Sluit [X]   
 

Reserve-Eerste Luitenant Cohen in 1898: geboren te Amsterdam, Noord-Holland

Donateur worden?

© 1999-2024, René G.A. Ros
Laatst gewijzigd 14-9-2024

De Stelling van Amsterdam - Extra

Forttypen

Teksten over de aardwerken zijn met toestemming gebaseerd op teksten van J. M. van Doorn, Kudelstaart.

In dit hoofdstuk komt de vorm van de aardwerken en bomvrije gebouwen aan bod. Door het aanleggen van de aardwerken en het laten inklinken zijn er enkele verschillende varianten op de aanleg van de aardwerken. Bij de bouw van de bomvrije gebouwen zijn drie typen te onderscheiden.

Aardwerken

Voor veel forten van de Stelling zijn drie belangrijke stappen in de bouw aan te geven, namelijk:

Echter, forten waarvan de aardwerken zijn aangelegd tijdens de uitvoering van het Kleine Plan zijn direct als verdedigbaar aardwerk aangelegd. Daardoor zijn er drie mogelijke varianten in de volgorde van bouwen te onderscheiden.

Variant 1

In de oorspronkelijke ontwerpen ging men uit van een aardwerk voor een fort omringd door een gracht en met borstweringen en wallen waarbij naast infanterie ook mobiel geschut kon worden opgesteld. De geplande gebouwen bestonden uit een hoofdgebouw en losstaande remise- en frontgebouwtjes. Het Fort bij Abcoude is uiteindelijk als enige zo uitgevoerd.
Het Fort aan de Drecht was ontworpen naar hetzelfde type als Fort bij Abcoude. In september 1884 was begonnen met de aardwerken maar met de bebouwing is gewacht om het geheel eerst goed te laten inklinken. Aansluitend op de bouw van de bomvrije gebouwen van Fort bij Abcoude konden deze voor het Fort aan de Drecht gebouwd worden.
Maar tijdens de bouw van Fort bij Abcoude werd de krachtige brisantgranaat ontwikkeld waarna een bouwstop volgde en een ander type fort werd ontwikkeld. Fort bij Abcoude werd gelaten voor wat het was maar het aardwerk van Fort aan de Drecht was al een verdedigbaar aardwerk en werd tijdens het uitvoeren van het Kleine Plan niet meer aangepast.
Voor nog enkele opvolgende forten, het Fort bij Uithoorn en het Fort Waver-Amstel, werd het aardwerk tijdens de aanleg gewijzigd tot een vereenvoudigd verdedigbaar aardwerk. Voor andere forten waren wel ontwerpen en tekeningen gemaakt maar deze zijn nooit uitgevoerd. In plaats daarvan werd variant twee toegepast.

Variant 2

Fort in de Waver-Amstel

De frontwal van het Fort in de Botshol met restanten van loopgraven. De foto is genomen vanaf de aarden wal ter plaatse van het geplande hoofdgebouw.
(Foto: © René Ros, 2003)

De tweede variant betreft de aardwerken die vanaf de bouwstop in 1886 tot aan het Kleine Plan (vanaf 1894) zijn aangelegd. Bomvrije gebouwen van baksteen voldeden door de komst van de brisant granaat niet meer en beton werd als oplossing gezien alhoewel er weinig ervaring met beton was.
Zwaar geschut zou opgesteld gaan worden in pantserkoepels en de bomvrije gebouwen moesten breed maar ondiep worden. Ondanks dat het ontwerp nog onbekend was werden de aardwerken naar deze algemene omschrijving aangelegd door het plaatsen van zware ballastheuvels op de plaats van het toekomstige gebouw zonder dat er rekening werd gehouden met verdediging.
Later zijn alle forten waarvoor een aardwerk was aangelegd volgens het Kleine Plan omgevormd tot verdedigbaar aardwerk waarna later in de meeste gevallen bomvrije gebouwen zijn gebouwd. Van forten die volgens deze variant zijn gebouwd, zoals het Fort bij Spijkerboor, zijn zowel de datum van aanleg van het aardwerk als de omvorming tot verdedigbaar aardwerk en veelal de bouw van de bomvrije gebouwen van toepassing.

Variant 3

Tijdens het uitvoeren van het Kleine Plan (1894-1897) was er een derde variant, namelijk voor de forten waarvoor in het geheel nog geen aardwerk was aangelegd. Daarom kon in deze gevallen direct een verdedigbaar aardwerk aangelegd worden en deze werden ook wel "infanterieposten" genoemd. Zoals de "Infanteriepost bij Welgelegen" welke na de voltooiing "Fort aan de Nekkerweg" genoemd zou worden.
Daarom is bij forten die volgens deze variant zijn gebouwd, zoals het Fort aan de St. Aagtendijk, alleen de aanleg van de verdedigbare aardwerken en de bouw van de bomvrije gebouwen van toepassing.

Bomvrije Gebouwen

Na het inklinken van de aardwerken was het tijd voor het grotere werk: de bomvrije gebouwen. Het basisidee van kleine, ondiepe - en daardoor moeilijker te treffen - forten was afkomstig van de genisten A.J. Voorduin en C.J. Snijders en de artillerist F.G.A. Scherer. Met een sterke infanteriebezetting zouden ze als steunpunten dienen en zelf wel enige pantserkoepels hebben maar de meeste artillerie zou tussen en achter de forten opgesteld zijn.

Geen enkel fort in de Stelling is identiek aan welke andere dan ook. Pas als je steeds meer details buiten beschouwing laat verschijnen er overeenkomsten. De omstandigheden, het gebruik van het fort en de kosten bepaalden de uiteindelijke uitvoering. Verschillen traden bijvoorbeeld op in het aantal verdiepingen, aantal keelkazematten, plaats van het hefkoepelgeschut etcetera. In de loop van de bouw zijn er verschillende aanpassingen in vorm en materiaal toegepast. Er zijn achteraf drie typen te onderscheiden.

De eerste bouwperiode was van 1897 tot en met 1906 toen de politiek vanwege vestingbegrotings-perikelen in 1905 een rustperiode in de bouw veroorzaakte. Pas in 1908 kwam er weer geld beschikbaar en was er van een verbeterd type sprake, onder andere vanwege de nieuwerwetse mitrailleur.
Veel later, in 'Studiebericht 17 De cultuurhistorische betekenis van forten' (provincie Noord-Holland 1986), werden deze uitvoeringen "Model A" en "Model B" genoemd. Omdat het woord 'model' onterecht suggereert dat er vooropgezette modellen waren, worden ze op deze website "Type A" en "Type B" genoemd en is ook "Type C" geïntroduceerd.

Enkele forten zijn van een geheel ander ontwerp doordat deze oorspronkelijk onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie (zie Grens met de Nieuwe Hollandse Waterlinie) of de Posten van Kraijenhoff waren en deze vallen buiten dit hoofdstuk. Fort bij Abcoude was ontworpen en gebouwd voor de komst van de brisant granaat en experimenten op het Schietproefterrein Schoorl vereisten en tot een geheel ander fortontwerp leidde. Het fort bestaat uit een bomvrije kazerne en enkele remises en wachtgebouwen van brikkenbeton met een bakstenen bekleding. Fort bij IJmuiden en Fort aan het Pampus werden als kustfort op uitzonderlijke locaties gebouwd van baksteen en beton met een uniek type .

Type A (1897 - 1907)

Zowel dit Type A als het latere Type B hebben dezelfde hoofdindeling: een hoofdgebouw en een frontgebouw welke verbonden zijn door een poternegebouw. Het frontgebouw heeft meestal zeven lokalen voor de wachteenheid en munitieopslag. In één van de lokalen is een scherfvrije observatiepost. In het hoofdgebouw waren de verblijfs- en opslagruimten waarbij aan de keelzijde twee keelkazematten zijn gebouwd voor het groot flankement naar de naastgelegen forten en de verdediging van de keelzijde met mitrailleurs. Het poternegebouw diende als appélplaats en was de verbinding tussen het hoofdgebouw en het frontgebouw met twee stalen deuren naar de beide helften van het terreplein.
Een aarden wal vormde de frontwal en de beide korte zijfronten waarachter de infanterie opgesteld kon worden. In de schouderhoeken van de wal waren de twee hefkoepels gesitueerd voor het bestrijken van het omliggende terrein.

Frontgebouw Penningsveer

Koepel Nigtevecht

Het frontgebouw van het Fort bij Vijfhuizen heeft maar liefst negen lokalen. Hier de keelzijde met de toegangsdeuren tot vier lokalen.
(Foto: © René Ros, 2002)
Het losstaande, goed bewaarde, rechter hefkoepelgebouw van het Fort bij Nigtevecht.
(Foto: © René Ros, 2009)

Type A

Een schematische tekening van een Type A fort.
(Tekening: Lex Tempelman†)

Het eerste fort van dit type is Fort bij Vijfhuizen. Echter, tijdens de bouw is besloten om het hefkoepelgebouw los te plaatsen en niet aan de uiteinden van het hoofdgebouw. Het wijkt dus af van dit type maar het iets later gebouwde Fort bij Veldhuis lijkt beter op dit type.

Type B (1908 - 1911)

Evenals het eerdere Type A heeft een Type B fort een hoofdgebouw (verblijven), poternegebouw (appélplaats) en frontgebouw (wachteenheid). Door gebruik van mitrailleurs, waarvoor drie mitrailleuropstellingen in de frontwal werden aangelegd, kon de wachteenheid kleiner zijn. Het aantal lokalen in het frontgebouw werd daardoor tot twee á drie lokalen teruggebracht in plaats van de zeven in Type A. De middenvoor geplaatste mitrailleuropstelling was bereikbaar via een poterne vanaf het frontgebouw.
Het grootste verschil met een Type A fort is de plaatsing van de twee hefkoepels. Deze werden iets dichter bij het hoofdgebouw geplaatst en met een gang daarmee verbonden. De gang was ingericht als galerij met schietgaten naar de keelzijde en een mitrailleur-opstelling achter het zijfront.
Voor het eerst werd gewapend beton toegepast maar alleen in de hefkoepelgebouwen en bij de observatieposten.

Mitrailleuropstel Waver-Amstel

Mitrailleuropstel Spijkerboor

Het aanzicht van de middelste mitrailleur-opstelling van het Fort Waver-Amstel.
(Foto: © René Ros, 1999)
De middelste mitrailleur-opstelling van het Fort bij Spijkerboor met de deur naar de poterne.
(Foto: © René Ros, 2001)

Type B

Een schematische tekening van een Type B fort.
(Tekening: Lex Tempelman†)

In Nederland kwam de elektrificatie tussen 1910 en 1930 op gang en ook de Type B forten werden met een elektrische installatie uitgerust. Daardoor was het fort voorzien van moderne elektrische verlichting, ventilatoren en een elektrische waterpomp welke door een generator, uitgerust met een geluiddemper en waterkoeler, werden voorzien van 112 Volt. Naast deze nieuwerwetse apparaten werd de aloude olieverlichting in stand gehouden evenals een handbediende zuigperspomp voor de watervoorziening. Daardoor zijn naast de nissen voor de elektriciteit schakelkasten ook nog lampnissen aanwezig. Bij de meeste forten is de installatie er uitgesloopt of vervangen maar het Fort Waver-Amstel bezit nog de best bewaarde componenten van de in 1912 aangelegde installatie.

Verdeelkast Waver-Amstel

Lamp Waver-Amstel

Een nis met een elektrische schakelkast in het Fort Waver-Amstel.
(Foto: © René Ros, 2002)
In een magazijn van het Fort Waver-Amstel is deze lamp nog te vinden.
(Foto: © René Ros, 2002)

De meeste forten welke volgens dit type zijn gebouwd vertonen weinig verschillen, maar er zijn enkele forten die er sterk vanaf wijken. Het Fort bij Edam en het Fort aan de Drecht hebben geen frontgebouw en hefkoepelgebouwen maar een pantserkazemat welke respectievelijk wel en niet via een poterne met het hoofdgebouw is verbonden. Het Fort bij Spijkerboor heeft twee verdiepingen en een pantserkoepel. Het Fort Waver-Amstel is het laatst gebouwde fort van Type B.

Type C (1912 - 1914)

Kenmerkende verschillen tussen de typen zijn vooral de omvang van het frontgebouw en de plaats van de hefkoepelgebouwen. Daardoor is een derde type te onderscheiden. Slechts twee forten zijn uitgevoerd als dit derde type en dat is waarschijnlijk de reden dat het nooit als apart type wordt onderscheiden.

Evenals het eerdere Type B heeft een Type C fort een hoofdgebouw (verblijven), poternegebouw (appélplaats) maar geen frontgebouw (wachteenheid). Vanwege de ligging van het fort en de noodzaak van bezuinigingen werd dit type niet van een frontgebouw voorzien. In plaats daarvan werd een enkel hefkoepelgebouw geplaatst die via een smallere poterne toegankelijk is. Tegelijkertijd vervielen, ten opzichte van het Type B, de twee hefkoepelgebouwen op de schouderhoeken van de korte zijfronten. Wel zijn er aan beide zijden van het hoofdgebouw stormdeuren naar de terrepleinen. Maar ook bij dit type werden vier mitrailleuropstellingen in de frontwal aangelegd.
Afwijkend is dat de diepte van de lokalen en achterliggende opslagruimten in het hoofdgebouw niet meer gelijk is. Er zijn in totaal drie verschillende dieptes te onderscheiden waarbij de lokalen bij de poterne het diepst zijn en die aan de uiteinden het ondiepst. Opvallend is ook dat er alleen lokalen tussen de keelkazematten zijn.

Type C

Een schematische tekening van een Type C fort.
(Tekening: Lex Tempelman†)

De enige twee forten die volgens dit type zijn gebouwd, zijn Fort aan de Middenweg en Fort aan de Jisperweg. De grens is echter niet scherp te trekken omdat eerdere forten die volgens Type B zijn gebouwd ook een of meer kenmerken van Type C hebben. Denk daarbij aan Fort bij Edam en Fort aan de Drecht, beide in 1912 opgeleverd, met een vaste en losse pantserkazemat middenvoor.

Stelling van Amsterdam op Bluesky Stelling van Amsterdam op Facebook Stelling van Amsterdam op X / Twitter Doc.centrum Stelling van Amsterdam op LinkedIn
Stelling van Amsterdam op foto-site Instagram Stelling van Amsterdam op video netwerk YouTube

Deze website wordt verzorgd door particuliere experts en is geen website van een overheid.
Alle rechten voorbehouden, o.a. gebruik door commerciële partijen alleen met voorafgaande toestemming.
Stelling van Amsterdam. Een stadsmuur van water.
UNESCO Werelderfgoed sinds 1996
Reizend restaurant SterkWater strijkt neer langs de Hollandse Waterlinies. In de grootste, oudste en prachtigste forten genieten haar gasten van een bijzondere avond uit, met een heerlijk 5-gangen diner en meeslepende verhalen. (Advertentie)
 
 
 
'Kennismaken met de Stelling van Amsterdam' is een gratis interactief e-book over de Stelling. (Advertentie)