes enz.) afgesloten. Ook de in het achterterrein opgerichte uitzichttorens zijn zooveel mogelijk met takken bedekt, zoodat het silhouet minder afsteekt. Op het erf van een boerderij is o.a. een uitschuifbare glazerwasschersladder opgesteld.
De aanvaller, die de meeste overgangen in de polderwegen, door den terugtrekkende verdediger vernield, had te herstellen of door het slaan van pontonbruggen had te vervangen, kreeg gistermiddag bevel hedenochtend de voortwaartsche beweging door te zetten in de richting Leymuiden, Bilderdam, Huis ten Drecht, met gelijktijdige vasthouding van Nieuwveen.
Hij rukte daartoe op in drie colonnes: twee bataljons en een batterij in de richting Leymuiden; een bataljon op den weg naar Bilderdam; twee bataljons op den weg naar Huis ten Drecht, terwijl twee batterijen bij den aanvang der beweging waren opgesteld ten westen van de Leidsche brug.
Twee derde van de compagnie wielrijders verkende ten Westen van het Brasemermeer, het andere derde deel verkende op de rechtervleugel.
Om half negen werd het vuur door alle batterijen verrassend geopend.

De verdediger had zijn lange verdedigingslinie bezet met twee bataljons van het zevende regiment infanterie in de eerste linie en een landweerbataljon in algemeene reserve. Hij beschikte over acht mitrailleurs, de afdeeling veldartillerie (waartoe diende het vroegere veldgeschut), een batterij lange kanonnen van 10 c.M., een batterij houwitsers van 12 c.M., twee batterijen van 10 c.M. mortier; verder over een zware telegraafbrigade, vier telephoonstations, een groep van drie defensiesloepen.
Hij werd ondersteund door batterijen in de hoofdstelling.
(Enkele der genoemde batterijen waren gefingeerd of voorgesteld door ander geschut).
Wij zagen een batterij zwaar geschut, aangevoerd over den Westeinderplas op een motorvrachtboot, in Stelling brengen op den Heerenweg. Het voornemen bestaat (er zijn thans gelden aangevraagd) om voor dergelijke doeleinde houwitserbatterijen aan te schaffen van het type van de veldhouwitserbatterij in Utrecht (thans aan den aanvaller toegevoegd). Een hoogst nuttige maatregel, te oordelen naar den arbeid en tijd, noodig om de thans gebruikt wordende batterijen zwaar geschut op de aangewezen plaats te brengen; wat van dergelijke onhandelbare stukken terecht moet komen bij een snel terugtrekken over zoo'n smallen dijk, laat zich niet denken. Trouwens, in het algemeen blijkt in zulke manoeuvredagen hoe moeilijk en tijdroovend het verkeer is over onze smalle, polderwegen, wanneer daar auto's, particuliere wagens, stukken geschut, bataljons enz. langs moeten!
Op het daartoe door generaal Fabius aan den Minister gedaan verzoek, om de pers een fort ook inwendig te laten zien, werd door dezen toestemming hiertoe verleend, op voorwaarde, dat over de bewapening enz. niets werd gepubliceerd. Ik kan dus niet veel vertellen: wij zagen een hefkoepel werken (net een schildpad, die zijn kop even onder zijn schild uitsteekt); wij zagen de ingerichte infanteriestelling (de latjes tegen het afsteken met modder donker gemaakt), de schelinrichting voor den luisterpost, die 's nachts aan den waterrand zit om te waarschuwen als hij onraad hoort; merkten het grootflankement op, constateerden, dat alle in het fort gelegerde landweermannen gedecoreerd waren, althans een lintje in het knoopsgat hadden (vermoedelijk ter aanduiding der secties); hoorden van den fortcommandant, dat de nachtelijke alarmeering (waartoe hij het sein geeft, niet door het gewone hoornsignaal, doch door een signaal op een politiehoorntje) druk beoefend wordt en constateerden, dat de bewakingsdienst in orde was, want zelfs onze geuniformeerde leidsman werd kalmpjes door den schildwacht achter de voetbrug tegengehouden.
Daarna ging de tocht naar Bilderdam, waar we eenige leden van de z.g. Bezuinigingscommissie aantroffen. Nu, zij hadden daar een goed plaatsje en konden het hart ophalen aan het geluid van een ratel, voorstellende het vuur van de nieuwerwetsche mitrailleurs. Trouwens, ook bij den aanvaller werd de zuinigheid betracht: hier stonden de vuurmonden te paffen, voorgesteld door een of ander vuurwerkje achter een scherm of zeil - ons leger zit wel goed in zijn requisieten.
De aanvaller werkte ook hier weder met vlaggen. Daar de ophaalbrug reeds vernield was, had de zuidwaarts van de Drecht in stelling staande verdediger maatregelen getroffen, om met bootjes eventueel over de rivier terug te kunnen trekken.
Daar het echter blijkbaar slechts een vasthoudend gevecht was, dat hier geleverd werd, maakte de persbrigade gretig gebruik van het welwillende aanbod van den overste der marine Krol om een tochtje naar Leimuiden te maken met een juist in de Drecht passeerende defensiesloep. Een aardige afwisseling, na het polderterrein deze schilderachtige rivier langs.
Met warme erkentelijkheid betuigden wij dan ook den hoffelijken marineofficieren onzen dank.
In Leimuiden troffen wij het neusje van den zalm: de aanvaller was opgedrongen tot vlak bij het dorp; de verdediger had de brug, welke toegang geeft tot het plaatsje, vernield. Daar zaten ze tegenover elkaar, met de Drecht er tusschen in. Links van de brug bij den molen had de aanvaller in het hout een compagnie met een paar krachtige mitrailleurs aan den oever. Krachtig drong hij rechts en links op, den verdediger door zijn vuur van achter schuttingen, boomen enz. dwingende, den hoogen oever te verlaten, zoodat hij gelegenheid kreeg naast de vernielde brug over het paalwerk ter zijde, dat niet onbruikbaar was gemaakt, een breede plank te leggen. Juist op dat oogenblik deed nog een klein aantal verdedigers een wanhopige poging, om het leggen van den overgang te beletten, zij drongen al vurende door tot op het brughoofd, doch moesten voor het overstelpende vuur terug. Fluks volgden de aanvallers een voor een over de plank en het paalwerk, om dan aan de dorpszijde van de brug in de straat vuur af te geven op den wijkenden verdediger. Een alleraardigst moment: scheidsrechters, journalisten, publiek, marechaussée, vurende soldaten; maar weldra kwam er orde, de wakkere groep van den aanvaller bezette de breedte van de straat met een liggend en staand gelid, dat vrij bedaard zijn vuur afgaf. Vooral het kader nam kalm een vijand op den korrel en drukte dan pas af. Na een korten tegenstand week de verdediger weer een honderd meter in de dorpsstraat terug, steeds meer aanvallers kwamen opzetten over de plank en verspreidden zich snel rechts en links in den polder, blijkbaar bedoelende het dorp te omvatten. De sectie in de straat maakte plotseling ruim baan en daar vloog een artillerieprojectiel uit een voor de vernielde brug afgereden stuk geschut de dorpsstraat in. Snel gaat het thans door den polder rechts en links van het dorp over slooten en slootjes voorwaarts, ijlings werpen de plankendragers van den verdediger hun last over de smalle waterscheidingen, waarover dan de groepen volgen, wel eens in de haast te veel op plukjes samenballende, om na de verspreiding aan de overzijde weer te trachten stand te houden. Maar de aanvaller, wiens munitie al vechtende werd aangevuld, laat hem niet op adem komen. Met een geestdriftig élan geeft de aanvallende compagniecommandant het voorbeeld om vooruit te snellen, een artillerie-luitenant ijlt met eenige manschappen zijwaarts door tuinen achter de huizen om, sluipt dan langs een huis naar voren, beloert door het zijraam van een woonkamer den verdediger vlak bij hem aan den voorkant van het huis en geeft hem het volgende oogenblik de volle laag op eenige tientallen meters afstands - eenige ruiten rinkelden in, dat hindert niet, het is in vijandelijk land, voorwaarts, voorwaarts - rechts en links wordt de verdediger besprongen, hij maakt naar beide zijden front, maar moet terug voor zulk een verbijsterend opdringen:
- "De vijand stond versuft en deinsde om deze zaeck.
- "De dooden lagen vast langs burreghwal en straeten.
- "Geen kruiswegh, die niet dicht bezet werd van soldaeten.
Daar trekt de compagniescommandant de sabel en met een "vooruit jongens, er op in" gaat het onder een hoeratje voorwaarts.
- "Hij zellef was de voorste, om elleck moed te geven.
Intussen was de omvatting door de rechtsche troepen zoo vlug en snel volbracht, dat de aanvaller aan de noordzijde van het dorp twee mitrailleurs en een stuk geschut veroverde, waarvan de mondingen op den wijkenden verdediger gericht waren, toen dezen de hoek van een straat omgingen....
Leimuiden was genomen en de actie voor heden geëindigd.
Het was hier wel het aardigste en meest actievolle oogenblik van de manoeuvres tot nog toe, dat ik zag. Het woord was feitelijk geheel aan de infanterie welke hier goed tot haar recht kwam. Want ten slotte is het toch altijd weer het infanteriewapen, dat de beslissing brengt. Een straat- en poldergevecht tegelijkertijd, zeker episodes, welke bij een eventueelen oorlog in onze terreinen veelvuldig zullen plaats vinden.
Maar die infanterie, van wier optreden feitelijk de uitslag van het gevecht of den slag afhangt, onder wie geen overwinning kan worden behaald, is uiterst moeilijk aan te voeren en te leiden in het vuur, hetgeen in het polderterrein er zeker niet makkelijker op wordt. Het moderne gevecht dwingt haar tot het aannemen van breede formaties. De chefs kunnen hun invloed niet meer rechtstreeks doen gelden op de in gevecht gewikkelde soldaten. Op het initiatief van den eenling komt het aan. Wat moet er terecht komen van de infanterie, indien het individu in vredestijd niet voldoende tactisch onderlegd wordt en hij niet ook in moreel opzicht wordt voorbereid en bekwaamd voor zijn taak!
Alles wordt in het werk gesteld om de vijandelijke infanterie te ontdekken en dan te vernietigen. De ophelderingen en verkenningen hebben verschillende doeleinden: doch het hoofddoel is de infanterie te zoeken. Waar bevindt zij zich, hoe sterk is zij, welke is haar formatie, in welke richting beweegt zij zich? Dat is de quintessens, welke den bevelhebber van de tegenpartij vooral intrigeert.
Reeds op grooten afstand van het te bereiken doel, de te veroveren positie, neemt het voetvolk de gevechtsorde aan. Het werkdadig veldartillerievuur begint op 4000 meter, doch reeds op 5 en 6000 meter moet de infanterie rekening met haar houden. Zoodra de vijandelijke artillerie in actie kan komen, moet de infanterie onzichtbaar worden. Dan vangt haar moeilijke taak aan, dan lost die compacte massa, tot nu toe onder rechtstreeksche leiding der chefs, zich op in compagnieën, in secties en groepen, zoodat de artillerie het vuur staakt, omdat het doel niet voldoende trefkans biedt of wel het vuur moet verdeelen over een groote oppervlakte en te veel munitie verspilt met een gering resultaat. Komt de infanterie binnen de 4000 meter, dan wordt de formatie nog ijler en lossen de voorste afdeelingen zich op in tirailleurlinies, gevolgd door de ondersteuningstroepen. Dan vangt de toestand aan, die wel eens de leegte van het slagveld wordt genoemd: een oogenblik zijn de voorwaarts snellende tirailleurs zichtbaar om het volgende oogenblik weer te verdwijnen met "den kop in den grond".

Tirailleurlinie

"Een tirailleurlinie geeft werkdadig vuur op den vijand bij Uithoorn."
(Uit: De Prins, 1912)

De toeschouwer krijgt nu en dan den indruk van een groote verwarring, doch dit is slechts schijnbaar. De voorwaartsche beweging n.l. geschied sprongsgewijze. Doch niet alle groepen gaan tegelijkertijd voorwaarts: terwijl enkelen hun sprong van een vijftig meter maken, blijven de nevengroepen liggen om heftig op den vijand te vuren, ten einde dezen te beletten op de voorwaarts gaande makkers te schieten. En zoo om de beurt.
In elke phase van den strijd moet de infanterie zich het vuuroverwicht verzekeren. En daartoe is een aanzienlijke munitievoorraad noodig. In Mantsjoerije werden op sommige dagen ontzaglijke voorraden verbruikt, soms zelfs 300 patronen per man verschoten, zoodat enkele afdelingen op beslissende oogenblikken gebrek hadden aan munitie. Dit waren wel uitzonderingsgevallen, doch men moet toch rekenen op een dagelijksch verbruik van 100 tot 150 patronen per man. Men voelt de moeilijkheid en toch de absolute noodzaak van een behoorlijken en geregelden munitie-aanvoer.
Worden de ondersteuningstroepen geleidelijk in het gevecht gebracht, dan kan een dappere en goed gedisciplineerde infanterie, niettegenstaande het decimeerende vuur van den vijand, tot op korten afstand van dezen naderen om hem dan met de bajonet te lijf te gaan. Na den Transvaaloorlog meenden velen, dat de beslissing door het vuurgevecht kon worden verkregen en het gevecht van man tegen man uit den tijd was. Maar de Russisch-Japansche oorlog heeft wel anders geleerd.

Het gevolg van de actie van heden is, dat de voorstelling heden (Woensdag)avond ontruimd wordt en dat de verdediger terugtrekt op zijn hoofdstelling.
Vannacht zijn dus waarschijnlijk kleine uitvallen te verwachten, om den vijand te alarmeeren of zijn opstellingen te verkennen. Maar ook deze zal niet stilzitten; hij zal een krachtige poging wagen de forten bij Aalsmeer en Kudelstaart te nemen en deze actie te water ondersteunen.
Met het oog op dit laatste is een snelvarende reddingsboot op den Westeinderplas aanwezig om onverhoopt hulp te kunnen verleenen.

Nog enkele snippers.
Er is toch nog een vaartuig van de Motorbootclub aanwezig, eigendom van een landwachtofficier.
Er schijnen veel manschappen uit te vallen wegens voeteuvels. Zoo nu en dan ontmoet men op den weg een platten vrachtwagen met voetkranken.
Er komt meer belangstelling van de zijde van het publiek, welks aanwezigheid eenerzijds op hoogen prijs wordt gesteld, doch anderzijds wel eens hinderlijk is voor de troepenbewegingen en -opstellingen. Zoo'n clubje burgers bij een goed gedekte stelling is zoo'n duidelijke aanwijzing!
Wij zagen heden ook verschillende officieren in de politiek de oefeningen volgen.
Ook eenige opperofficieren, o.a. de chef van de generalen staf, luitenant-generaal Snijders, waren aanwezig.
De veldpost schijnt niet zoo vlug te werken, als men zou meenen. Althans, er werden klachten vernomen, dat officieren hun courant een dag te laat krijgen, hetgeen voor hen teleurstellend is, daar dit de eenige bron is, waaruit zij kunnen zien, hoe de toestand eigenlijk is.
Het aardige denkbeeld van de Leider om een "Veldmare" te laten drukken en onder te troepen te doen verspreiden, ten einde hen dagelijks op de hoogte te houden, heeft hij moeten opgeven, ook alweer pecunia causa. Om hierin toch enigszins te kunnen voorzien, werden een paar maal enkele duizenden exemplaren van "Het Nieuwsblad voor Nederland" verspreid met een uiteenzetting van den toestand, toegelicht door schetsen.
Ten slotte een temperament-teekening:
Twee officieren ontmoeten elkaar op een punt, waar geweldig gevochten wordt. De een verklaart opgetogen, dat het een schitterend moment is, waarmede de ander volmondig instemt, echter met de toevoeging: "voor een sterk kop koffie". Ik verzeker u, dat er veel gevergd wordt van den troep en de officieren; een compagnie van het 7e is zoowat permanent op voorposten. Toch wordt niet gemopperd, de wil is zeer goed. Ik zag daarvan een treffend bewijs: een afdeeling had verschillende menschen langs den weg liggen, ze konden niet meer; in een nabijzijnde boerderij werd wat brood verstrekt, de menschen kikkerden op en voort ging het weer.
In den troep is men over het algemeen tevreden over de voeding, die zeer goed is. De officieren zijn vol lof over de ontvangst van de Uithoornsche burgerij.
Er zijn weinig zieken buiten de voetkranken.


Amsterdam belegerd.

UITHOORN, 26 Sept.
6 uur v.m.

De aanvaller heeft hedennacht inderdaad getracht in de richtingen Aalsmeer en Kudelstaart terrein te winnen.
Nadat in den middag van Woensdag een opstellingsplaats was verkend voor een lichtinstallatie, werd deze 's avonds daar geplaatst, eenige K.M. Westwaarts van Leymuiden op den Heerenweg bij de Hoeve "Eenzaam", onder dekking van een compagnie. Een paar honderd meter voorwaarts stond een klein zoeklicht met een korporaalspost, die den weg telkens verlichtte als er "iets" naderde en dat gebeurde nog al eens, want de schitterende maannacht had vele belangstellenden naar het oorlogsveld gelokt. Wij zagen zelfs dames.
In den vooravond had een verkennings patrouille zoo handig weten te manoeuvreren in een roeibootje, dat zij er in slaagde aan land te komen en de telefonische verbinding tusschen de forten Kudelstaart en Aalsmeer te verbreken en eenige meters kabel mee te nemen.
Die patrouille verdient een eervolle vermelding!
Andere verkenningspatrouilles hadden, naar zij meenden, een onbezet vak voorwaarts van Kudelstaart ontdekt. Besloten werd te trachten in die richting een aanval te doen en zoo mogelijk den verdediger zonder te vuren met de bajonet te lijf te vallen.
Intusschen had op de Westeinderplas een lichtduel plaats. De verdediger had westwaarts van Aalsmeer een zoeklicht opgesteld, terwijl een monitor en een defensiesloep op het meer kruisten. Een prachtig gezicht leverden die over het water glijdende lichtbundels op, terwijl het beschenen riet gouden korenaren geleek. Alleen dit reeds loonde de moeite van een slapeloozen nacht.
Maar spoedig volgt iets nog belangrijkers. Even voordat de voorgenomen beweging zou beginnen, werd het kleine zoeklicht teruggenomen. Een oogenblikje later komt een man van de veldwacht ademloos aanhollen om versterking te vragen. In den looppas gaat een sectie er heen, een paar seconden later plotseling een luid hoera en zij loopt den verdediger in den armen. Een afdeeling landweer was in alle stilte genaderd, had den post waarschijnlijk opgelicht en trad plotseling vlak bij een boerderij verrassend op. Maar even snel ook richtte de aanvaller zijn zoeklicht op de driehonderd meter van hem staanden vijand en terwijl deze half verblind door het schelle licht een oogenblik verdwaasd stond te kijken, kreeg hij uit het hout om de boerderij en van de gelederen rondom het zoeklicht de volle laag, zoodat hij terug moest. Een typische episode dus uit den kleinen oorlog. De generaal Snijders was met het troepje landweer ter plaatse gekomen. Daarop trad weder de rust in, zij het dan ook, dat uitkijken de boodschap bleef, want die verdediger, die even snel verdween als hij gekomen was, bleef niet te vertrouwen en moest worden opgezocht om te weten wat hij uitvoerde. Ook van het water dreigde voortdurend gevaar, de monitor en de defensiesloep voerden verdachte bewegingen uit.
Uit de richting Leymuiden kwam het geluid van eenig artillerie- en infanterievuur, dus vermoedelijk deed de verdediger van Aalsmeer ook een uitval.
Tot eindelijk tegen vijf uur het daglicht doorbrak en het natuurlijk licht het spoedig won van het kunstmatige. Huistoe gaande, bleek de aanvaller bij Kudelstaart aardig te zijn doorgedrongen. Zwakke afdeelingen kropen tot vlak bij de versperring voor de fortgracht en beschoten de ingenomen infanteriestelling in het fort en de op den fortweg staande posten. Deze hadden niet veel zicht, want de stijgende nevels sloten het terrein op een paar meter afstand als met een scherm af.
In den nacht naar de boerderij "Eenzaam" wandelende, trof het mij, hoe scherp de silhouetten van op de dijk loopende troepen afstaken tegen den witten nevel in het polderterrein achter hen.
Bij het terugrijden langs den gedekten weg naar Uithoorn stieten wij telkens op afdeelingen landweer; blijkbaar was dus een groot gedeelte van de bezetting in de weer geweest.
Heden, Donderdagnacht, de slotaanval.
De voorposten op den linkervleugel van de stelling zijn geheel teruggetrokken uit de lijn van de Kerkvaart (op Mijdrecht aanloopende). Wellicht dus dat het fort beoosten Uithoorn, het fort de Zuwe, zooals de burgerij hier het noemt, daarbij het doelwit zal zijn.
Om daarvoor nieuwe krachten op te doen, zal ik thans ook maar een paar uurtjes gaan slapen. Wie weet welke drukte de middag nog brengt.

Fort De Kwakel genomen.

Fort bij De Kwakel
De keelzijde van Fort bij De Kwakel.
(Foto: © René Ros, 2004)

Onze manoeuvre-verslaggever telephoneert:
Boven wees ik er reeds op, welk een voordeel de sterke nevel vanmorgen vroeg de aanvaller bood, die bij Kudelstaart opdrong.
Op dezelfde wijze wisten drie compagnieën, waarvan een gemarkeerd, het fort De Kwakel te naderen, waarbij zij het voordeeltje hadden, dat een veldwacht op den weg buiten het fort zijn post eenvoudig verlaten had. De aanvaller slaagde er in, aan de keelzijde van het fort te komen, waar de schildwachten bij de smalle draaibrugjes in verbouwereerdheid hun posten ijlings in den steek lieten en naar het fort snelden. Intusschen was de geheele fortbezetting gealarmeerd, en beschoot met kanonnen, mitrailleurs en geweren de fortbrug. Niettemin klauterden een paar van de aanvallers onder de gesloten ijzeren deuren op de brug, lichtten de klink er af en lieten de overigen binnen, met het gevolg, dat te ongeveer half zeven de drie compagnieën in het fort waren.
Het laatste bedrijf waarschijnlijk in werkelijkheid wel niet zoo plots van stapel zijn geloopen. De vijand zou zich vermoedelijk om de keelzijde van het fort in het terrein hebben vastgezet. Men vergete ook niet, dat de versperringen van het voorterrein gefingeerd zijn, dus gemakkelijker te passeren dan werkelijke versperringen zouden zijn.
Intusschen schijnt de toestand ook in zooverre niet zuiver te zijn, dat te 6 uur schorsing der eventueele actie was ingetreden. Althans, de artillerie-commandant van het fort kreeg, naar ik vernam, op zijn telefonisch verzoek om steun, van een collega in de nevenforten ten antwoord, dat de rust was aangevangen.
Op het uur, dat ik dit telefoneer, wist de commandant nog niet, welke beslissing de leider over zijn lot had genomen. Wel was hedenochtend, na de zoogenaamde inneming van het fort, bericht gekomen, dat de aanvaller het werk moest verlaten, zoodat deze dan ook spoedig aftrok, na de cantine flink geplunderd te hebben.
Het publiek, dat in den loop van den ochtend bij het fort samenschoolde, werd in de meening, dat dit genomen was, versterkt door het feit, dat aan de achterzijde daarvan een compagnie van den aanvaller in rust lag. Deze afdeeling bevond zich daar echter ten gevolge van omstandigheden, geheel vreemd aan de actie tegen het fort.

Thans loopt weer het moeilijk te controleeren gerucht, dat de Koningin hoogstwaarschijnlijk niet zal komen, doch wel Prins Hendrik, na afloop van de Roode Kruis-oefening te Haarlem op heden.


Amsterdam belegerd.

UITHOORN, 27 Sept.

Als laatste bedrijf van de manoeuvres liet de Leider de roode partij een aanval doen op het fort Uithoorn, gevolgd door een tegenaanval van den verdediger, ter teekening van de slot- en voornaamste episode van den vestingkrijg, de worsteling om de hoofdstelling.
Als aanvalsrichting was aangegeven het gedeelte van de hoofdstelling van en met het fort Uithoorn tot en met fort a/d Drecht.
De tegenaanval met drie landweerbataljons en een afdeeling artillerie moest plaats hebben in de richting Ter Aar.
Een kort woord tot slot over deze nachtelijke apotheose, welke door een overtalrijk publiek, dat soms zeer hinderlijk was voor de troepen, werd aanschouwd.
Te zes uur gistermiddag bezette de verdediger een kringstelling van veldwachten en voorpostendetachementen om het fort Uithoorn, waaraan op den rechtervleugel het 20ste landweerbataljon aansloot langs den bedekte weg. De aanvaller had tegen vier uur in den ochtend drie bataljons op de naderingswegen op ongeveer 700 meter van het fort. De grootst mogelijke stilte heerschte in den polder, aan niets was te merken, dat daar troepen naderden. De bezetting wachtte zwijgend de dingen af, die komen zouden, nu en dan een vuurpijl oplatende om het terrein te verlichten, terwijl een achterwaarts van Uithoorn bij de Roode Paal opgestelde batterij van zwaar geschut het voorterrein onveilig maakte.
Ten gevolge van inkomende berichten zond de verdediger een detachement de Mijdrechtsche Zuwe op ter versterking van zijn veldwacht; deze stootte op den vijand en er ontspon zich een heftig vuurgevecht, waarna de vijand opdrong tot bij de keelzijde van het fort. Hier werd hem het verblijf echter onmogelijk gemaakt door een hevig vuur uit mitrailleurs, geschut en geweren. Na korten tijd trok hij dan ook terug en werd de aanval als afgeslagen beschouwd. Het aanvallende bataljon, dat langs de Kromme Mijdrecht was afgetrokken, werd bij het fort a/d Drecht door een zoeklicht beschenen en krachtig bestookt.
Langs fort de Kwakel trokken intusschen de aanvalskolonnes de hoofdstelling uit. De ophaalbrug bij Vrouwenakker moest worden bezet door een vooruitgezonden compagnie wielrijders van de Koninklijke Nederlandsche Weerbaarheid. Bij het oprukken langs de Kleine Drecht zakte een stuk geschut weg in den grasrand terzijde van den rijweg. Toen bleek, dat het onmogelijk was het stuk te lichten, werd de voorwagen losgehaakt, waarop deze alleen doorreed. Het uit den slappen grond halen van het kanon zal wel eenige moeite kosten. Gedurende de voorwaartsche beweging werd de afdeeling artillerie van de roode partij, die zonder dekking zeer ver naar voren stond, ingepikt.
En daarmede verliep de manoeuvre, de vijand was ijlings verdwenen om ingeladen te worden in booten en treinen, ten einde op het door den commandant van het veldleger vastgestelde uur in het garnizoen te kunnen terugzijn.

Te Nieuwveen bevond zich minister Colijn, aan wien de persbrigade werd voorgesteld.
Te zeven uur eindigden de manoeuvres en gingen de troepen rusten, om daarna naar huis terug te keeren.
En hiermede treedt ook de oorlogscorrespondent uit het manoeuvreverband.
Wij willen dit laatste verslag niet eindigen zonder een woord van grooten lof voor hetgeen de troepen gepresteerd hebben, in het bijzonder het derde bataljon van het 7e regiment infanterie. Dit bataljon is na den vermoeienden marsch van Laren naar Uithoorn en Nieuwveen bijna voortdurend in touw geweest. Desniettemin wisten de officieren den goede geest erin te houden en bleven de mannen volhouden.
Hulde aan het derde bataljon.
Ten slotte een woord van groote waardering voor den Stellingcommandant, generaal-majoor Fabius, die niettegenstaande de zeer pijnlijke gevolgen van het storten met zijn paard verleden week Vrijdag de leiding bleef houden.
Wij hoorden wel eens mopperen over te weinig brood en onvoldoende voeding, het is waar: maar men vergete niet, dat de intendance voor een zeer zware taak stond, waarbij met drie factoren moest worden rekening gehouden: snelheid, zuinigheid en goede qualiteit.
Ook hier is zeer zeker een woord van appreciatie op zijn plaats.
De pers mag den Leider erkentelijk zijn voor de door hem gedane keuze van mentor van de journalisten-leeken. Evenals verleden jaar van den kapitein Van Tuinen, hebben wij thans de grootste voorkomendheid en welwillendheid mogen ondervinden van den kapitein Insinger als voorlichter van de pers.


De verschillende verslagen van de scheidsrechters en andere observators laten zich eenvoudig samenvatten met het citaat "Te breed opgezet, het programma te ingewikkeld en overladen". Daardoor zou er weinig te zeggen zijn over de geoefende tactiek tijdens een echte stelling-oorlog...

(Bron: Artikelen getiteld 'Amsterdam belegerd' uit het Algemeen Handelsblad van 24, 25, 26 en 27 september 1912.)

Stelling van Amsterdam op Bluesky Stelling van Amsterdam op Facebook Stelling van Amsterdam op X / Twitter Doc.centrum Stelling van Amsterdam op LinkedIn
Stelling van Amsterdam op foto-site Instagram Stelling van Amsterdam op video netwerk YouTube

Deze website wordt verzorgd door particuliere experts en is geen website van een overheid.
Alle rechten voorbehouden, o.a. gebruik door commerciële partijen alleen met voorafgaande toestemming.
Stelling van Amsterdam. Een stadsmuur van water.
UNESCO Werelderfgoed sinds 1996
ReneRos.biz voor ontwikkeling, advies & expertise en opleidingen voor Filemaker database-toepassingen. (Advertentie)
 
 
 
'Kennismaken met de Stelling van Amsterdam' is een gratis interactief e-book over de Stelling. (Advertentie)