Groepscommandant De Grave |
Naam voluit: |
Jean Louis Antoine de Grave |
Geboren: |
16 maart 1862, Noordwijk (Zuid-Holland) |
Overleden: |
1 juni 1945, Zeist (Utrecht) |
Levensloop: |
Louis werd geboren uit het huwelijk van Henri Louis de Grave (1827-1902) en Frederica Charlotte Louisa Ledeboer (1836-1902). Zijn vader was o.a. hypotheekbewaarder en het gezin woonde in Medemblik, Bolsward, Alkmaar en Den Haag. Hij volgde van 1879 tot en met 1884 een opleiding aan de Koninklijke Militaire Academie. Op 13 maart 1882 werd bij vrijgesteld voor de militieplicht omdat hij op dat moment al in dienst was als cadet. IndiëIn oktober 1885 reisde het jonge echtpaar per schip "Prinses Amalia" naar Indië waar De Grave als 2e Luitenant ging dienen in het Oost-Indisch Leger. In deze periode werd er op diverse locaties in Indië gevochten om het Nederlandse bewind in de kolonie te versterken. Omdat andere bronnen hierover ontbreken volgt hieronder een samenvatting over de aanstellingen uit een biografie dat opgesteld was door zijn zoon. "Was de eerste drie jaar in Soerabaja, eerst bij het 13e bat.inf. en de laatste anderhalf jaar bij het Substistenten kader." "In 1889 overgeplaatst naar Atjeh. Hier de eerste 7 à 8 maanden op Lambaroe, een post van de geconcentreerde linie, daarna op de Kraton. [...] 26 Juli 1889 de gevechten bij Kota Toeankoe meeggemaakt. Bij deze gevechten verwierf van Dalen de Willemsorde. Laatste 4-5 maanden van de eerste Atjeh turn op Olehleh." De genoemde Christoffel was een commandant die veel geweld gebruikte. Ook het noemen van gesneuvelde officieren laat zien welk geweldsniveau gehanteerd werd en dat "expeditie", "opgetreden tegen" en "pacificatie" eufemismen zijn. In 1910 ging De Grave, 48 jaar oud, in de rang van Luitenant-Kolonel met pensioen. Op 4 april 1914 overleed zijn eerste vrouw. WestzaanBij de mobilisatie van augustus 1914 meldde hij zich als vrijwilliger. Hij werd per 8 augustus benoemd tot Reserve Luiitenant-Kolonel der Infanterie en aangesteld tot commandant van de Groep Westzaan in de Sector Zaandam. Het Groepsstafkwartier was aanvankelijk in het raadhuis van Westzaan gevestigd. Op 19 augustus werd het groepsstafkwartier gevestigd in een leegstaand huis, Kerkbuurt 8 - welke nog steeds bestaat. |
Groepscommandant De Grave met zijn officieren voor de woning in Westzaan waar het groepsstafkwartier is gevestigd. | |
|
Op 10 augustus nam De Grave het commando over van tijdelijk commandant Majoor Ranneft die aanbleef als toegevoegd officier. De Grave was ingekwartierd op vier verschillende adressen waaronder bij zakkenfabrikant C. de Jong aan de Kerkbuurt. Op 27 mei 1915 trouwde De Grave in Rotterdam voor de tweede keer, met Laure Catherine Charlotte Enuma. In november 1917 was ze van Rotterdam naar Amsterdam verhuisd. Per 11 november 1918 (Wapenstilstand) verhuisde ze naar Westzaan om met haar man in Hotel De Prins te wonen. |
Groepscommandant De Grave en Fortcommandant Witsen Elias poseren met andere officieren bij een auto voor de bomvrije kazerne van het Fort bij Velsen. | |
|
Per 3 februari 1919 werd De Grave eervol ontslag verleend en op 28 januari 1919 namen hij en zijn officieren afscheid van elkaar. Daarbij werd hem een gedenkboek aangeboden met de handtekeningen van de officieren van het groepsstafkwartier en de onderliggende forten. Onder andere tekenden de drie fortcommandanten van Fort Zuidwijkermeer: Roukema, Van Steeden en Van Vliet. Vanaf 1919 kon De Grave weer rustig genieten van zijn pensioen en woonde hij in Den Haag. Totdat hij in 1942 op last van de Duitse bezetter uit de duinstrook van Den Haag evacueerde naar Wageningen. Hij overleed op 1 juni 1945 in Zeist. Zie ook Gedenkboek De Grave en Thema-nieuwsbrief 'In het voetspoor van zijn vader'. |
Bron & foto's: |
J.L.A. de Grave jr.† (zijn zoon) |