Op deze pagina zijn enkele korte, oude artikelen uit diverse kranten opgenomen om in de taal van die tijd een indruk te geven van de toenmalige tijdgeest.
De volgende artikelen zijn opgenomen:
Haarlems Dagblad / De Oprechte Haarlemse Courant?, 4 april 1907
Men schrijft ons:
Om ongeveer half acht verzamelde zich op den Stadsdoelen de weerbaarheidsverenigingen uit Haarlem en Omstreken ter sterkte van pl.m. 120 man, ten einde zich te begeven naar de Ruïne van Brederode ter voldoening aan een ontvangen opdracht.
De algemeene oorlogstoestand was, dat de troepen geland waren tussen paal 51 en 56 en zich hadden meester gemaakt van de overgangen over het Noordzeekanaal
Deze troepen moesten worden gebracht naar Amsterdam,waartoe de Hoofdmacht zich om 2 uur op weg zou begeven van Velsen, over Santpoort, Spaarndam, Halfweg. De opdracht luidde, om 9 uur af te marcheren van de Ruine van Brederode over Santpoort naar Spaarndam om het defile aldaar te bezetten en open te houden voor de te volgen troepen.
Deze taak was opgedragen aan de Haarlemmers, onder leiding van de Vereeniging voor Vaderland en Koning. Opgewekt in den vroeg morgen door het prachtige weder begaven zij zich op weg met slaanden trom, hier en daar een te lange slaper uit zijn bed halende, naar Santpoort alwaar eene bespreking der oefeningen plaats had. Voor velen, vooral jongeren, is het aardig te vernemen, hoe in tijd van oorlog troepen worden verplaatst, welke veiligheidsmaatregelen men neemt en hoe men zich meester maakt van een doorgang als Spaarndam. Een sectie voorhoede werd vooruit gezonden, om zoo spoedig mogelijk te onderzoeken of Spaarndam al reeds door vijandelijke troepen bezet was, doch dit was niet het geval, zoodat met de grootste omzichtigheid Spaarndam werd doorgetrokken na alle huizen zooveel mogelijk onderzocht te hebben of zich hier of daar geen vijand ophield. Op ongeveer een 1000 M. voor Spaarndam werd door deze sectie stelling genomen en versterkt door den achtereenvolgende hoofdtroep. Men kon nu veilig 't defile vrij houden voor den hoofdmacht, welke te 2 uur op marsch zou gaan; na algeheele veiligheid nog eenige belangrijke punten en wegen die naar Spaarndam voerden, te hebben doen bezetten.
Doch zie een tegenpartij gevormd door de Vereeniging Volksweerbaarheid van Amsterdam, onder leiding van den kapitein mr. Korthals Altes, had in opdracht ontvangen om eveneens op 1 April 1907 te marcheeren van Amsterdam naar Spaarndam, ten einde het defile te bezetten en dit vrij te houden voor grooten troepenafdeelingen, welke zich zouden verplaatsen van Amsterdam naar Velzen. Op groote afstand van Spaarndam gekomen stuitten de wielrijders dan ook al spoedig op wielrijders der tegenpartij, zoodat Amsterdam kon aannemen, dat Spaarndam reeds bezet zou zijn, en naar maate men dichter bij kwam, bemerkte men al spoedig, dat dit werkelijk het geval was. Nu werd een poging gedaan de tegenpartij uit hare stelling te verdrijven, hetgeen evenwel nog niet gelukt was, toen de hoofdleider de oefening liet staken. Binnen een kwartier stonden nu beide partijen van aangezicht tot aangezicht tegenover elkaar, heel vriendschappelijk of zij nooit "vijanden" waren geweest. De oefening werd besproken, eerst door alle leiders een daarna door den hoofdleider. Deze oefening was niet alleen leerzaam, doch vooral ook gezond voor geest en lichaamsontwikkeling. Na een woord van dank gebrachte te hebben aan allen voor hunne opkomst en hunne medewerking werd een krachtig hoera aangeheven door allen voor den hoofdleider.
Daarna werd Spaarndam bezocht, want troepen kregen een half uur rust. Menig winkelier en neringdoende zou wenschen dat eenmaal per week een dergelijke oefening in het anders zo rustig Spaarndam werd gehouden. Er werden aardige zaakjes gemaakt.
Om half twee verliet men Spaarndam, om gezamenlijk een wandeling te maken over Santpoort, Bloemendaal en Overveen naar Haarlem, alwaar om 3 1/2 uur de Haarlemsche vereenigingen huiswaarts konden keeren. Afdeling Amsterdam begaf zich naar de electrische tram om met dit vervoermiddel haar reis naar Amsterdam te vervolgen. Vele officieren woonden deze oefening bij, zoowel actief dienende als landweer- officieren.
Het was een heerlijke dag.
Het Volk, 18 juni 1912
Hieronder volgen de berichten die wij achtereenvolgens ontvingen van den tocht van het Zeppelin-luchtschip "Victoria Louise" boven Nederland.
Uit Dusseldorf: De Zeppelin "Viktoria Louise" vertrok van hier te 4 3/4 uur.
Uit Nijmegen. De Zeppelin vertoonde zich te zes uur ongeveer boven Nijmegen op ongeveer 100 M. hoogte en trok de aandacht door het vreeselijk geraas der schroeven. Het schip vertrok in Z.W. richting en scheen de zilveren streep der Waal tot gids te nemen.
Uit Blaricum: De Zeppelin passeerde te 6.50 in N.W. rechting.
Uit Edam: Heel Volendam liep hedenmorgen tusschen kwart voor achten en acht uur te hoop op het vernemen van een vreeselijk lawaai, dat veroorzaakt bleek door de Zeppelin "Victoria Louise", die zich plotseling boven Edam en Volendam vertoonde en in Zuid-oostelijke richting vertrok.
Uit Leeuwarden: De Zeppelin passeerde te 9 uur Leeuwarden. Bij het publiek was groote belangstelling. De scholen liepen leeg.
Het Centrum, 19 juni 1912
Het Zeppelin-luchtschip "Victoria Louise" dat gisteren boven Amsterdam vloog en te 11 uur Groningen passeerde, was om drie uur boven Bremen en landde om half zes bij Hamburg.
Zie ook 'Duits Luchtschip Viktoria Luise'.
Algemeen Handelsblad, Vrijdag 20 September 1912
De generaal-majoor A.N.J. Fabius, commandant in de Stelling van Amsterdam, is hedenochtend op de nieuwe Amstelbrug tijdens een wandelrit met zijn paard gevallen en heeft een ontwrichting van den schouder bekomen. Na in het militair hospitaal door de geneesheeren L. van der Steen van Ommeren en P. Boon verbonden te zijn, is de generaal per auto naar huis gebracht.
Naar wij vernemen is de heer Fabius voornemens, indien zich geen onverwachte complicaties voordoen, de oefeningen van Maandag a.s. bij te wonen.
Schuitemakers Purmerender Courant, 25 Maart 1914
Naar wij met zekerheid vernemen, zal H.M. de Koningin heden Dinsdagmorgen tegen 11 uur in Haar auto een bezoek brengen aan de forten te Beemster (Middenweg) om vervolgens half 2 aan het fort in de nabijheid van Edam tegenwoordig te zijn. Waarschijnlijk zal H.M. tusschen dien tijd onze gemeente passeeren, alhoewel echter de mogelijkheid niet is uitgesloten, dat de tocht Beemster-Edam langs Kwadijk zal worden genomen; hieromtrent konden wij tijdig geene nadere mededeelingen ontvangen.
Meerbode, 18 September 1914
Op het sportterrein te Hoofddorp worden door de bezetting van het fort daar voetbalwedstrijden gehouden. De elftallen zijn van de infanterie en artillerie. Na eenige spelen zal uit de beste spelers een elftal worden samengesteld, dat den strijd tegen een burgervereeniging zal aanbinden.
De Waterlander, 13 Maart 1915
Toen Zondagavond om een uur of tien een troepje militairen naar het fort wilde gaan, bleek het dat het bootje niet vaarde vanwege de mist. Per telegram van het fort werd hun gemeld, dat ze maar moesten blijven. Eenige gingen naar A'dam terug en weer anderen gingen naar Durgerdam en namen kwartier bij S. Verkerk. O. die mobilisatie!
Ons Weekblad, Zaterdag 10 Juli 1915 (Nieuws & Advertentieblad voor UITHOORN & KWAKEL, no. 1170, 23e jrg.)
De artillerie-soldaat G. [Gaveel], ingekwartierd bij den heer J.P.E., graanhandelaar, in de Mennonietenbuurt, maakte Maandag j.l. kennis met het natte element. Groot liefhebber van visschen stond hij met volle aandacht naar een paar hengelaars te kijken.
Om beter te kunnen zien boog hij voorover, daarbij steun zoekende in een tak van een struik. Edoch de tak brak en G. lag in minder dan geen tijd onder, zijn hoofddeksel op het kroost. Goed zwemmer, wist G. zich met eigen kracht weer op het droge te werken, zoodat alleen een nat pak en een met groen versierd blauw van het vaderland, het gevolg waren.
Meerbode, 8 September 1915
Er schijnen nog altijd menschen te zijn, die niet weten dat ze 's avonds of 's nachts niet hun weg langs de Geniedijk mogen nemen.
Niettegenstaande de afsluiting door posten, hebben een 3-tal personen in den nacht van zaterdag op zondag het maar weer eens gewaagd. Toen ze door den schildwacht werden aangeroepen en niet bleven staan, werd er driemaal op hen geschoten. Twee zwommen door de Genievaart; de derde werd opgepakt. Tegen hem is procesverbaal opgemaakt.
Zondagavond deed zich, ook weer tusschen den Kruis- en IJweg een dergelijk geval voor.
Men zij dus voorzichtig, niet alleen omdat men gevaar loopt straf op te doen, doch de schildwacht zou ook wel eens raak kunnen schieten.
Het Volk, 5 februari 1918
Voor eenige dagen werd door een veehouder uit de Wijde Wormer aan het politiebureau te Purmerend een bus gedeponeerd, die afkomstig bleek te zijn van de munitiewerkplaats bij de Hembrug. Op het etiket stond: "Munitiefabriek Hembrug, honderd slagkwikpijpjes voor handgranaten". De garnizoenscommandant werd onmiddellijk van de geheimzinnige vondst in kennis gesteld. Het bleek, dat de bus werkelijk slagkwikpijpjes bevatte, die bij verkeerde behandeling uit elkaar had kunnen springen.
Na een ingesteld onderzoek bleek, dat de bus tijdens het transport van het fort Middenweg naar de Hembrug, nabij Purmerend verloren was geraakt.
Algemeen Handelsblad, 3 April 1918
Reeds lang voor den vastgestelden tijd, had zich een groote menigte verzameld voor de woning van de afgetreden stellingcommandant, generaal-majoor A.R. Ophorst, wien hedenmiddag, door een commissie, die zich ter gelegenheid van dit aftreden had gevormd, een hulde zou worden gebracht, en waarbij het muziekkorps van Depot VII, onder leiding van Dick Groeneveld, den "Generaal Ophorst-Marsch" ten gehoore zou brengen.
Nadat de generaal, staande op het balcon voor zijn woning en toegejuicht door een groote menigte, de marsch had aangehoord, nam de voorzitter van den Nationale Oranjebond "Wat ook vall' trouw staat pal", de heer Albert van der Horst, het woord.
Spreker memoreerde in het kort de goede verstandhouding tusschen den gewezen stellingcommandant en diens minderen, en gaf de verzekering, dat het besluit om te scheiden uit den militairen dienst van Generaal Ophorst, door velen met leedwezen was vernomen.
Nadat generaal Ophorst de leden der commissie te zijnen huize had ontvangen, bood de heer Van der Horst een fraaien krans, versierd met oranje en rood-wit-blauwe linten, waarop de woorden "Aan generaal A.R. Ophorst" en "Uit hoogachting en Sympathie".
Hierna sprak generaal Ophorst een kort woord van dank. Spreker legde den nadruk op het nauwe verband tusschen de militaire en burgerlijke element; wat het eene ten goede komt, werkt ook ten bate van het andere en een krachtig geheel ontstaat, dat het gansche Nederlandsche volk sterkt voor den tijd, die ons wacht.
Generaal Ophorst gaf de verzekering, dat hij te allen tijde met woord en daad zou ijveren, het lichamelijk welzijn der natie te bevorderen, omdat daardoor de weerkracht van het Nederlandsche volk zal worden verhoogd.
Daarna werd den eerewijn rondgediend.
Provinciaal Noord Hollandse Courant, 19 Oktober 1918
De heer G. Dekker, wethouder dezer gemeente, thans dienende als Landweerartillerist, die gedurende de mobilisatie de Hollandsche waterlinie nabij "Botshol" heeft helpen versterken, is vanaf 16 April van het Fort Botshol overgeplaatst naar de werken aan het IJ, het z.g.n. "Vuurtoren eiland" te Durgerdam. Deze overplaatsing houdt verband met de werkzaamheden aan het ambt van Wethouder verbonden en heeft op verzoek plaats gehad.
Het Vaderland, 9 juni 1922
Bij den brand in de affuitenloods in het Sectorpark te Halfweg zijn ruim 40 affuiten [onderstel voor een vuurwapen] verbrand.
Er was wel een eigen handbrandspuitje, doch dit verkeerde met het daarbij behoorende materiaal niet in een al te goede conditie. De slangen b.v. waren zoo poreus, dat slechts een deel van het opgepompte water het eindpunt bereikte. Met oude lompen moesten al te groote gaten wat bijgelapt worden!
Het eigenaardige is, dat - althans zoo werd verzekerd - op het Sectorpark een groote brandspuit aanwezig was, maar die was... uit elkaar gehaald.
De Telegraaf, 17 December 1923
Amsterdam, 17 Dec. Deze dagen heeft het Staatsbedrijf der Artillerieinrichtingen aan de Hembrug een aantal kanonnen aan particulieren verkocht.
Het betrof hier een veertiental oude ijzeren vuurmonden en eenige stalen kanonnen, die reeds door de marine waren afgeschaft. Wat de ijzeren stukken betreft, deze zijn al geruimen tijd uit de bewapening verdwenen. Zij waren op enkele forten opgesteld en konden nergens meer voor worden gebruikt.
Deze prae-historische kanonnen zijn zoo zwaar en zoo weinig mobiel, dat verschillende kooplustigen terugkwamen van hun voornemen een bod te doen, toen ze zagen dat het vervoer van de kanonnen bijna onmogelijk was.
Men zal eenigen er van moeten laten springen om hen in stukken te vervoeren, of ze moeten behandelen met de "beul", d.i. een zeer zwaar blok, dat men herhaaldelijk op de vuurmonden laat vallen, zoodat er stukken worden afgeslagen en men de kanonnen "in gedeelten" kan vervoeren.
Geleidelijk zullen op deze wijze alle oude en onbruikbare stukken als "oud roest" van de hand worden gedaan.
Algemeen Handelsblad, 1 November 1924
Op Donderdag 6 November en vermoedelijk ook op Vrijdag 7 November zullen van het fort Pampus af schietoefeningen met zwaar geschut worden gehouden.
In het bijzonder wordt de aandacht van visschers en anderen, die de Zuiderzee bevaren, op gevestigd, dat het in verband met het snelle verloop van de oefening gewenscht is zich tussen de richtingen fort Pampus-Uitdam en naar rechts omgaande fort Pampus-Muiderberg, zoo mogelijk niet binnen een afstand van 9000 m. van het fort te begeven, doch, waar zulks onvermijdelijk mocht zijn, in de vaart Marken-Mond van het IJ zooveel mogelijk westelijk, in de vaart Eemsmond-Mond van het IJ zooveel mogelijk zuidelijk aan te houden.
Het Vaderland, 18 juli 1939
Duitsche betrapt; film in beslag genomen.
Zondagmiddag bemerkte de fortwachter van het Fort Diemerdam, in het buurtschap Over-Diemen gelegen, dat iemand bezig was, in de onmiddellijke nabijheid van het fort foto-opnemingen te maken. Hij waarschuwde telefonisch de politie te Diemen en een der gemeente-veldwachters begaf zich per fiets naar het einde van den Over-Diemerweg. De fotograaf bleek een inwoner van Amsterdam te zijn, met een Duitschen naam. Volgens zijn verklaringen zou hij niet het fort, maar slechts de omgeving hebben willen fotografeeren. De politie heeft het fototoestel met de bijbehoorende film in beslag genomen, teneinde nader te doen onderzoeken welke opnamen in werkelijkheid gemaakt zijn.
Reeds eenige malen eerder bleken fotografen belang in het fort Diemerdam te stellen. De laatste maal, nu ruim twee maanden geleden, werd een Duitscher betrapt, die als hengelaar in een roeiboot bezig was het fort te fotografeeren. Een der aldaar gelegerde militairen heeft toen den man aan zijn superieuren overgegeven.
Onbekende publicatie, 15 Augustus 1969
Edam. Op het fort Edam was in augustus 1920 een zogenaamde tuchtklasse gevestigd en daarvoor was dertig man bewaking nodig. Er bevonden zich ter plaatse 21 gestraften.
Op zekere nacht kozen er vier het hazenpad. Zij wisten aan het scherp toeziend oog van de bewakers te ontsnappen.
Later lieten de heren nog iets van zich horen. Drie van de vier lieten zich gezamenlijk op de foto zetten in burgerkleding en stuurden aan de fortcommandant hun portret als een verrassing.
Op het begeleidend briefje schreven zij, dat zij op deze manier hartelijk afscheid namen.