|
InleidingOnlangs was er een thema-nieuwsbrief over een schilder van Fort bij Spijkerboor, nu een artikel over een schilder van Fort benoorden Spaarndam waarvoor archieven van Leeuwarden tot Tilburg geraadpleegd zijn. Wel eerst de dienstberichten en een legerorder. Zoals je merkt wil ik graag informatie en ervaringen over militair erfgoed delen en momenteel schrijf ik meer dan ik per maand in één nieuwsbrief kwijt kan. Maar de nieuwsbrieven kunnen niet heel lang zijn. Daarom bij deze als uitzondering een dubbeldik zomernummer als inhaalslag. Laat dit bericht twee maanden in je Inbox staan en lees later een van de artikelen? Lees deze nieuwsbrief op: https://www.stelling-amsterdam.nl/nieuwsbrief/2024/nieuwsbrief-544/ Tip: houd de cursor boven elke afbeelding om een beschrijving te zien.
|
Dienstberichten- Reactie: "The making of "Hollandse Waterlinies" maakt veel duidelijk over de teloorgang van historische namen, ook zichtbaar in de fantasienamen van vele SvA forten. Top." - Reactie: "Ik lees je nieuwsbrieven graag, en veel mensen weten of beseffen niet hoeveel tijd het kost, en hoe serieus jij de nieuwsbrieven maakt! Soms mogen de teksten ook wel eens wat korter naar mijn idee, en ga vooral door met je info delen !!" - Errata: Naar aanleiding van een opmerking door Ronald Hoekstra (provincie Gelderland) is in het artikel 'Het Werelderfgoed Duo' in de vorige nieuwsbrief een zin over de Werelderfgoedstatus verbeterd tot "De Werelderfgoed-status alleen biedt op zich geen juridische bescherming, maar de Nederlandse wet- en regelgeving die er uit volgt." Er is nog meer over te zeggen en te nuanceren, maar voor dat artikel moet het beknopt blijven.
- Uw redacteur gaat proberen zich zonder deadlines te vermaken tijdens de zomerperiode. Het is ook dit jaar de bedoeling dat in juli en augustus geen nieuwsbrief verschijnt. Vorig jaar lukte dat niet, vanwege aankondigingen van activiteiten. Als het dit jaar wel lukt, ontvang je de volgende nieuwsbrief pas eind september. De bibliotheek op Fort Uitermeer is in de maanden juli en augustus alleen op afspraak te bezoeken. Of je op vakantie gaat of niet, een fijne zomerperiode gewenst!
|
Legerorder "Organisaties op fascistischen grondslag"Een voor u opgemerkte en overgenomen legerorder uit "Recueil Militair en Legerorders, 6e beknopte uitgave, Tweede Deel 1929-1937, Staatsdrukkerij- en Uitgeversbedrijf, 1939" (NL-WpDStvA-C16090). Ministerieele beschikking van 10 Maart 1933, IIde Ajd. B.42 Ter kennis wordt gebracht, dat aansluiting bij of eenigerlei steunverleening aan groepen, of vereenigingen van personen op fascistischen grondslag in strijd is met de plichten van den militairen ambtenaar en derhalve verboden.
|
De schilder van SpaarndamTekst: René Ros In 2020 kregen we contact met een kleindochter van Lolke Rang en hebben we het jaar daarop zijn mobilisatie-herinneringen kunnen publiceren. Er was één punt dat mogelijk meerdere jaren extra tijd zou kosten om uit te zoeken, maar waar we de publicatie niet op lieten wachten. In zijn herinneringen is namelijk sprake van een schilder op het Fort benoorden Spaarndam en een schilderij. Weten we na drie jaar onderzoek, en 44 nieuwsbrieven later, wie die schilder was?
Rang schrijft daarover: "Op een goeien dag kwamen er weer soldaten aan. Een jonge Fries was erbij, en die zag al op den eersten dienstdag dat [violist] Gootjes gespaard werd en nooit dienst deed, maar speelde." "Hij moest na drie maanden een examen doen, hij was namelijk aan de teekenacademie. Hij vroeg nu, of hij alle dagen schilderen mocht." En over het verlote schilderij: "De schilder was een soldaat E. van Spaarndam-Noord." Rang verbleef van juli 1915 tot augustus 1917 op het fort en ergens in die periode ook "soldaat E." Waarom Rang de naam niet volledig noemde, zoals hij bij alle anderen wel deed, is een raadsel en had een zoektocht gescheeld. De aanwijzingen in zijn teksten zijn de achternaam met een E, jong van leeftijd, hij kwam uit Friesland en zat in de periode 1914-1919 op de tekenacademie. Bovendien is het schilderij gesigneerd maar niet heel duidelijk. Er lijkt linksonder een monogram van de letters JE of LE te staan. Je kan ook '17 erachter herkennen.
Het gaat volgens ons om de redelijk bekende Friese schilder Johannes Elzinga, geboren 5 december 1893 te Wommels en overleden 18 maart 1969 te Leeuwarden. Volgens het RKD was hij van 1915 tot 1918 student aan de Rijksakademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. En in 1915 was hij 21 jaar oud. "Klik, klik, klik en klik" deden de puzzelstukjes, maar dat maakte de puzzel nog niet compleet. Zijn werken die na onze publicatie in 2021 te koop werden aangeboden, waren meestal dorpsgezichten van veel latere datum en gesigneerd met "Joh. Elsinga" en een jaartal. We hebben zelfs twee werken van hem aangeschaft, omdat we inmiddels redelijk zeker waren dat het persoonlijk werk van 'soldaat E.' is en omdat één op zich al bijzonder is. De oudste is een ets uit 1928 met een gezicht op het dorp Grouw en de tweede een litho uit 1945 als herinnering aan de Tweede Wereldoorlog. Beide zijn niet gesigneerd met het monogram JE maar met zijn naam dat hij toen als Elzinga-met-een-s schreef. Beide werken zijn als illustraties bij dit artikel gebruikt. Onderaan de litho "Lest we forget" uit 1945 is in potlood de tekst "ter herinnering aan de jaren 1940-1945 aan den heer, mevrouw J. Bekius - Veenland" geschreven. Vrijwilliger Gosse Beerda van Tresoar (Fries archief) heeft geprobeerd te achterhalen of er een oorlogsherinnering achter deze litho zat. Was het echtpaar en mogelijk Elzinga zelf bij het verzet betrokken? Dat kon niet aangetoond worden en wellicht was het een normale verkoop van Elzinga. Johannes Dirk Bekius (1914-1969) was directeur van de Zaaizaad en Pootgoed Coöperatie (ZPC) in Leeuwarden en tijdens de oorlog bij de voedseldistributie betrokken. Mogelijk zitten daar de gebeurtenissen waarvoor de litho een herinnering levend moest houden? In een krantenartikel uit 1953 is ook sprake van een ZPC-directielid R. Elzinga. Mogelijk is dat Ruurd Elzinga (1884-1964), een broer van schilder Elzinga.
Wel vonden we een artikel op de website van het Regionaal Archief Tilburg (RAT) en werd er door hen een uitgebreider tijdschriftartikel toegestuurd. Deze artikelen gaan over een schenking in 2011 van vijftien tekeningen van Johan Elzinga. Volgens de schenker, zijn zoon H.J. Elzinga, was vader gelegerd in Moergestel, ongetwijfeld als grenswacht. Zijn commandant zou zijn artistieke talenten hebben onderkend en Elzinga hebben laten overplaatsen, zodat hij naar de Rijksakademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam kon. "Klik" zei het puzzelstukje...
De tekeningen zijn gescand online te bekijken, maar de achterkanten zijn niet gescand. Na een vraag daarover heeft een medewerker het op eigen initiatief gecontroleerd, maar op de achterkanten bleken geen teksten te staan. In maart 2024 deed zich een goede gelegenheid voor om zelf naar Tilburg te gaan om de tekeningen van Elzinga en het dagboek van Van Hombergh (Fort bij Nigtevecht 1939-1940) te bekijken. Van de voor- en achterkanten van de tekeningen kon ik niets anders maken dan de archiefmedewerkers al hadden gedaan. Maar het ging er eigenlijk vooral om, om ze zelf in het echt vast te houden en weer een historische sensatie te beleven. Dat lukte.
Waarschijnlijk was Johannes Elzinga de eerste schilder op het Fort benoorden Spaarndam en heeft hij mogelijk ook muurschilderingen gemaakt. Er is een schildering die lijkt op de tekeningen van Moergestel. En er is een tekening van een dorpsgezicht met boot, die lijkt op meerdere latere werken zoals de ets van Grouw. Kleine kans dat er iemand anders verder gaat puzzelen, maar wellicht wordt ooit het laatste ontbrekende puzzelstukje gevonden? Soldaat? Elzinga (Nieuw)
|
Minister opende Pampus' groene energiecentraleTekst: Tom van Nouhuys (Stichting Forteiland Pampus). Op woensdag 29 mei opende Minister van Klimaat en Energie Rob Jetten de gloednieuwe, duurzame energievoorziening van Forteiland Pampus. Het artificiële eiland is al sinds zijn begin off-grid: niet verbonden met de wal voor stroom, water of gas. Dit historische gegeven vormde de inspiratiebron voor het klimaatneutrale, nieuwe energiesysteem. Door inzet van wind, zon, waterstof, biovergisting en thermische energie kan het eiland nu fossielvrij jaarrond zijn eigen boontjes doppen. Een unieke mijlpaal voor Pampus en zelfs een bemoedigend voorbeeld voor de wereld.
State of the art in 1895, maar toen het er écht om spande volledig achterhaald. De Stelling van Amsterdam was niet berekend op de komst van moderne technieken zoals het vliegtuig en zo bleef van Pampus weinig anders over dan een ruïne en een idee. Een ruïne vol mogelijkheden, dat wel. In de jaren vijftig tot en met tachtig was Pampus een dankbaar decor voor feesten, betogingen en acties. De Vrijstaat Pampus werd uitgeroepen door hippies, Lubbers werd er bestreden door kunstenaars en studenten vierden er lustra. In de 21e eeuw aangekomen staat Pampus, net als de rest van de wereld, voor een grote klimaatopgave. Een opgave waarin het als klein eigenwijs eiland een grote rol durft te spelen. Die van wereldwijd showcase zijn voor de energietransitie en het verduurzamen van erfgoed.
Na deze opening was er een uitgebreide borrel waarin alle betrokkenen elkaar konden feliciteren met het resultaat. Deze borrel vond plaats in de nieuwe Bergloods op Pampus, gebouwd op de fundamenten van de oorspronkelijke, door brand in 1932 verwoeste, bergloods. En met zijn dak volledig van zonnepanelen ook een innovatief onderdeel van het energiesysteem op het eiland. Pampus toont nu aan hoe op het eiland door wind, zon en biovergisting stroom wordt opgewekt en hoe een combinatie van groene waterstof, lithiumbatterijen, thermische opslag en warmtepompen voor energieopslag zorgt. Met deze innovatieve combinatie van bewezen technieken voorziet het eiland vanaf nu jaarrond in zijn eigen energie én vormt het een inspiratie voor decentrale duurzame energievoorziening. Cultuurhistorie en innovatie gaan zo hand in hand. En zo is Pampus anno 2024 een geschiedkundig icoon met een hyperactuele boodschap. Forteiland Pampus
|
Ronde Vianen-Asperen-VianenTekst en foto's: René Ros. Eind mei gingen we in klein gezelschap last minute kijken bij de buren, de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Dat helpt tegen navelstaren en het gebied van de grote rivieren is toch wat anders dan de polderslootjes rond Amsterdam. Indirect is het een aanmoediging aan de lezer om zelf ook eens in die omgeving een andere waterlinie te beleven. Dat kan ook lopend of op de fiets, maar vanwege het weer waren wij toch blij dat we met de auto waren...
Door het mooie landschap gingen we achterlangs Meerkerk en Arkel richting Gorinchem (Gorkum), schampten die stad en reden naar Spijk. Vanaf Spijk reden we over hoge dijken langs het riviertje Linge naar Asperen. Wat een fraai gebied, ook zonder het militair erfgoed. We zagen de in cortenstaal gereconstrueerde Batterij bij de Broekse Sluis. Bij de Nieuwe Zuider-Lingedijk werd de militaire infrastructuur indrukwekkend. Een vrijwel rechte dijk van 4,2 kilometer als de lokale 'Geniedijk Haarlemmermeer'. Op de kruin rijdend hadden we rechts elke 250 meter de ene na de andere groepsschuilplaats. Links diverse gereconstrueerde batterijen met nog een aantal groepsschuilplaatsen. En tussendoor een wachterswoning en meerdere duikers met hoge steigers om de afsluiters te bedienen. De dijk eindigde bij de vier waaiersluizen in de Linge bij het dorpje Asperen. Het was al lunchtijd en door de 'achtste fase' herontwikkeling is er op Fort bij Asperen een restaurant in de bergloods gevestigd. We voelden ons weer als op een schoolreis, maar moesten nu zelf kiezen en betalen. In Nederland zijn parasols ook grote paraplu's, bleek weer bij de eerste regenbui. De bakstenen toren hebben we niet van binnen bekeken, maar juist het terrein om de toren. De observatieposten, nóg twee groepsschuilplaatsen maar ook een oudere remise in een groene omgeving.
Eerst de positiebatterij met emplacementen, traversen, hellingbanen en een betonnen schuilplaats. Het hoge gras maakte dat we weinig grenspalen konden zien. Deze tussenbatterij was bedoeld om met zwaar geschut op vijandelijke troepen aan de andere kant van de inundaties te schieten. Via een wandelpaadje kwamen we bij de naastgelegen tussenbatterij voor de nabijverdediging. Deze batterij vuurde frontaal op de weg uit Acquoy in het inundatiegebied, en hielp het Fort bij Asperen met het afsluiten van dit acces. Hier kleinere emplacementen met cortenstaal wanden en munitienissen, met ook een schuilplaats. Er begon een tweede stortbui en we waren net te laat in de auto. In de regen sukkelden we de Meerdijk verder af, schampten Leerdam en kwamen op de negen kilometer lange Diefdijk terecht. Van oorsprong geen militaire dijk, maar dat is er wel van gemaakt. Ook hier veel groepsschuilplaatsen, waarvan één doorgezaagd, en G-kazematten. Maar ook het Werk bij de Diefdijk dat de spoorweg Gorinchem-Geldermalsen afsloot. Erover praten kon moeilijk vanwege de hagelstenen op het autodak. Bij de snelweg A2 was het alweer droog en scheen het zonnetje. Ook op de fraaie kazemat Diefdijk-Zuid met het schietgat naar de snelweg uit Den Bosch*. En iets verderop de kazemat Diefdijk-Noord, die sinds de explosie van de vuurwerkfabriek in 1991 eenzaam in een bosje staat.
We reden de Lek af, zagen aan de overkant het Fort bij Honswijk, en was het rondje voltooid toen we weer in Vianen waren. Er was nog gelegenheid om naar het Lekkanaal aan de overzijde bij Nieuwegein te gaan. Daar hebben we de verplaatste en rondgestrooide drie kazematten en schutsluis bekeken. Je kan de betonmassa's nu goed zien en ervaren, maar had dat niet op een iets authentiekere manier en niet in water gekund? Om in stijl af te sluiten wilden we dineren op een fort. De menukaart van Fort bij De Gagel paste niet helemaal bij ons 'schoolreisje'. Op Fort aan De Klop was het misschien weer iets te eenvoudig, maar het bleek wel erg leuk en gezellig om buiten op een druk festivalterrein met foodtrucks te zitten eten. Het was een mooie dagafsluiting en over de moderne verkeersweg keerden we terug naar de Stelling. * Hoe is het bruine bord 'Hollandse Waterlinies' langs de snelweg vóór de kazemat terecht gekomen, waardoor je de kazemat pas ná het bord ziet??? Batterij bij de Broekse Sluis op website Kenniscentrum Waterlinies (KCW)
|
1, 2... Heel veel forten?Tekst en foto's: René Ros. De lengten van de Oude-, Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam hebben we onlangs gecontroleerd en moeten verbeteren. Daarop zijn geen tegenvoorstellen of bezwaren ontvangen. Dan gaan we het nu hebben over het aantal forten in de twee waterlinies. Gewoon van beide linies de aantallen optellen kan niet omdat er een overlap is en wat je telt wel volgens dezelfde definitie moet gebeuren. In dit artikel wordt een onderbouwd voorstel gedaan om de forten te tellen volgens een publieksvriendelijke definitie.
De vier Lunetten op de Houtense Vlakte tellen we echter als één verdedigingswerk, omdat ze één commandant hadden en samen één Rijks Militaire Landsgrond met een aaneengesloten serie grenspalen vormden. Hetzelfde geldt voor de Batterijen aan de Karnemelksloot (NHWL). Alhoewel Fort bij Pannerden historisch gezien niet tot de NHWL behoort, tellen we die schoorvoetend wel mee omdat het onderdeel van het UNESCO Werelderfgoed Hollandse Waterlinies is geworden. In het nominatiedossier* staat dat het sinds 2005 tot de NHWL wordt gerekend. Maar waarom Fort Westervoort bij Arnhem niet? De twee kastelen zijn aantrekkelijk om te bezoeken, maar we tellen ze ook niet mee. Ten tijde van de waterlinies waren ze geen verdedigingswerk meer. Wel tellen we de verdedigingswerken mee, waar ze een onderdeel van waren. Dat geldt ook voor remises, torens en andere werken in vestingen, die nu soms 'fort' in hun naam hebben, maar dat met zekerheid niet zijn geweest. Omdat de Westbatterij los van de vesting Muiden staat, tellen we die apart mee alhoewel het in historische stukken vaak als onderdeel van die vesting wordt genoemd. De Vesting Nieuwersluis tellen we niet mee omdat het ten tijde van de NHWL zeer waarschijnlijk geen verdedigingswerk meer was en in vervallen staat. Ten koste van een deel van de vestingwerken, werd het huidige Fort Nieuwersluis gebouwd dat we wél meetellen. En ook liniewallen en gedekte wegen worden niet meegeteld, omdat ze ook voor het algemene publiek te ver buiten de definitie van een fort vallen. Neven- en tussenbatterijen oftewel artillerie-stellingen, zoals het Pannekoekenfort (NHWL) en de Batterijen aan het Gein (StvA), tellen we ook niet mee. Voor- en tussenstellingen oftewel infanterie-stellingen zijn een groter twijfelgeval, maar de zes in de NHWL en de drie in de StvA tellen we toch ook niet mee. Als een onwetende burger op bijvoorbeeld Werk aan de Groeneweg (NHWL) komt en gezegd wordt dat het een fort is, dan zal hij/zij toch echt raar staan te kijken. Je ziet het, er wordt hier vanuit het publiek gedacht.
Het is opmerkelijk dat de StvA 50% langer is dan de NHWL (6:4) maar minder 'forten' heeft. Dat de StvA een leeg zeefront heeft en de overgenomen forten in de Vechtstreek niet meetellen, zal daaraan bijdragen. Maar zien we hier het verschil in het landschap met in de NHWL kortere afstanden tussen de accessen? Of de grotere dracht van het geschut in de modernere StvA? Of komt het doordat in de NHWL meerdere bouwperioden zijn geweest, waarbij nieuwe verdedigingswerken als vervanging of aanvulling vóór of achter de oude werden aangelegd? Voor het aantal forten van alleen de Stelling, die we destijds zelf formuleerden als '46 forten en batterijen', telden we de Batterij aan de Aalsmeerderweg ook mee. Inmiddels is duidelijk dat er dan eigenlijk meer soortgelijke aarden batterijen meegeteld zouden moeten worden en dat moeten we maar niet doen. Daarom wordt dat gecorrigeerd en conform bovenstaande redenatie vervallen ook de twee voorstellingen. Zo komt het aantal 'forten en batterijen' voor de StvA, inclusief de vijf hergebruikte vestingen en forten van de NHWL, op 43 stuks. De term batterijen wordt gebruikt, omdat de kustbatterijen en gekazematteerde batterijen wél meegeteld worden. We zien elders "96 forten" en zelfs "meer dan 100 forten" en "ruim 100 forten en zes vestingen" gebruikt worden. In totaal komen wij uit op 89 'forten, vestingen en batterijen' in het gehele UNESCO Werelderfgoed 'Hollandse Waterlinies'. Mee eens? Of niet? En ach, tel die ene erbij op waarvan jij vindt dat het er ook bij hoort en we ronden het af op 90? Zo moeilijk doen we er niet over. * Dutch Water Defence Lines - Significant Boundary Modification, Appendices Part I (NL-WpDStvA-C8382), p.311 rechter kolom, onderste paragraaf. 'HW Objectenlijst' csv-document
|
Amsterdamse anti-militaristen versus de InlichtingendienstTekst: René Ros. Historische desinformatie, moet dat ook aandacht krijgen op een historische website? Ook fouten en misleidingen speelden in het verleden een rol, zodat we een tekst over Amsterdamse militairen letterlijk overnemen. Het komt uit een in 1968 voltooid intern historisch rapport over de beginjaren van de Nederlandse inlichtingendiensten. Vrijgegeven door de AIVD maar waarin namen onherkenbaar zijn gemaakt. Maar dat wil niet zeggen dat daar niet achter te komen is.
In het rapport wordt de Stelling van Amsterdam genoemd en die tekst is daarom hieronder letterlijk uit de transcriptie van het rapport De Meijer overgenomen. De namen van de personen zijn door de AIVD 'gewit' en dat is wat vreemd. Zelfs als de betrokkenen in 1918 geboren zouden zijn, is er grote zekerheid dat ze inmiddels overleden zijn. De AIVD heeft blijkbaar als grens het jaar van het rapport gehanteerd, en niet van de individuele verhalen. In 1919 werd de Centrale Inlichtingendienst (C.I.) opgericht, de eerste militaire inlichtingendienst van ons land, als centraal punt voor onder andere de inlichtingendiensten van de gemeentelijke politiekorpsen. Het C.I. resorterende onder de Derde Sectie van de Generale Staf (G.S.III) dat zelf al vanaf 1913 inlichtingenwerk deed. Aanvankelijk het verzamelen van militaire gegevens over andere landen, later ook controle op buitenlandse agenten en vervolgens naar revolutionaire activiteiten. Onder dat laatste vielen ook de Arbeiders- en Soldaten Raden, die volgens de revolutionairen de regering van ons land moesten vervangen. Van prof.dr. Bob de Graaff, hoogleraar Intelligence en security studies bij de afdeling Geschiedenis van Internationale Betrekkingen aan de Universiteit van Utrecht, ontvingen we een nooit voltooid manuscript uit 1996 over de C.I. Daarin komt hetzelfde verhaal voor, maar mét de persoonsnaam: Auke van der Wey. Die naam bleek als 'Auke van der Weij' ook voor te komen in het boek 'Niet voor God en niet voor het Vaderland' waarin het verhaal uitgebreider aan bod komt. Daarin wordt ook kanonnier Charles Georges (1884-1945) van Fort bij Hoofddorp als centrale figuur genoemd. Waarschijnlijk hebben we Van der Weij (1888-1961) geïndentificeerd, maar zijn vermeldingen in de stamboeken van het 5e en 7e Regiment Infanterie werden niet gevonden. Met het 5e zou hij tijdens de mobilisatie aan de grens bij Sprang (N-Br.) zijn gelegerd. Maar laten we stoppen, het blijkt vooral overdrijving te zijn geweest en mogelijk omdat Van der Weij naar Amsterdam overgeplaatst wilde worden? Hieronder volgt de bewuste tekst uit het witgelakte Rapport De Meijer. Vul de namen zelf maar in. Arbeiders- en Soldaten RadenDe oprichting van Arbeiders- en Soldaten Raden in 1917 en 1918 in Rusland, vond ook in ons land navolging. In mei 1918 kwam een landstormsoldaat, ■■■■■, te Amsterdam in contact met leden van een anti-militaristische organisatie. Bij verdere ontmoetingen werd hem medegedeeld, dat het doel van de organisatie was: het plegen van aanslagen op verschillende ministers en het in de lucht laten vliegen van verschillende openbare gebouwen. Een puur anarchistisch complot. Een gebeurtenis in het zeer recente verleden - januari 1918 - moest deze mededeling wel als zeer geloofwaardig doen voorkomen. In die maand was nl. reeds een poging ondernomen het Kruithuis aan de Haarlemmerweg te Amsterdam op te blazen. Vijf personen waren daarvoor aangehouden en in bewaring gesteld. Het is niet bekend tot welke organisatie zij behoorden. ■■■■■ stelde de Amsterdamse Inlichtingendienst [(I.d.)] van één en ander in kennis. De Officier van Justitie, met wie deze activiteit besproken werd, droeg de politie op de zaak grondig te onderzoeken. Soldaat ■■■■■ bleek bereid zich voor de politie als lid in de organisatie te laten opnemen. Op verzoek van de I.d. Amsterdam verleende G.S.III medewerking om ■■■■■, die buiten Amsterdam in garnizoen lag, naar Amsterdam te doen overplaatsen. Kort na zijn toetreden reeds, kreeg ■■■■■ van de organisatie de opdracht enkele tijdgranaten te leveren; van handgranaten zou men daar reeds voldoende zijn voorzien. Na overleg met G.S.III wist de I.d. Amsterdam van de Artillerie-Inrichting voor dit doel drie, onschadelijk gemaakte, tijdgranaten te verkrijgen. De lading trotyl daarin was vervangen door in uiterlijk sterk daarop gelijkende pijpaarde.
De leiding van het onderzoek ging inmiddels over van de officier van justitie op de procureur-generaal te Amsterdam. Deze nam ook de verantwoording op zich voor het opereren met de tijdgranaten. In juni 1918 werd ■■■■■ reeds als lid van de organisatie ingeschreven. Zijn ervaringen daarin bevestigden de tot dat tijdstip door ■■■■■ gedane mededelingen. Het bleek een gevaarlijke samenspanning te zijn van lieden met zeer terroristische voornemens. De verzameling wapens waarover beschikt werd zou vrij omvangrijk zijn. Onder de bezetting van één der forten rond Amsterdam telde de groep vele leden. In juli 1918 werd door de I.d. Amsterdam geprobeerd een andere militair in de Haagse groep te laten doordringen. De voor die plaats uitgezochte militair was een 'bekeerde' anarchist. Gezocht werd naar een mogelijkheid ook de organisatie te Vlissingen te penetreren. In diverse rapporten aan G.S.III berichtte Broekhoff [(I.d. Amsterdam)] over deze organisatie nog in de volgende bewoordingen: Soldaat ■■■■■ zou inmiddels lid van het hoofdbestuur zijn geworden. In augustus 1918 werd vastgesteld, dat een Oostenrijkse deserteur optrad als instructeur en leider van Raden van Arbeiders en Soldaten. In rapporten van augustus en september 1918 is sprake van vier arsenalen te Amsterdam (naar schatting 1500 geweren, 20.000 scherpe patronen, 40 bommen en 200 revolvers met munitie). Medio september 1918 werd echter vastgesteld dat de voorgaande meldingen voor een groot deel hebben berust op de fantasie van de berichtgever, soldaat ■■■■■. Ook de gemelde omvang van de Raden zou onjuist zijn geweest. 'Een gevaarlijke Mobilisatieclub' in Nieuwsbrief 465 (2018)
|
Erfgoed uit twee wereldoorlogen in OostendeTekst en foto's: René Ros. Al heel lang staat de Westhoek van België, vanwege de Eerste Wereldoorlog-geschiedenis, op mijn te-doen lijst en mogelijk gaat dat binnenkort lukken. Maar een bezoek aan een van de laatsten van de voorgaande familiegeneratie, bracht me in de buurt: Oostende. Vooral over landgoed Raversijde had ik veel goede dingen gehoord en gelezen. Het was maar een kort weekeind, maar er was genoeg te zien en te beleven. En wij mogen blij zijn dat we in de afgelopen twee eeuwen maar met één oorlog op ons grondgebied te maken hadden.
Zelfs het restaurant Walrave bij natuurgebied en Atlantikwall-museum Raversijde heeft een heel interessante kaart met variatie. De gekke Prins Karel kocht het landgoed om er te wonen en om het gebied groen te houden. Dat kwam de Duitse bezetter tweemaal goed uit en in de duinstrook zijn in zowel in de Eerste als de Tweede Wereldoorlog kustbatterijen gebouwd. De tentoonstelling binnen en buiten het landhuis is beperkt, maar neem voor het buitendeel een halve dag de tijd... De routes zijn goed aangegeven en leiden naar Batterie Aachen (WO1) wat eenvoudig van opzet is met een betonnen reconstructie van een half stuk geschut. De verblijfsbunkers zijn ingericht met originele zaken of een deeltentoonstelling. Er zijn veel historische stripboeken uitgegeven en de levensgrote stripfiguren daarvan staan aan weerszijden van de paden.
Op de oostpier werd een wind- en zandstorm getrotseerd om de boeg van de H.M.S. Vindictive (1897) te bezoeken. Het was een Engels schip dat op 10 mei 1918 tussen de pieren werd afgezonken om de haven voor de Duitsers onbruikbaar proberen te maken. Uiteraard met tegenwerking van Duitse troepen en verlies van levens. De boeg met ankers staat sinds 2018 als monument op de pier en alleen bij zware storm wordt het nog geraakt door het zeewater. Atlantikwall Raversyde
|
Op bedevaart naar NijmegenTekst en foto's: René Ros.
Cornelis Kraijenhoff (1758-1840) is niet de grondlegger van de huidige Stelling van Amsterdam, maar wel van die uit 1805-1810. Uiteraard wordt die waterlinie in oude publicaties Stelling van Amsterdam genoemd, maar is nu de naam 'Posten van Kraijenhoff' in gebruik. 'Kees' was een homo universalis die veel voor ons land heeft betekend op gebied van verdediging, waterstaat, topografie, natuurkunde en gezondheid, maar daar kunnen we nu helaas niet uitgebreid op ingaan. Er zijn genoeg redenen om zijn naam te blijven noemen. En van zijn werk profiteren we allen nog dagelijks en is nog van invloed op ons en onze hobby. Kraijenhoff werd na zijn overlijden in 1840 begraven op het fort dat naar zijn familie was vernoemd en het graf werd door Koning Willem II van een grafsteen voorzien. Het fort werd in 1918 opgeheven en de stoffelijke resten van Kraijenhoff waren in 1914 naar begraafplaats Rustoord overgebracht.
Op de keelzijde zijn drie woontorens en een transformatorgebouw gebouwd, waarvan de bakstenen in de onderste drie meter lijken te verwijzen naar het oorspronkelijke gebouw. In de Waaldijk is echter de gehele stenen beer en zeer waarschijnlijk de baksteenmuur ter bescherming van de aardwerken van het fort te zien. De genoemde grafsteen was verplaatst naar het Krayenhofpark (sic) en ligt daar nog steeds, zo hebben we persoonlijk geconstateerd. En 266 jaar na zijn geboorte en 110 jaar na de herbegrafenis, hebben we ook even kort stil gestaan bij zijn echte graf op de begraafplaats Rustoord. Toen was de ochtend al voorbij en hebben we tussen de Waal en de Tussenwaal, op een Zonnig terras de lunch gebruikt. Het was gezellig maar we hadden ook nog een vol middagprogramma, en dan sloegen we Fort beneden Lent en de brugkazematten over. Op weg naar Fort bij Pannerden hebben we wel een rondje om het Fort boven Lent (Wijnfort) en op het dak gelopen. Zowel het gerenoveerde fort als het strategische uitzicht op de Waal waren de moeite waard.
Er stonden twee golfkarretjes klaar om ons van de parkeerplaats naar de op de strekdam gelegen berg met kanonnen te rijden. We kwamen om 14.15 uur aan en hadden gepland tot sluitingstijd om 17.00 uur te blijven. We vertrokken echter pas rond 18.30 uur! Dat was mogelijk omdat we onder begeleiding van Marius Peters, de adjudant van de huidige fortcommandant, een geheel eigen wandeling maakten. We begonnen op het dak met een aanblik op de machtige Rijnsplitsing, de Duitse grens en het schootsveld. Op deze afgelegen plek was de Kringenwet niet van heel groot belang...
Het is moeilijk om alleen dit fort het 'Mooiste fort van Nederland' te vinden, maar het rapportcijfer negen konden we aan het eind van onze inspectie toch zeker zonder veel discussie geven! Ingenieur Kraijenhoff
|
Archief Zuid en Noord SpaarndammerpolderTekst: René Ros. Dit jaar zal het Noord-Hollands Archief in Haarlem weer een aantal maal bezocht worden. Er waren al eerder veel archiefstukken geraadpleegd, maar het laatste bezoek was in 2016 geweest. De wensenlijst was wat lang geworden en er zijn in de loop der tijd ook nieuwe archieven beschikbaar gekomen. Na elk bezoek worden de resultaten verwerkt en, zodra er tijd in de agenda is, een nieuw bezoek gepland. In dit artikel de kleine vondsten in het archief van de Zuid en Noord Spaarndammerpolder onder Velsen. Het archief van de Zuid en Noord Spaarndammerpolder onder Velsen werd vooral nagekeken op stukken over zowel inundatiewerken als bouwwerkzaamheden. De Noord Spaarndammerpolder was een inundatiekom en nu de voormalige vuilstort met skihelling, klimmuur enzovoort. De Zuid Spaarndammerpolder niet. En naar de lang gezochte mogelijke duiker onder Zijkanaal C, maar daarover werd niets aangetroffen! Er werden alleen stukken over de Zuid Spaarndammerpolder gevonden, welke polder tussen de zijkanalen B en C ten noorden van Spaarndam ligt.
In 1915 en 1916 zijn er stukken opgesteld omdat de 'commandant van de Stelling van Amsterdam' een vergunning aanvroeg voor het maken van schuilplaatsen in diezelfde westelijke dijk van de Zuidspaarndammerpolder. Waarbij aan de huurders een vergoeding moest worden betaald van 5 guldencent per vierkante meter (per maand?). En "onder voorwaarde, dat alles in den vorigen staat hersteld wordt bij het eindigen van den oorlogstoestand". In juni 1916 komen daar nog plannen voor houten schuilplaatsen bij, en wel zes in de dijk en maximaal 15 aan de voet ervan. In december van dat jaar zijn ze nog niet gebouwd, maar moesten toen van gewapend-betonringen gemaakt worden. Uit een brief van 10 februari 1919 blijkt dat er een begin is gemaakt met de sloop van de schuilplaatsen, maar dat is stilgelegd vanwege het koude weer. Als het weer weer geschikt zou worden, dan zou het met 2-3 weken voltooid zijn. Na 10 februari vroor het niet meer. De betonnen ringen werden opgeslagen op een van de polder gehuurd terrein. Dat er betonringen werden gebruikt is interessant omdat ik me niet kan herinneren dat deze eerder zijn genoemd voor de StvA. In de NHWL zijn soortgelijke betonringen gebruikt en op Fort bij Rijnauwen en aan de Gedekte gemeenschapsweg bij Fort Honswijk zijn die nog te vinden.
Een ander, dun dossier betreft de verkoop van een perceel op 27 september 1932. Alhoewel de verkoopakte het verhullend heeft over een schuilplaats, blijkt uit de kaart dat het om de in 1934 gebouwde kazemat Zijkanaal B Zuid gaat. Die verkoopdatum en andere informatie uit de archiefstukken is in de website en database verwerkt. Ook is de kazemat onlangs nog door ons bezocht. Je kan er nog steeds in en binnen neemt de betonrot toch wel ernstige vormen aan. Tenslotte was er nog een dossier van 3 maart 1944 over de geplande Duitse plannen inundaties waar ook de Zuid en Noord Spaarndammerpolder in worden genoemd. Maar die informatie was al bekend... Weg langs de binnenteen van de westelijke dijk van de Zuidspaarndammerpolder
|
Deze nieuwsbrief is een uitgave van het Documentatiecentrum Stelling van Amsterdam. De redacteurs en auteurs aanvaarden geen aansprakelijkheid, op welke wijze ontstaan, door het gebruik van de inhoud van de website, nieuwsbrief of andere publicatie, door welke persoon en voor welk doel dan ook. Wij hebben ons best gedaan om alle rechthebbenden op deze website / nieuwsbrief te achterhalen. Eenieder die meent dat zijn/haar materiaal zonder voorafgaande toestemming hier is gebruikt, verzoeken wij om zich tot ons te wenden. Bij gebruik als bron voor publicaties en andere uitingen is bronvermelding verplicht en tevens wordt deskundige begeleiding, door bijvoorbeeld de redacteur of auteur, aanbevolen. In de nieuwsbrieven weergegeven meningen zijn een deel van een column of strikt persoonlijk tenzij expliciet anders is aangegeven. 'Majoor Van Hall' en 'Soldaat Troelstra' zijn fictieve militairen uit het verleden die dienen als pseudoniemen voor verschillende personen. Activiteiten zoals rondleidingen worden mogelijk door andere partijen georganiseerd en de verantwoordelijkheid voor inhoud, uitvoering e.d. ligt geheel bij de betreffende partij. De inhoud van een nieuwsbrief wordt na publicatie niet meer gewijzigd en kan later onjuist zijn gebleken of niet meer van toepassing zijn. De auteursrechten berusten bij René G.A. Ros tenzij anders is aangegeven. |