Nieuwsbrief 532Nieuwsbrief Stelling van Amsterdam
InhoudIn deze nieuwsbrief:
|
InleidingHopelijk was de vorige nieuwsbrief leuk en leerzaam. Dit is weer een gewone, saaie nieuwsbrief! En ook weer met korte dienstberichten. Lees deze nieuwsbrief op: https://www.stelling-amsterdam.nl/nieuwsbrief/2023/nieuwsbrief-532/ Tip: houd de cursor boven elke afbeelding om een beschrijving te zien.
|
Dienstberichten- Tijdens een nachtelijke wandeling in Amsterdam kwamen we langs de locatie van de militaire huisvlijttentoonstelling van 1915. Na thuiskomst weer eens de historische kranten doorzocht. Tot dan dachten we dat er twee winnaars waren en van één van hen de medaille in onze collectie te hebben. Maar een niet eerder gevonden artikel beschreef vier winnaars met ieder een medaille. En gaf ook omschrijvingen over de winnaars zoals bv. "van fort Nekkerweg" en deze militair 'Berg' kenden we al. De andere drie zijn moeilijker te identificeren: "vesting-artillerist, Amsterdam", "fort Edam" en "fort St. Maartensdijk". Wat bedoelde De Telegraaf met "fort St. Maartensdijk"??? En wat klopt er nog meer niet van het artikel? - Welk fort heeft een handreinigings-dispenser, vanwege de Corona-pandemie door Liniebreed Ondernemen aan meerdere forten geleverd, welke niet meer gebruikt wordt? Als deze in goede staat is, zouden we graag een exemplaar in onze collectie opnemen. Een tegenprestatie is mogelijk. Neem je alsjeblieft even contact op als je hieraan mee wilt werken? - Nieuwe abonnees voor deze nieuwsbrief zijn altijd van harte welkom. Kijk alsjeblieft eens in je omgeving wie je zou willen aanraden om te abonneren. Zeker als je als gids of andere medewerker op een fort werkzaam bent en weet van andere mensen die historische kennis interessant vinden of nodig hebben. Stuur het webadres van deze of een volgende nieuwsbrief gerust door.
|
Kat in de loods van Fort bij NigtevechtTekst en foto's: René Ros. Hoe groot is de kans dat je iets vreemds in de bergloods van Fort bij Nigtevecht hebt gezien, en drie dagen later toevallig informatie ontvangt dat het mogelijk verklaard? Vallen de puzzelstukjes zo gemakkelijk in elkaar? In 2010 heb ik de bergloods van Fort bij Nigtevecht voor het laatst aan de binnenzijde mogen bekijken, toen het door stichting Herstelling werd gerestaureerd. Eind augustus dit jaar was ik om andere redenen op dat fort en de beroepstrots van boswachter b.d. Fokke de Vries bracht hem tot de vraag "wil je de binnenzijde van de loods nog even zien?" Dergelijke uitnodigingen moet je nóóóóit afslaan! De loods is mooi opgeknapt en nu in gebruik voor wat opslag en groepsevenementen. Eerst viel een buizenstelsel langs de westwand op, toen belijning op de vloer en vervolgens een loopkatrail. Later vielen op de foto's zwarte vlekken van olie op de vloer op. Uit foto's uit 1999 en 2010 blijkt dat het me toen wel opgevallen was, maar in de loop der tijd weer was weggezakt. De metalen buis bovenlangs de westzijde eindigt in de noordwesthoek, waar in de wand een dichtgezette ronde opening van dezelfde diameter is te vinden. Met buiten een hoekstuk waar iets aan bevestigd moet zijn geweest. De buis heeft 10 schuine aftakkingen met een bajonetkoppeling op een gebogen uiteinde. Mijn eerste vermoeden was dat het om noodpompen of noodaggregaten zou gaan, die er opgeslagen zijn geweest. En wel zonder eigen onderstel waardoor een loopkat werd gebruikt om ze op en van een aanhanger of vrachtwagen naar een plek in een loods te hijsen. Ze moesten over andere heen kunnen, dus de voorwerpen kunnen niet hoger geweest zijn dan de halve hoogte van de loods. In 1999 en eerder zijn er veel noodaggregaten door waterschappen gehuurd en aangeschaft, vanwege de Jaar 2000-bug en angst voor uitval van stroom. Dat kan een mogelijke verklaring zijn, maar het kon ook een oudere voorziening uit de Koude Oorlog-periode zijn geweest toen er om andere redenen rekening gehouden moest worden met stroomuitval. Enkele dagen later ontving ik van Sandra van Lochem digitaal enkele pagina's van het boekje 'Depot Algemeen Technisch en Intendance Materieel (DATIM) 45 jaar, 1945-1991'* met "© Bevelhebber der Luchtstrijdkrachten". De beginperiode van 1945 was de auteur bij het jubileum in 1991 blijkbaar al niet goed meer bekend, omdat het hoofdstuk summier is en men verwarde magazijn Weesperkarspel annex Fort Uitermeer met het fabriekscomplex Du Croo & Brauns in Weesp. Die fabriek en het barakkenkamp De Roskam zou vanaf oktober 1947 het Centraal Magazijn II vormen, voor de opslag van vliegtuigmaterieel. Legering en verzorging van het personeel vond later plaats in Villa Casparus, na vertrek van de politieke delinquenten. Wat hier van belang is dat heel kort wordt genoemd dat Fort bij Nigtevecht in 1967-1968 "inmiddels [was] ontruimd", oftewel DATIM heeft ook dat fort gebruikt. In een later door haar gevonden archiefstuk blijkt dat het fort op 10 november 1967 door DATIM terug is overgedragen aan de Genie in Utrecht. Zouden de aanpassingen in de Nigtevechtse bergloods voor de logistieke eenheid van de latere Koninklijke Luchtmacht zijn gemaakt? En behalve opslag en onderhoud van noodaggregaten zou het ook kunnen gaan om hete-luchtapparaten. Die worden in het DATIM-boekje genoemd als verwarming van magazijnen en wellicht ook van hangars? Of later (deels) door de 's Rijks Munt? Tot zover de theorie, nu nog hard bewijs vinden. * Het boekje is ook verworven, geheel doorgenomen en in de collectie opgenomen. Fort bij Nigtevecht
|
Kanonnier NetjesTekst: René Ros. In 2014 ontvingen we een scan en de tekst van een kort briefje dat toen wat weinig aandacht kreeg. Nu zou dat met meer belangstelling worden bekeken, zeker omdat het een zeldzaam ego-document betreft. Daarom krijgt Hendrik Netjes een herkansing. Er zijn nog heel veel prentbriefkaarten met korte teksten in omloop, vooral vanwege de leuke plaatjes. Brieven zijn helaas veel schaarser of worden in ieder geval minder vaak te koop of ter schenking aangeboden. Ook een briefje van slechts 500 woorden geeft herinneringen door, in dit geval van de wat chaotische eerste mobilisatiedagen. Op de vijfde mobilisatiedag, 5 augustus 1914, stuurde de 27-jarige Hendrik een briefje aan zijn ouders. Hij doet er verslag van de omwegen die bij maakte om van IJsselmuiden via Haarlem op Fort aan de St. Aagtendijk te komen. "Van Kampen naar Amersfoort zaten wij in een rijtuig, maar toen we daar over moesten stappen, om over Baarn naar Amsterdam te komen, was alles vol en moesten we in een goederenwagen." Hij was kort op Fort benoorden Spaarndam en overnachtte op Fort bij de Liebrug, langs de spoorweg waarover hij naar Haarlem was gegaan! In de brief noemt Netjes zeven personen wiens namen zijn ouders ook iets moeten zeggen. Eenmaal op Fort aan de St. Aagtendijk schrijft hij "Niet veel kennissen zijn nu bij mij alleen een Westeren uit Kampen en Gerhard van de Werfhorst ook." Van de meeste personen bestaat de achternaam niet (verkeerd gelezen?) of ontbreken de voorletters of is de woonplaats onzeker of onbekend. Eigenlijk is ene Hengeveld de enig bruikbare naam. Toevallig hebben we van een J. Hengeveld een prentbriefkaart vanuit Halfweg aan zijn vader in Genemuiden, nabij IJsselmuiden. Op het sectorpark in Halfweg was een barakkenkamp ingericht voor de reserve van de Vesting-Artillerie. De kans lijkt groot dat het om dezelfde persoon of een direct familielid gaat. In de nalatenschap zit ook nog een groepsfoto van vijf militairen op de thee bij twee burgers, de mevrouw en meneer Van Wijngaarden te Beverwijk. Heeft iemand met historische voelsprieten in die omgeving een idee wie dit kunnen zijn? En vooral waar zij woonden? Er zijn advertenties bekend van een Fa. P. van Wijngaarden, Koudenhorn 1 te Beverwijk (aan de verdwenen haven bij het station) maar die kon nog niet gekoppeld worden aan een persoon, laat staan de foto. En bijna alle mannelijke Van Wijngaardens heten Pieter of Petrus... Netjes schrijft aan het eind van de brief niet zo netjes meer en niet alles is te lezen. Wat hij aan zijn ouders schreef is ook nog van toepassing op ons: "Nu wil ik maar eindigen want het is al schemerig. Ik kan er zelf niets meer van lezen, wat U niet kunt lezen moet U maar raden." Kanonnier Netjes (Nieuw)
|
Hollandse WaterliniesTekst: Majoor van Hall en Soldaat Troelstra. Wij, Majoor Van Hall en Soldaat Troelstra, troffen elkaar eind september wederom na eene lange tijd. Dezen maal op eene verjaardag van onze behuwd broeder. Kort na aankomst en den eersten koffie, gingen we naast elkander zitten om over militaire zaken te praten. Den rest der familie heeft daar geen interesse in. Majoor Van Hall (vH): Heb je den nieuwsbrief van Ros gezien over het opheffen van den Stelling van Amsterdam? vH: De forten en inundatiekommen blijven bestaan zooals in 1922, maar den naam is weder verdwenen. Toen werd het den Vesting Holland, nu Hollandse Waterlnies. T: Wordt dit ook door ons strottenhoofd geduwd? Is het een complot? Den avond werd zoo zeer amusant en duurde nog velen uren. Na het openen der bierflesjes was de converstatie helaas niet langer geschikt voor publicatie...
|
Kunstig papierwerkTekst: René Ros. Onze collectie bevat inmiddels een aantal oude kunstwerkjes, geschilderd of getekend, op papier. Maar papier is kwetsbaar en de wijze waarop vorige eigenaren ze behandeld hadden zag er niet best uit. Is er iets te doen om deze kunstwerkjes te 'upgraden' en langer houdbaar te houden? We brachten er drie naar de papierrestauratoren Floor Meijboom en Thea Vorstman in Zaandijk. De aquarel die Jelles Jongkind in 1914 van het naast zijn fort gelegen dorp Marken-Binnen maakte, zat in een plastic lijst, gelijmd op karton en van het broze papier was een hoekje afgebroken. Aan de broosheid is niet veel te doen, maar de lijm verwijderen en het hoekje restaureren verbeterde veel. In 1921 werd een krijttekening van Fort aan de Liede gemaakt, zoals de burger-kunstenaar Rens Lensselink dat vanaf de openbare weg zag: riet en bomen (zie afbeelding links). Zodoende qua afbeelding niet heel bijzonder maar de ouderdom en met de naam van het fort erop vermeld, is het een leuk tijdsbeeld. Het is uit de lijst gehaald en van plakresten ontdaan, verder waren behandelingen niet zinvol. De derde afbeelding is een in 1928 gemaakte ets, maar over de schilder en de beeltenis willen we nog niets zeggen. Het is een werkje van een kunstenaar die mogelijk ook schilderingen in Fort benoorden Spaarndam heeft gemaakt. Dat hebben we nog niet kunnen bewijzen en, voordat het in rapporten en rondleidingen als waarheid wordt genoemd, houden we het voor onszelf. Deze ets is uit de lijst en van het karton gehaald en vervolgens droog gereinigd, gespoeld en gebleekt. Onder goede, egale belichting zijn de werkjes door Otto Bodemeijer gefotografeerd. Die foto's gebruiken we om te publiceren, de originelen blijven in het donker in hun eigen zuurvrije mappen met passe-partouts. In alle gevallen waren de restauratie-werkzaamheden duurder dan de aankoopkosten, zeker de tekening van Fort aan de Liede die geschonken was. Wellicht een mooi voorbeeld dat we vaker moeten doen wat op de lange termijn goed is, en niet dat alleen op de korte termijn maar geen geld kost of oplevert. Armer maar tevredener. 'Aquarel van een onbekend dorp' in Nieuwsbrief 497 (2021)
|
Het kleinste mysterie van de haak?Tekst en foto: René Ros. Een van de meest gestelde vragen, bij excursies en rondleidingen, is waar die metalen haken onderlangs de dakrand van veel betonnen bomvrije gebouwen voor zijn. Een mogelijke theorie werd als antwoord gegeven, met de spanning of die ooit bewezen kon worden en correct zou zijn. Het was al opgevallen dat die haken alleen in het westen van de Stelling - van Krommeniedijk tot en met Vijfhuizen - voorkomen, soms afgeslepen en soms nog aanwezig. Mijn theorie was dat er zeilen, destijds zwaar canvas doek, aan te kunnen hangen om tegen zon en regen te beschermen. Vooral forten in het westen hebben last van de zon als die rond haar hoogste punt staat. Terwijl forten in het noorden en zuiden schaduw van bomen of het gebouw hebben, strijken de zonnestralen in het westen evenwijdig aan het gebouw. Dat zou ook verklaren waarom het zware haken zijn, waarbij varkensstaarten omhoog waaien beter kunnen voorkomen. Om heel andere redenen werd online op de website van het Noord-Hollands Archief gelezen in het "Register betrekkelijk de Vestingwerken e.a. onder beheer van de E.a.I. te Haarlem", kortweg "Genieregister". En wel de pagina's over de Positie bij Spaarndam inclusief de beide forten daarin. Dergelijke registers bevatten heel veel detail-informatie over onteigening en bouw van de forten, maar zijn helaas niet voor alle forten bewaard gebleven. Het was dan ook geen verrassing om tussen alle details een eenvoudig kopje als "Deuren en luiken" te zien, maar er stond ook "fronthaken" bij. Met in de tekst de volgende zin: "In de voorsluitmuur zijn boven de ramen fronthaken aangebracht om desgewenst daaraan schermen of dergelijke op te hangen." Dus niet voor een heel specifiek doel maar meer met de intentie "kan handig zijn want later een gat boren kunnen we nog niet". De theorie van zonneschermen, is dus helemaal niet gek maar het beoogde doel was veel algemener. Op Fort bij Vijfhuizen worden de fronthaken nog steeds gebruikt voor tentdoek. Maar ze kunnen later ook gebruikt zijn om stroomkabels op te hangen, of vlaggetjes, of camouflagenetten, of led-lichtslang of... verzin het maar. Historisch gezien is op zich alles verantwoord. Dat de fronthaken alleen bij forten in het westen van de Stelling voorkomen wordt er niet door beantwoord. Het zijn de eerstgebouwde forten, waarbij ze mogelijk begonnen zijn met het plaatsen van fronthaken en er later mee zijn gestopt. 'Deuren en luiken; fronthaken' in Genieregister Haarlem
|
Wie was Van Westering?Tekst: René Ros. In 2020 ontvingen we via de stichting Fort aan Den Ham een publicatie van Lisa van de Beek over een fotoalbum dat zij in 2012 op het Amsterdamse Waterlooplein had gevonden. Er was door haar onderzoek gedaan naar een vijftal personen die in het album genoemd worden, met vooral genealogische informatie als resultaat. Met het verzamelen van persoonsnamen kwam die publicatie weer in beeld, met de witte vlekken erin of eigenlijk de legergroene vlekken. De basisgegevens van de genoemde officieren zijn gecontroleerd met WieWasWie (CBG) en Officiersnamen (NMM), verbeterd en in de database opgenomen. Voor elk van deze personen kan hetzelfde archiefonderzoek gedaan worden als hieronder voor de hoofdpersoon is gedaan. Vanwege de benodigde tijd wordt dat eigenlijk alleen met eigen bronmateriaal gedaan, maar als uitzondering nu alleen voor de hoofdpersoon als gewaardeerde erflater. En eerlijk gezegd is het ook om te laten zien dat iemand met een aanvullende expertise, iets kan toevoegen aan een verhaal. Er was een zesde naam die niet geïdentificeerd was en wel Kapitein Le Roy, terwijl hij met die rang de fortcommandant moet zijn geweest. Via Officiersnamen werd een Infanterie-officier W.A. le Roy gevonden die in 1866 was geboren. In de Officiers-stamboeken (Nationaal Archief) werd zijn vermelding bij het Oost-Indisch Leger (O.I.L.) gevonden en bleek Willem Ambrosius in 1894 naar Indië te zijn vertrokken. Het kwam wel vaker voor dat oud-officieren van het O.I.L. tijdens de mobilisatie 1914-1919 weer vrijwillig "hier te lande" in dienst gingen en groep-, vak- of fortcommandant waren. Uit de Officiersnamen blijkt alleen dat hij tijdens de mobilisatie diende met de rang van Kapitein, maar er is geen papieren bewijs over het onderdeel of fort. Over de hoofdpersoon werd de handgeschreven tekst "1e Luit. G.W. van Westering", het getal '20' op zijn schouder-epaulettes en de twee sterren van een 1e Luitenant op zijn kraag gebruikt als aanknopingspunten. Mogelijk zouden de teksten en foto's in het originele album nog meer aanknopingspunten hebben geboden, maar hiermee werd al veel nieuwe militaire informatie gevonden. Er bleken twintig geboorten van "G.W. van Westering" op de meta-zoekmachine WieWasWie te vinden. Allemaal "Gijsbert Wijnand" maar de meesten hebben een geboortedatum die maakt dat ze in de mobilisatie te jong of te oud voor de militaire dienst waren. Er bleef maar één vermelding in een militie-register over, een in Tiel op 17 augustus 1880 geboren man. Ook in de NMM Officiersnamen kwam er maar één voor als officier en het vermeldde geboortejaar was ook 1880. Het is daarom redelijk zeker dat het om dezelfde persoon gaat... Of de foto's in het album publiek domein zijn en gepubliceerd mogen worden, is wat lastig omdat de fotograaf niet vermeld wordt. Het auteursrecht loopt tot 70 jaar na het overlijden van de maker of na publicatie door een onbekende maker. Het is aannemelijk dat Van Westering de meeste foto's heeft gemaakt (of iemand in opdracht van hem), zodat de foto's in 2024 publiek domein worden aangezien hij in 1954 overleed. De grap is dat een van de foto's ook in het Herinneringsalbum Stelling van Amsterdam uit 1916 voorkomt en niet door hemzelf gemaakt kán zijn, maar door een onbekende fotograaf waardoor die foto zeker publiek domein is (zie foto rechtsboven, Van Westering midden tweede rij). Ook in de nalatenschap van Soldaat Schilperoord zit een identieke groepsfoto van Fort bij Marken-Binnen (zie uitsnede foto links). Volgens het militieregister werd deze Van Westering in zijn 19e levensjaar, 1899, vrijgesteld van de militieplicht omdat hij al vrijwillig als Korporaal hij het 5e Regiment Infanterie (5RI) diende. In het stamboek van 5RI werd zijn vermelding gevonden en bleek dat hij op 24 september 1896 een dienstverband voor acht jaren was aangegaan. Te beginnen met een jaar bij het Instructie-Bataljon, en voor zover ik weet was dat de Korporaal-opleiding in Kampen. Uit piëteit zal ik een lichamelijk gebrek niet noemen, maar de medische keuring moet zeer nauwkeurig zijn geweest. Bij het 5RI in Amersfoort kwam hij als Korporaal binnen en werd meerdere keren bevorderd tot hij in 1904 Sergeant-Majoor werd en zijn contract eindigde. Daarmee liep het spoor in 1904 dood. Een volgend spoor was die "20" op zijn schouder-epaulette, dat verwijst naar het 20e Bataljon Landweer Infanterie (20LWI). Het moederregiment was het 18e Regiment Infanterie (18RI), dat samen met het 7e Regiment Infanterie (7RI) de VIIe Infanterie Brigade in Amsterdam vormde. In het officiers-stamboek van 18RI werd bij zijn naam alleen verwezen naar 20LWI, maar hij werd niet in het stamboek daarvan gevonden. Gelukkig werd hij wel als Reserve-Officier in de namen-index gevonden (zie foto rechts). En die stamboekvermelding stond werkelijk helemaal volgeschreven... Toevalligerwijs deelde hij dezelfde bladzijden met "1e Luit. Visscher", die vorig jaar dankzij zijn tent op een heide werd geïdentificeerd. Zodoende waren zijn gegevens eigenlijk al een jaar eerder bekend! En het is mogelijk dat Van Westering en Visscher elkaar als collega's gekend hebben. Ten tijde van de mobilisatie in augustus 1914 was de gevonden G.W. van Westering inderdaad 1e Luitenant bij de Landweer en had hij opkomsten met 7RI en 18RI gehad. Een fort wordt er niet genoemd, maar wel een potloodkrabbel "20LWI" bij een bevordering in 1918. In 1921 kreeg iemand met dezelfde naam een overheidsfunctie in Groningen, maar er konden helaas geen vermeldingen in een online bevolkingsregister-archief gevonden worden die bevestigen dat het om onze Van Westering gaat. Ook werd hij vreemd genoeg niet naar een lokaal Landweerdistrict overgeplaatst. Naam én rang komen in 1934 overeen met de voorzitter van de commissie Groningen van de Algemeene Vereeniging van Nederlandsche Reserve-Officieren (AVNRO), later ere-voorzitter, zoals gevonden in krantenartikelen. Er is een groepsfoto van de deelnemers aan een VNRO-jaarvergadering in Groningen bekend, maar we kunnen hem daar niet goed op herkennen. Het spreekt vanzelf dat met de gevonden informatie een beknopte biografie aan de website is toegevoegd. Over de speurtocht was ook nu meer te schrijven dan over zijn achterhaalde militaire carrière. En zoals gebruikelijk, is maar een deel van de gevonden informatie gebruikt. Dus als je serieus onderzoek naar deze of andere personen wilt doen, neem dan bij aanvang van je onderzoek contact op en ik help je op weg. Kapitein Van Westering (Nieuw) |
Deze nieuwsbrief is een uitgave van het Documentatiecentrum Stelling van Amsterdam. De redacteurs en auteurs aanvaarden geen aansprakelijkheid, op welke wijze ontstaan, door het gebruik van de inhoud van de website, nieuwsbrief of andere publicatie, door welke persoon en voor welk doel dan ook. Wij hebben ons best gedaan om alle rechthebbenden op deze website / nieuwsbrief te achterhalen. Eenieder die meent dat zijn/haar materiaal zonder voorafgaande toestemming hier is gebruikt, verzoeken wij om zich tot ons te wenden. Bij gebruik als bron voor publicaties en andere uitingen is bronvermelding verplicht en tevens wordt deskundige begeleiding, door bijvoorbeeld de redacteur of auteur, aanbevolen. In de nieuwsbrieven weergegeven meningen zijn een deel van een column of strikt persoonlijk tenzij expliciet anders is aangegeven. 'Majoor Van Hall' en 'Soldaat Troelstra' zijn fictieve militairen uit het verleden die dienen als pseudoniemen voor verschillende personen. Activiteiten zoals rondleidingen worden mogelijk door andere partijen georganiseerd en de verantwoordelijkheid voor inhoud, uitvoering e.d. ligt geheel bij de betreffende partij. De inhoud van een nieuwsbrief wordt na publicatie niet meer gewijzigd en kan later onjuist zijn gebleken of niet meer van toepassing zijn. De auteursrechten berusten bij René G.A. Ros tenzij anders is aangegeven. |